Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Verslaving bij verstandelijk beperkte jongeren onderbelicht

Jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) gebruiken relatief vaak overmatig alcohol en drugs, maar krijgen niet de zorg die zij nodig hebben. Dat stelt de landelijk werkende zorgorganisator Pluryn.

Neomi van Duijvenbode, senior onderzoeker bij Pluryn: ‘Binnen Pluryn doen we veel onderzoek naar jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking en complexe problemen. Wat we zien in onderzoeken en in de praktijk, is dat een gedeelte van deze problemen te maken heeft met middelengebruik, maar het is lastig voor hulpverleners om dat te signaleren.’ Dit is volgens Van Duijvenbode te wijten aan de wirwar van problemen waar cliënten mee te maken hebben. Middelengebruik, psuchische klachten en de verstandelijke beperking lopen in elkaar over. Het is dan soms moeilijk om het middelengebruik eruit te halen. Bovendien denkt ze dat er ook nog steeds een taboe heerst over het onderwerp. ‘Hulpverleners vinden het moeilijk middelengebruik bespreekbaar te maken.’

Problematisch gebruik

In 2005 kreeg de Tweede Kamer een informatienota waarin te lezen was dat er maar een aantal honderden jongeren zijn met LVB en verslagingsproblematiek. Cijfers die niet goed weergaven hoe het echt was, denkt Van Duijvenbode. ‘Inmiddels is er meer over het onderwerp bekend. In 2015 heeft mijn collega Evelien Poelen onderzoek verricht onder jongeren met een LVB in een orthopedagogisch behandelcentrum. Tachtig procent van hen heeft ooit alcohol gebruikt, iets meer dan de helft cannabis en iets meer dan dertig procent harddrugs. Hoewel het alcoholgebruik onder jongeren met een LVB ongeveer gelijk is aan dat van de reguliere bevolking, lijkt het gebruik van cannabis en harddrugsgebruik juist hoger te liggen. Verder bleek dat 25 procent van de ondervraagden problematisch alcohol gebruikt en 17 procent problematisch drugs. Dat zijn relatief hoge percentages als je ervan uitgaat dat de jongeren in het onderzoek allemaal tussen de 11 en 22 jaar oud zijn.’

Verbrokkeling

In de praktijk blijkt het lastig deze jongeren te helpen om van hun verslaving af te komen. Ten eerste omdat er nog weinig bruikbare methodieken zijn. Van Duijvenbode: ‘De huidige methodieken bestaan bijvoorbeeld uit vragenlijsten. Deze gaan er echter vanuit dat de ondervraagde normaal begaafd is. Dat betekent dat de vragen voor mensen met een LVB soms te lange zinnen en te lastige woorden bevatten. Ze gaan soms ook uit van kennis die jongeren met een LVB niet hebben. Maar pas je deze aan, dan verander je de methodiek en kan het zijn dat je geen betrouwbare antwoorden krijgt.’ Inmiddels zijn er wel methodieken aangepast aan mensen met een LVB, zoals leefstijltraining en cognitieve gedragstherapie. Deze vereisen echter een samenwerking tussen specialisten in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en specialisten in de verslavingszorg. In de praktijk is deze samenwerking echter nog geen vanzelfsprekendheid. Van Duivenbode: ‘Door de verbrokkeling in de zorg komen de verschillende terreinen niet samen. In het geval van dubbele problematiek loopt dat nu nog spaak. Mensen krijgen daardoor niet de zorg die ze nodig hebben. Zo neemt de verslavingsproblematiek toe en de kans op positieve afloop af.’

Marielle Brenninkmeijer leerde in de praktijk waarom het zo belangrijk is om als professionals in verschillende sectoren gebruik te maken van elkaars expertise. Doe dat het liefst voor het paniektelefoontje, adviseert ze. Lees meer >>

Signalen

Meer onderzoek naar verslaving onder mensen met een verstandelijke beperking en de mogelijkheden om hen te behandelen is nodig. Pluryn is in samenwerking met Trimbos Instituut daarom onder meer gestart met de ontwikkeling van het preventieprogramma Take it Personal!. Ook andere wetenschappers ontwikkelen programma´s zoals Sterker dan je kick. Zelf heeft Van Duijvenbode onderzoek gedaan naar hoe verslavingsproblematiek werkt in de hersenen van mensen met een verstandelijke beperking. Maar in de tussentijd kan de zorg niet stilstaan. Dus wat kunnen hulpverleners nu al doen om mensen met een verstandelijke beperking die mogelijk een verslaving hebben te helpen? ‘Let goed op de signalen die een cliënt geeft. Ken je je cliënt al langer en merk je verandering in zijn of haar gedrag? Dan kan dat duiden op de ontwikkeling van een verslaving. Veranderingen die daarop kunnen wijzen zijn bijvoorbeeld een verandering in voorkomen of in lichamelijk of psychisch functioneren. Ook het krijgen van andere vrienden en het plotseling niet meer kunnen uitkomen met geld kunnen duiden op de ontwikkeling van een verslaving. Wanneer een cliënt nieuw is, is het natuurlijk lastig om veranderingen te zien omdat je hem of haar nog niet goed kent. Ga in dat geval eens op een laagdrempelige manier het gesprek aan over drugs en alcohol.’ Van Duijvenbode beseft dat dit onderwerp niet altijd even gemakkelijk is om te bespreken. ‘Hulpverleners willen dat cliënten zo goed en zo fijn mogelijk kunnen leven en zoveel mogelijk de regie over hun eigen leven behouden. Aan de andere kan willen ze de cliënt beschermen. Dit levert soms een lastig spanningsveld op. Maar maak het onderwerp in elk geval wel bespreekbaar. Want middelengebruik verergert bestaande gedragsproblemen, psychische stoornissen, angstgevoelens en depressies. Het kan agressief gedrag stimuleren en heeft een negatieve invloed op de werkzaamheid van voorgeschreven medicijnen.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.