Wmo

Wmo
sterke sociaal werker

Sociaal werkers zijn happy met hun werk en wel hierom

Ze zijn heel tevreden over de inhoud van hun werk, over hun organisatie en ze kunnen werk en privé heel goed combineren. Uit de cijfers van de CBS-enquête over het laatste kwartaal blijkt dat sociaal werkers in groten getale heel tevreden zijn over hun werk en hun werk heel zinvol vinden.

Meer verbinding in de ouderenzorg? ‘Dat goede gesprek moeten we aangaan’

‘In het verpleeghuis is veel kennis over ouder worden, over dementie, over mensgerichte zorg. Het zou een heel goede beweging zijn als die expertise ook in de wijk landt', stelt hoogleraar Katrien Luijkx.
Professionalisering

Positieve gezondheid; wegblijven van het opgeheven vingertje

Positieve gezondheid is momenteel booming. Sinds Machteld Huber het begrip in 2012 invulling gaf, verspreidt positieve gezondheid zich als een olievlek over het land. De Universiteit Maastricht onderzocht dertien organisaties die werken met dit gezondheidsconcept. Het blijkt nog niet zo gemakkelijk om ermee te werken. Welke lessen zijn te leren? 'Vraag naar de grote droom van je cliënt.' 
Langer thuis wonen
Voor de ouderenzorg van de toekomst hebben professionals in de nulde en eerste lijn meer houvast nodig.

Gezond en gelukkig oud worden is meer dan ‘een project’

Hoe bouwen sociaal werkers aan een sterke sociale basis voor de ouderen in hun wijk? Zodat deze ouderen gezond en gelukkig oud kunnen worden in hun eigen wijk. Op die vraag zochten Jenny Zwijnenburg en Sjef van der Klein een antwoord. ‘Ken de ouderen in jouw werkgebied en vraag aan hen wat ze nodig hebben. Het netwerk is heilig.’
Wmo

SCP onderzoek: schrijf sociale wijkteams nog niet af

Het sociaal domein stagneert, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau naar de resultaten van de decentralisatie in 2015. Kwetsbare groepen krijgen niet de hulp die nodig is, de zelfredzaamheid van burgers is veel te hoog gegrepen. ‘Geef niet op, maar het is wel tijd om bij te sturen.’
Professionalisering
sterke sociaal werker

Tine van Regenmortel: ‘Met een wetenschappelijke basis wordt het sociaal werk sterker’

Academische kennis van het sociaal werk versterkt sociaal werkers in hun individuele hulpverlening en in het vertalen van individuele casuïstiek naar systeemanalyses, denkt de kersverse hoogleraar Sociaal Werk Tine Van Regenmortel. En vooral dat politiseren mag van deze professor in Nederland wel wat steviger.
Wmo

De dorpsondersteuner is goedkoper dan eenzame mensen

De zorgkosten nemen af als de dorpsondersteuner actief is in het dorp. Dat blijkt uit onderzoek van de Aletta Jacobs School of Public Health. Ouderen wonen langer thuis, hebben meer sociale activiteiten, betere informele zorg en minder huisartsbezoeken. Leefbaarheid is de taak van de gemeente en dat kost de overheid geld.
Wmo

Huishoudelijke hulp biedt kans om welzijn ouderen te verbeteren

Betrokkenheid bij je cliënt is een belangrijk onderdeel van het werk voor veel huishoudelijke hulpen. Maar het signaleren van problemen, begeleiding of boodschappen doen zit niet in hun takenpakket. In Zwolle hebben studenten van Windesheim en Deltion onderzoek gedaan naar hoe cliënt en huishoudelijke hulp gezamenlijk communiceren en werken. Schoonmaken en hand- en spandiensten aan de cliënt gaan vaak samen.
Wmo

Zorgkosten zouden zonder Wmo duurder zijn

Wmo-ondersteuning is misschien laagdrempelige hulp, het is zeker niet overbodig. De Wmo kan zorgkosten besparen, wijst onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau uit.
Wmo

Werknemers die baan opzeggen blijven in zorg en welzijnssector werken

Een op de vier werknemers in de zorg en welzijnssector die vertrekt naar een andere functie doet dat binnen een jaar. Dat is nogal snel. Het goede nieuws is dat 80 procent de sector niet verlaat. Dat blijkt uit het allereerste Uitstroomonderzoek Zorg en Welzijn van werkgeversvereniging RegioPlus. ‘Werknemers die contact met cliënten hebben zijn sterk gemotiveerd om in de sector te werken.’

Over wmo

Elke gemeente zijn eigen zorg en ondersteuning

Bijna 2 miljoen mensen krijgen zorg en ondersteuning, volgens de kerncijfers 2015 van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Veelal uit het informele netwerk. Vanaf 2015 wordt zorg en ondersteuning vanuit de Wmo door gemeenten georganiseerd en gefinancierd. Uitgangspunt is dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Dat heeft geleid tot werken in wijkteams, een woud aan pilots en veel discussie over Wmo.

Lees meer

Gemeenten worden sinds 1 januari 2015 geacht ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.

Onderzoek naar de uitvoering van de Wmo

Uit onderzoek naar de uitvoering van de Wmo blijkt dat in 2016 de waardering voor wijkteams ietsje is gedaald naar van 6,7 in 2015 naar 6,6. De grootste problemen van de decentralisatie zitten nog steeds in het jeugdhulp. Een op de 5 Nederlanders vindt dat de decentralisaties goed uitpakken. 47 Procent heeft geen vertrouwen in de decentralisatie, vooral niet bij de uitvoering van de ouderenzorg. Dat blijkt uit een onderzoek van I&O Research. Vlak vóór 2015, voordat de Wmo en Jeugdwet overgingen naar de gemeente, gaf 54% aan geen vertrouwen te hebben.

Verschillende vormen van hulp en ondersteuning onder Wmo

Onder de Wmo vallen verschillende vormen van hulp en ondersteuning. Het gaat bijvoorbeeld om: begeleiding en dagbesteding; ondersteuning van mantelzorger; beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis; opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn. Maar ook om ondersteuning die past bij persoonlijke situatie van de cliënt die een zorgvraag heeft. Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente. De gemeente kan onder voorwaarden een persoonsgebonden budget (pgb) geven. Met een pgb kan de cliënt de ondersteuning zelf kiezen en inhuren.

Meldt iemand zich bij de gemeente met het verzoek om ondersteuning, dan moet de gemeente onderzoek doen naar de persoonlijke situatie. Vooral over dat onderzoek naar de hulpvraag van de cliënt via het zogenoemde “keukentafelgesprek” is veel discussie geweest vanaf het begin van de decentralisatie in 2015. De keukentafelgesprekken leidden tot veel klachten en tot gefrustreerde cliënten en mantelzorgers. Daar is zeker door gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en door sociaal werkers van geleerd.

Decentralisatie in de Wmo

De decentralisatie van zorg en ondersteuning in de Wmo heeft een fase van ontwikkeling doorgemaakt. Dat heeft ook geleid tot flinke discussies in de diverse gemeenten over hoe de Wmo vorm te geven. Het heeft ook geleid tot experimenten, pilots die opkomen en net zo snel weer afvallen. Het heeft geleid tot ketenzorg en samenwerking, en zorg dichtbij de cliënt. In dit dossier vind je artikelen die weergeven hoe de discussie is gevoerd en waartoe de transitie heeft geleid. Met alle voors en tegens en ontwikkelingen in de zorg en ondersteuning voor burgers en kwetsbare mensen.

Wmo-cijfers

Tot slot nog een paar cijfers uit de publicatie in april 2017 van I&O Research: De professionele hulp en begeleiding worden door zorggebruikers in 2016 met een 7,4 gewaardeerd, dat was een 7,7 in 2014. Een op de tien mensen geeft een onvoldoende aan de geboden hulp. De belangrijkste redenen zijn de lange wachtlijsten (57%), niet goed luisteren naar de hulpvrager (50%) en niet goed samenwerken tussen organisaties (43%).

DELEN
Vorig artikelZelfredzaamheid
Volgend artikelLVB
Mark van Dorresteijn
Lorem ipsum dolar sit amet.