Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Kindermishandeling pak je sámen aan

In zijn opiniestuk in NRC Handelsblad van 12 juli, ‘Jeugdzorg is niet gebaat bij politieke kitsch’, stelt Jos Lamé, directeur van Riagg Rijnmond, dat 'de manier waarop de politiek de regie neemt in onderdelen van de zorg, slecht uitpakt voor de kwaliteit van die zorg'. Lamé zet de meldcode kindermishandeling weg als een 'Ikea-handleiding' die geen ruimte biedt voor debat tussen professionals, terwijl de problematiek in de zorg juist gebaat is bij 'onenigheid, bij een setting waarin gevarieerde trial and error mogelijk is'. Het mishandelde kind is niet gebaat bij deze Rotterdamse patstelling.
Kindermishandeling pak je sámen aan

Lees hier een verkorte versie van Lamé’s opiniestuk in NRC Next >>

De weerstand van Riagg Rijnmond tegen de illusie dat ondertekende protocollen incidenten zoals het Maasmeisje kunnen uitbannen, is begrijpelijk. De maatschappij verander je niet met wetten en protocollen, daarin heeft Lamé gelijk. In een protocol hoeft echter niet te worden afgesproken dat je het voortaan altijd samen eens zult zijn. Het is juist heel goed mogelijk het professionele debat te regelen door af te spreken de krachten en expertise te bundelen in de aanpak van kindermishandeling.

Door niet te melden laat de Riagg kinderen die worden mishandeld in de kou staan. De reden die Lamé daarvoor noemt (teveel onterechte meldingen) is een drogreden. Het signaleren, bespreekbaar maken en stoppen van kindermishandeling is geen Russische roulette maar een zaak voor professionals waar specifieke expertise voor nodig is die niet is voorbehouden aan één beroepsgroep, maar onderling moet worden uitgewisseld. Door ketensamenwerking en uitstekende intaketeams, kan het aantal onterechte meldingen worden teruggebracht naar minder dan 5%. Dat wijst de praktijk in Haaglanden en Zuid-Holland uit.

Naast het bespreken en melden van vermoedens van kindermishandeling, wordt de expertise van de volwassenen-GGZ vaak node gemist bij belangrijke besluiten die Bureau Jeugdzorg moet nemen over ondertoezichtgestelde en uithuisgeplaatste kinderen. Niet zelden is het zoeken van hulp voor de eigen problemen van de ouder(s) een voorwaarde om over te gaan van een begeleide naar een onbegeleide bezoekregeling of voor het thuis terugplaatsen van een kind. Zowel gezinsvoogden als AMK onderzoekers krijgen nog te vaak nul op het rekest als zij informeren naar de voortgang van de hulpverlening, óók als zij toestemming hebben van de betreffende ouder. In deze setting passen juist de professionele meningsverschillen, de dilemma’s en de valkuilen waar Lamé zo gepassioneerd voor pleit. Er zou vaker inhoudelijk debat moeten plaatsvinden tussen jeugdzorg en volwassen-GGZ. Door de weigering belangrijke informatie te delen over de veiligheidsrisico’s in de thuissituatie van een kind, moeten soms belangrijke besluiten worden genomen op basis van een puzzel waarin stukjes missen. En dat is noch voor de veiligheid van kinderen, noch voor de ouders goed.

Kindermishandeling pak je sámen aan. Niet door in een ivoren toren de discussie te voeren over casuïstiek en in een enkel geval een melding te doen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Met zo’n attitude motiveer je als manager je medewerkers wel in het neerzetten van een bepaalde cultuur, maar niet in het vaker en eerder nemen van verantwoordelijkheid – sámen met ketenpartners – voor bedreigde kinderen. 

Door Marielle Vavier (bestuurssecretaris) namens de Directie van de Bureaus Jeugdzorg Haaglanden en Zuid-Holland

Bron: Foto: ANP/Koen Suyk

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.