Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Mantelzorg niet verplicht in Wet langdurige zorg

De inzet van de ‘sociale omgeving’ van een cliënt is niet verplichtend. Verder moet de cliënt toestemming geven om zijn gegevens over Wmo–ondersteuning door te geven aan uitvoerders van de Wet langdurige zorg. Dat zijn twee aanscherpingen van het voorstel Wet Langdurige zorg, dat staatssecretaris Van Rijn heeft gestuurd naar de Tweede Kamer.
Mantelzorg niet verplicht in Wet langdurige zorg

De staatssecretaris reageert met het “nader rapport inzake de verzekering van zorg voor mensen in de Wet langdurige zorg” op de kritiek die de Raad van State eind januari had op het wetsvoorstel. Van Rijn benadrukt dat ‘de meest kwetsbare mensen het recht op een plaats in een instelling houden, als thuis wonen niet meer gaat’. Verder stelt de bewindsman duidelijk dat ‘de inzet van de sociale omgeving geen verplichtend karakter heeft’. Van Rijn trekt in de rapportage een scherpere grens tussen de Wmo en de Wlz (Wet langdurige zorg). De Raad van State had kritiek op de onduidelijkheden, onder andere over het meewegen van mantelzorg bij indicaties geconstateerd.

Lees ook het bericht over de resultaten van een peiling van Mezzo, de landelijke vereniging van mantelzorgers: gemeenten moeten mantelzorgers intensiever betrekken bij de toewijzing van de zorg aan degene die zij ondersteunen.

Staatssecretaris Van Rijn volgt het advies op van de Raad van State om de uitwisseling van cliëntgegevens tussen gemeenten en Wlz-uitvoerders concreet en nauwkeurig te omschrijven. Die uitwisseling is nodig om de zorg vanuit de Wlz goed af te stemmen met de Wmo-ondersteuning. Hulpverleners, instellingen of voorzieningen voor gezondheidszorg zijn verplicht om het CIZ voor de indicatiestelling volledig te informeren, zij kunnen zich niet meer beroepen op het medisch beroepsgeheim. Dat was in de AWBZ nog wel mogelijk. Wel moet de ‘nadrukkelijke toestemming van de verzekerde’ worden verkregen als de Wmo-ondersteuner of hulpverlener vanuit de Jeugdwet wil afstemmen met Wlz-zorgverlening.

Gebruikelijke zorg

In het rapport aan de Tweede Kamer spreekt Van Rijn tegen dat er een onduidelijke afbakening is tussen de Wlz en de Wmo 2015. Volgens Van Rijn hebben alle cliënten die onder de Wlz vallen, recht op zorg. In de beoordeling van dat recht is de wat men noemt “gebruikelijke zorg” – de zorg van partners, ouders, huisgenoten en kinderen – meegenomen. De gebruikelijke zorg, zeg maar de mantelzorg, en de grens daarvan worden meegenomen in de indicatiestelling. ‘Juist de Wlz geeft recht op het soort zorg waarbij de sociale omgeving niet meer volstaat,’ aldus de staatssecretaris.

Ander regime

Alleen voor kinderen geldt een ander regime. In eerste instantie wordt verwacht dat ouders de zorg voor hun kinderen op zich nemen. ‘Pas als de zorg voor een kind met een beperking of aandoening qua tijd en intensiteit meer wordt dan je mag verwachten’, kan zorg onder de Wlz aan de orde komen. Meestal op een later moment, aldus de staatssecretaris.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.