Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

De klimaatcrisis is óók een sociale crisis: ‘Het is reden om nú in actie te komen’

Structurele problemen verdienen fundamentele oplossingen. Juist sociaal werkers hebben de verantwoordelijkheid om grote thema’s als de klimaatcrisis, energiearmoede of kansenongelijkheid bespreekbaar te maken. ‘Zij kunnen als geen ander het tekortschieten van sociaal beleid blootleggen’, zegt Maja Ročak, lector Sociale Veerkracht bij Sociale Studies aan Fontys Hogeschool. Zij is pleitbezorger van de eco-sociale benadering van het sociaal werk.
'Het is de opdracht van het sociaal werk om individuele problemen ook te collectiviseren.’ Foto: iStock

Met overtuiging is Ročak één van de schrijvers van het ‘Pleidooi voor een eco-sociale benadering van sociaal werk’ dat vorige week verscheen. Het pleidooi is een eerste aanzet om sociaal werkers, de opleidingen en andere stakeholders in het werkveld aan te moedigen het gesprek te voeren over én een bijdrage te leveren aan een sociaal-ecologisch rechtvaardige samenleving.

Heroriëntatie

Ze legt uit dat de ecologische crisis mensen in kwetsbare situaties het hardst treft en de verschillen en ongelijkheid vergroot. Willen we die ontwikkeling stuiten en zorg dragen voor een leefbare aarde, dan is een fundamentele heroriëntatie van de visie op samenleven nodig. Het sociaal werk heeft hierin absoluut een rol, vindt Ročak. ‘Sociale rechtvaardigheid is een belangrijke waarde voor sociaal werkers. Hebben we het over de ecologische crisis, dan zal duidelijk zijn dat de meest kwetsbare mensen ook de meeste hinder van de gevolgen ervan ondervinden. Alleen al dat gegeven zou genoeg reden moeten zijn om nú in actie te komen.’

Sociale verschillen

Dat de ecologische crisis (nog) een ver-van-je-bed-show is voor veel Nederlanders, dat erkent Ročak. ‘De overstromingen in Pakistan en extreme droogte in de Hoorn van Afrika raken onze manier van leven in Nederland niet. Maar wie inzoomt op wijkniveau, zal moeten bekennen dat de ecologische crisis de sociale verschillen direct en indirect vergroot.’

Ze neemt de energietransitie als voorbeeld: mensen met schulden kunnen zich geen elektrische auto of zonnepanelen veroorloven. ‘Nee, zij wonen vaker in slecht onderhouden huizen en zien nu de energierekening fors stijgen. Bovendien is er ook het gezondheidsaspect: slecht geïsoleerde woningen vergroten de kans op schimmels en ongedierte, op een ongezond binnenklimaat. Dat kan weer leiden tot gezondheidsklachten of mentale problemen. Daarnaast zijn er ook sociale aspecten aan deze crisis. Er zijn mensen die geen gasten meer uitnodigen omdat ze zich schamen voor hun koude huis.’

Concreet

Ročak maakt de problematiek bewust concreet. ‘Want we hebben het over grote thema’s, terwijl de mate van invloed op het beleid maar beperkt is. Maar dat ontslaat sociaal werkers niet van hun taak om niet over het thema en de gevolgen ervan na te denken.’ Sterker nog, het is juist andersom. ‘Het verlangt, nee eist misschien wel, van hen juist actie, uiteraard binnen de mogelijkheden die ze hebben.’

Sociale veerkracht

Dat zegt ze ook als lector Sociale Veerkracht aan Fontys Hogeschool. In het lectoraat, dat Ročak samen met Mariël van Pelt leidt, wordt onderzocht hoe sociaal werkers structureel domeinoverstijgend kunnen werken. Want de sociaal werker heeft immers in het dagelijks werk niet alleen te maken met het individu, maar juist ook met zijn of haar omgeving. ‘Sociale veerkracht gaat over de wisselwerking daartussen. De sociaal werker moet opereren tussen het individu en de omgeving.’

Samenlevingsopbouw

Dat is een spanningsveld, waarbij Ročak, die voorheen als sociaal werker werkzaam was, uitlegt dat veel sociaal werkers anno 2022 vooral bezig zijn met het werken aan individuele hulpvragen. Collectief werken aan de samenlevingsopbouw sneeuwt steeds vaker onder. ‘Terwijl samenlevingsopbouw van oudsher een bijdrage heeft geleverd aan het behandelen en verbeteren van sociale vraagstukken. Sociaal werkers zien met eigen ogen hoe het beleid daadwerkelijk uitpakt. Zij zien de gevolgen van schuldenproblematiek, van de energiecrisis, van kansenongelijkheid, van de ecologische crisis. Het oplossen van acute menselijke problemen is een aspect van het vak, maar het zou goed zijn als sociaal werkers ook kritisch blijven over het systeem dat onrechtvaardig is ingericht. Ik zou het een goede zaak vinden als sociaal werkers meer oog hebben voor de politiserende kant van hun werk.’

Achter de voordeur

Ročak legt uit dat sociaal werkers, omdat ze achter de voordeur van kwetsbare gezinnen komen, als geen ander het tekortschieten van sociaal beleid kunnen blootleggen. ‘Bij wat je tegenkomt in je dagelijkse werk, bijvoorbeeld op het gebied van die energiearmoede, zou je jezelf de vraag moeten stellen welke mogelijkheden er binnen jouw handelingspraktijk zijn om deze problemen aan te pakken. Bel in het geval van de energiearmoede de woningcorporatie om de slecht geïsoleerde huizen aan te kaarten. Schrijf die brief naar de wethouder om de energietoeslag ruimhartiger toe te kennen. Wees niet te bescheiden, ook niet als het om grote thema’s gaat.’

Structurele oorzaken

Juist dan kan de sociaal werker een nog groter verschil maken, denkt ze. ‘Als sociaal werker wil je mensen uiteraard helpen. Het wegwerken van acute en individuele problemen is belangrijk, maar je kunt niet alles op individueel niveau oplossen. Ik denk dat je een nog groter verschil kunt maken als je oog hebt voor structurele oorzaken van de onderliggende problematiek. Dan maak je niet alleen het verschil voor het individu, maar juist voor het collectief. In mijn ogen is het de opdracht van het sociaal werk om individuele problemen ook te collectiviseren.’

Van collectief naar individu

Diezelfde onderliggende gedachte is terug te vinden in het ‘Pleidooi voor een eco-sociale benadering van sociaal werk’. In een sociaal-ecologisch rechtvaardige samenleving komt het sociaal werk op voor mensen, groepen en gemeenschappen in kwetsbare posities.  Tegelijkertijd wordt gestreefd naar herstel en het versterken van de natuur. Deze benadering vraagt inzet op zowel directe hulpverlening als verschillende collectieve vormen van sociaal werk die elkaar versterken. ‘Stel jezelf de vraag hoe jij als sociaal werker de wijk eco-socialer kan maken, van het collectief naar het individu’, roept Ročak op.

Houd het klein

Ze legt uit dat dat ‘geen rocket science’ hoeft te zijn. Je kunt het bijvoorbeeld klein houden door een tweedehands kledingmarkt te initiëren of door voedselverspilling tegen te gaan. Of opper het idee voor een buurtmoestuin bij de woningcorporatie. Laat producten die door lokale ondernemers niet meer kunnen worden verkocht, ophalen door vrijwilligers uit de buurt en deel ze uit aan buurtbewoners die het goed kunnen gebruiken. ‘Daarmee bouw je aan sterke netwerken die gericht zijn op een sociaal-ecologisch rechtvaardige samenleving’, zegt Ročak.

Van individu naar collectief

Tegelijkertijd roept ze op om vanuit dat individu ook weer naar het collectief te kijken. De energiecrisis, het instellen van het prijsplafond, leent zich daar bijvoorbeeld voor. ‘De overheid komt met maatregelen zodat de energieprijzen (weer) betaalbaar worden. Ik hoop dat sociaal werkers scherp op dit thema blijven. Hoe pakt het energieplafond na de jaarwisseling uit voor werkende armen? Zijn de mensen in de bijstand geholpen? Hoe wordt de verduurzaming van woningen daadwerkelijk vormgegeven? Als je constateert waar de hiaten zitten in het systeem, is het vervolgens de taak om wat met die signalen te doen.’

Juist volgens Ročak is dat een kracht die nog te vaak – zeker als het gaat om grote thema’s als de ecologische crisis, de energiearmoede en de kansenongelijkheid in de samenleving – onbenut blijft. ‘Sociaal werkers kunnen als geen ander bijdragen aan het creëren van duurzame ecologische en sociale systemen waar niemand achtergelaten wordt.’

 Maja Ročak benadrukt dat het belangrijk is dat sociaal werkers ook daadwerkelijk vanuit sociaal-ecologisch perspectief hun werk gaan benaderen. In de huidige praktijk worden sociaal werkers weliswaar betrokken bij verschillende klimaatagenda’s en -projecten, maar volgens de lector Sociale Veerkracht bij Sociale Studies aan Fontys Hogeschool is dat ‘te instrumenteel’.

Dat vraagstuk komt ook aan bod tijdens het Kerstdebat 2022 over klimaatrechtvaardigheid dat Movisie op vrijdag 23 december in Utrecht organiseert. Centrale vraag is hoe we er zorg voor dragen dat de klimaatcrisis en de daarmee gepaard gaande energietransitie niet leidt tot nog meer armoede en uitsluiting, zowel hier als elders op de wereld. Wat staat overheden, sociaal professionals en actieve burgers te doen? Benito Walker, mede-oprichter Youth for Climate NL en Eefje Cuppen (Hoogleraar Governance of Sustainability aan de Universiteit Leiden en directeur van het Rathenau Instituut) verzorgen lezingen. Later die middag gaat Maja Ročak in debat met Aniek Moonen (voorzitter Jonge Klimaatbeweging), Jan Willem Bruins (BPSW) en Gerrit Vledder (projectleider energietransitie Soest). Toegang tot het Kerstdebat is gratis, online deelname is ook mogelijk.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.