Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hoe sociaal werkers en wijk-GGD’ers elkaar omhoog tillen

Wijk-GGD’er Karlijn Poelmans en maatschappelijk werker Jacqueline van den Acker werken nauw samen om mensen met verward gedrag de juiste hulp te bieden. ‘Soms zijn casussen zo complex dat je het echt met z’n allen moet doen.’
Getty Images / iStock

Als hulpverlener moet je niet bang zijn om zelf ook om hulp te vragen, vinden wijk-GGD’er Karlijn Poelmans en maatschappelijk werker Jacqueline van den Acker. De twee professionals uit Oisterwijk werken al tweeënhalf jaar nauw samen. Ze roepen geregeld elkaars expertise in, of het nu gaat om de vrouw met dwangmatig verzamelgedrag die geen hulp wil accepteren of de oudere man die al weken zijn gordijnen dicht heeft en zich afzondert van zijn omgeving.

Het aantal klachten over verwarde personen nam in 2015 zodanig toe dat de politie de noodklok luidde. Sindsdien wordt er gewerkt aan passende hulp voor deze mensen. Een succesvol onderdeel daarvan lijkt de inzet te zijn van de wijk-GGD’er. Meer dan 65 gemeenten werken ermee. Een grote uitdaging is de rol vrij en onafhankelijk te houden. Lees ‘De onafhankelijke positie van de wijk-GGD’er is haar kracht en moet beschermd worden’

Korte klap

Verbinding zoeken met andere hulpverleners is een van de kerntaken van wijk-GGD’ers, die in steeds meer gemeenten worden ingezet. Wijk-GGD’ers ondersteunen mensen die verward of onbegrepen gedrag vertonen en verbinden hen met de juiste zorgverlener. Poelmans: ‘Wij zijn van de korte klap: we handelen snel, kijken wat er nodig is en schakelen vervolgens hulp in.’ Wanneer cliënten te maken hebben met gezinsproblemen, psychosociale problematiek of financiële problemen, doet Poelmans een beroep op de expertise van Van den Acker.

Steeds achterdochtiger

Zo ondersteunen ze samen mevrouw Van Gelder, die al jaren last heeft van wanen. Haar problemen beginnen tijdens de nieuwbouw rond haar ooit zo rustige huis in het buitengebied. Mevrouw Van Gelder is ervan overtuigd dat alle veranderingen stralingen veroorzaken die haar beïnvloeden. Gaandeweg wordt ze steeds achterdochtiger en tijdens de coronacrisis escaleert de situatie. Ze raakt haar baan kwijt, komt bij de voedselbank terecht en raakt steeds verwarder. Intussen doet mevrouw Van Gelder constant meldingen bij de gemeente en veroorzaakt ze geluidsoverlast voor de buren.

Constante wisselwerking

In zo’n situatie is de zorgverlening een constante wisselwerking tussen Poelmans en Van den Acker. Als maatschappelijk werker buigt Van den Acker zich samen met mevrouw Van Gelder over haar financiën, de Tozo-regeling, haar LinkedIn-profiel en haar zoektocht naar werk. Poelmans neemt het contact met de wijk voor haar rekening, zorgt ervoor dat de buren zich gehoord voelen en overlegt met de gemeente over manieren om de overlast te verminderen.

Ook in crisissituaties kunnen maatschappelijk werkers een beroep doen op wijk-GGD’ers om de situatie in goede banen te leiden. Van den Acker: ‘Op een gegeven moment ging het mis en werd mevrouw Van Gelder psychotisch. Toen heb ik meteen Karlijn gebeld. Het was na werktijd, maar zij stond binnen vijf minuten op de stoep.’ Poelmans schakelde vervolgens de crisisdienst in. ‘Soms zijn casussen zo complex dat je het echt met z’n allen moet doen.’

Blijf op de hoogte van de laatste praktische inzichten over verward gedrag met de gratis online nieuwsbrieven van Zorg+Welzijn, het vakmedium voor professionals in het sociaal domein.>>

Zorg op maat

Na tweeënhalf jaar hechte samenwerking kent Poelmans het hele team van sociaal professionals op haar duimpje. Dat komt de zorg ten goede, heeft ze ervaren. ‘Soms kom ik een cliënt tegen en dan denk ik meteen: dit is een casus voor Jacqueline. Omdat je zo’n groot netwerk hebt, kun je direct kijken welke zorgverlener het meest geschikt zou kunnen zijn. Als ik een wat hautaine oudere dame ondersteun, dan hoef ik daar niet een jonge sociaal werker die net van school komt op af te sturen. Dan zoek je toch een wat meer volwassen vrouw die het klappen van de zweep al kent. Dat vind ik het leuke: het is echt zorg op maat.’

Mee op sleeptouw

De functie van wijk-GGD’er is relatief nieuw, en voor sommige hulpverleners is de samenwerking even wennen. Het helpt om goed uit te leggen in welke gevallen zorgverleners bij de wijk-GGD terechtkunnen, is Poelmans’ ervaring. Toen ze aan de slag ging als wijk-GGD’er nam haar collega haar meteen op sleeptouw. Van het sociaal wijkteam tot bemoeizorg en van woningcorporaties tot de wijkpolitie – ze gingen bij iedereen langs om zich voor te stellen en te vertellen wat ze doen. ‘Zo kom je erachter wat ieders expertise is, en je raakt ook informeel in gesprek. Eigenlijk is het net zoals bij cliënten: je moet gewoon contact maken.’

Voet tussen de deur

Voor Van den Acker helpt de samenwerking met de wijk-GGD om in moeilijke situaties toch een voet tussen de deur te krijgen. ‘Bijvoorbeeld toen er meldingen uit de wijk kwamen over een vrouw met hoardergedrag. Toen ik daar aankwam, zag ik meteen dat het voor ons een te complex probleem was. Het was ook heel moeilijk om contact te krijgen met deze mevrouw. Ze liet ons gewoon niet binnen.’

In die gevallen zet Van den Acker de wijk-GGD in. ‘Die hebben door hun ervaring in de psychiatrie meer tools en over het algemeen lukt het dan wel om contact te krijgen. Als de hulpvraag vervolgens wat duidelijker is, kunnen we weer verder met het maatschappelijk werk. Dan voeren we eerst een gesprek samen met Karlijn erbij. Zo bouwen we vertrouwen op.’

Kluizenaarsbestaan

Toch blijft het ook voor de wijk-GGD soms moeilijk om contact te maken, vooral bij cliënten die hardnekkig alle zorg weigeren. Poelmans: ‘Iemand die al jaren een kluizenaarsbestaan leidt, heeft een lang zorgtraject nodig. Dan weet je al snel: dat hoeven wij als wijk-GGD’ers niet te gaan proberen. Als we na twee of drie keer geen contact kunnen maken, bellen we de bemoeizorg. Wij zijn van de snelle hulp, zij van de lange adem.’

Desondanks kunnen probleemsituaties in de wijk soms lang duren, zoals bij mevrouw Van Gelder. Het contact verloopt nog altijd moeizaam. Van den Acker: ‘Eens in de zoveel maanden moeten we haar deelnemerskaart van de voedselbank verlengen. Dan probeer ik haar te bewegen om meer hulp te accepteren. En intussen blijft Karlijn in gesprek met de buren, zodat de situatie houdbaar blijft. We hebben in ieder geval verbinding met haar, en de buurt weet ons te bereiken. Nu is het afwachten.’

Kiemuur

In sommige gevallen zijn grote problemen juist op te lossen met iets kleins, benadrukken Poelmans en Van den Acker. Poelmans: ‘Als iemand veel ruzie heeft met de buren, kan het al een oplossing zijn als diegene net wat meer dagbesteding heeft, waardoor hij minder op de buren hoeft te letten.’

Daarom is het zo belangrijk dat je de voorliggende voorzieningen goed kent, vindt Van den Acker. ‘In Oisterwijk hebben we bijvoorbeeld een Kiemuur, een wekelijkse bijeenkomst voor mensen die op zoek zijn naar verbinding of een luisterend oor. Vrijwilligers organiseren kookavonden, inloopmomenten voor ouderen, jeu de boules-middagen, culturele bijeenkomsten, wandelingen. Die kleine dingen kunnen een groot verschil maken.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.