Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Ruwaard heeft het recept voor vraaggericht werken zonder ruis

1 plan voor elke bewoner, niet aanbodgericht maar vraaggericht. Die ambities waarmaken is niet makkelijk. In de wijk Ruwaard in Oss lukt het wél: sociaal werkers krijgen veel eerder expertise aan tafel, wachtlijsten verdwijnen en de kwaliteit van leven gaat omhoog. Dankzij de ADDO-methode.
© BrianAJackson / Getty Images / iStock

Met dit artikel leer je:

  • Welke hindernissen er zijn om ambities als ‘1 bewoner 1 plan’ en vraaggericht werken waar te maken
  • Hoe je over die hordes heen kan stappen en hoe de ADDO-methode daarbij kan helpen
  • Waarom gebiedsgebonden financiering nodig is
  • Wat sociaal werker Bart Hoes in de wijk Ruwaard in Oss leerde over vraaggericht werken
  • Hoe het komt dat er in Ruwaard geen wachtlijsten meer zijn en welke andere successen ze daar boeken

In 2016 werd de ADDO-methode, Anders Denken, Doen en Organiseren, in de Ruwaard, een wijk in Oss opgestart. Het doel is om wijkbewoners zich beter te laten voelen en tegen lagere kosten hulp te bieden. Een belangrijk uitgangspunt is dat alle betrokken partijen nauw met elkaar samenwerken en een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben en voelen tegenover de bewoners. Bart Bakker is medebedenker en aanjager van de ADDO- methode. Sociaal werker Bart Hoes werkt al negen jaar in de wijk en maakte de omslag mee.

Wat is de kern van de ADDO-methode? 1 bewoner, 1 plan, niet aanbodgericht maar vraaggericht werken. Dat hebben we toch allemaal eerder gehoord..

Bart Bakker: ‘In principe is alles wat wij doen een open deur inderdaad. Maar ga het maar eens echt doen. Dat is het verschil. Wat ik vaak zie, is dat er wel de intentie is om vanuit de vraag te werken, maar dat de oplossing verkokerd wordt geleverd. Daardoor ontstaat veel ruis. Stel: iemand heeft psychische problemen, schulden en is verslaafd. Dan wordt er vanuit drie domeinen aan een oplossing gewerkt, maar niet met elkaar.

We hebben de werkwijze nu op elkaar afgestemd zodat je van elkaar weet wie wat doet. Is er een vraag van een bewoner, dan nodigen we alle betrokken professionals bij degene thuis uit om 1 plan te maken. Daardoor wordt de oplossing door iedereen gedragen. En is het voor de inwoner heel duidelijk wie waarmee aan de slag gaat.

Vaak zijn er al meerdere beroepskrachten bij mensen betrokken. Op zo’n moment zien we  vaker dat sommige professionals hetzelfde doen. Soms zijn er meerdere mensen bezig met postzaken of financiën. Als we goed met elkaar afstemmen en aan de bewoner vragen “Wie wilt u dat u helpt bij de financiën?” kunnen er vaak professionals uit de casus. Of hoeven ze voor minder uren ingezet te worden.’

Blijf op de hoogte van de laatste praktische inzichten over vraaggericht werken met de gratis online nieuwsbrieven van Zorg+Welzijn, het vakmedium voor professionals in het sociaal domein.>>

Wat is er voor nodig om partijen goed met elkaar te laten samenwerken?

Bart Bakker: ‘De manier waarop de zorg nu is ingericht, zorgt voor perverse prikkels. Organisaties krijgen per klant betaald, dus ze hebben er baat bij om zoveel mogelijk mensen te helpen. In Ruwaard is gebiedsgebonden financiering toegekend. Dat betekent dat de organisaties gezamenlijk verantwoordelijk zijn en de perverse prikkel wegvalt.

Bestuurders hadden vanaf het begin al de wens om gebiedsgebonden te financieren. Maar om dit daadwerkelijk te doen, is lef nodig. In het begin hebben we veertig casussen op deze eenduidige manier opgepakt en geëvalueerd. Toen zagen we dat we 132.000 euro op jaarbasis bespaarden.’

Wat heb je als sociaal werker moeten leren om goed met deze aanpak te kunnen werken?

Bart Hoes: ‘Ik was gewend om vanuit het eigen aanbod activiteiten te organiseren. Dat moest ik nu loslaten. Als opbouwwerker wilde ik wel betrokken zijn bij wat er gebeurt, zeker als dat op collectief niveau plaatsvindt.

Een goed voorbeeld is de opstart van het Huis van de Wijk. Dat is ontstaan vanuit de wens van een bewoner die op één plek in de wijk verschillende activiteiten wilde organiseren. Toen hebben wij gezegd: “Zijn er meer mensen die dat willen? Dan kun je ze zelf uitnodigen voor een bijeenkomst.” Daar zijn vijftig mensen op afgekomen. Als alleen al de helft van deze mensen naar activiteiten zou komen en minder dagbesteding afneemt, dan hebben wij de huur van de ruimte al terugverdiend.

Bij de opstart van het Huis van de Wijk was het een uitdaging om de boel te boel te laten en pas te reageren als mensen daar zelf om vragen. En als er dan een vraag komt daar meteen gehoor aan te geven. Die vraag kwam er wel op een gegeven moment. De bewoners gaven aan dat sommige mensen problemen en behoefte aan hulp hebben. Daarom hebben we drie keer per week samen met de ggz een inloopspreekuur op die plek opgestart.’

Wat is de meerwaarde van deze aanpak voor jou als sociaal werker?

Bart Hoes: ‘Dat ik de gewenste expertise nu veel sneller aan tafel heb. Stel, er belt een bewoner met psychische problematiek naar het wijkteam. Voordat we met deze methodiek werkten, ging een professional die tijd had naar degene toe voor een gesprek. Om daarna meestal te concluderen dat we de expertise van de ggz nodig hadden. Als we daarvoor belden, werd de bewoner op de wachtlijst geplaatst en waren wij eigenaar van het probleem geworden.

Nu bel ik direct de ggz als er zo’n vraag binnenkomt. Omdat we gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen, wordt er snel gereageerd. De ggz-professional gaat naar de bewoner toe, onderzoekt de hulpvraag en organiseert indien nodig een MDO. Dat scheelt een schakel in de keten. En wachtlijsten zijn er niet meer.

De MDO’s bij de mensen thuis met alle partijen samen, vind ik ook zeer waardevol. Je hoort oplossingen vanuit verschillende perspectieven die je niet eens van elkaar wist.’

Hoe kan het dat er geen wachtlijsten meer zijn?

Bart Hoes: ‘Dat komt onder meer doordat we oplossingen collectiviseren. Het inloopspreekuur in het Huis van de Wijk is een voorbeeld omdat mensen hier zelf binnen kunnen lopen met een vraag. Verder werken we efficiënter omdat we van elkaar weten wat we doen en er dus geen dubbele werkzaamheden meer worden uitgevoerd.’

In 2021 is de ADDO-aanpak geëvalueerd. Wat waren de uitkomsten?

Bart Bakker: ‘Het cijfer voor gezondheid en de kwaliteit van leven ging van een 3,5 naar een 8,5. De meting vond plaats vlak vóór en vlak na een MDO, maar ook nog een jaar later. Een jaar later was het cijfer zelfs van een 8,3 naar een 8,5 gegaan. Ook is er een betere samenwerking tussen de partijen omdat ze gezamenlijk optrekken. De betrokken medewerkers gaven een 9 daarvoor. Verder zijn de maatschappelijke kosten verlaagd met zo’n 10.000 à 13.000 euro per bewoner.’

De ADDO-aanpak loopt nu in meerdere wijken in Oss en in enkele andere steden.) Afgelopen mei verscheen het boek van onder meer Bart Bakker: Anders denken, doen en organiseren. Missie gedreven innovatie vanuit het sociaal domein.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.