‘Cause all of me
Loves all of you
Love your curves and all your edges
All your perfect imperfections
Give your all to me
I’ll give my all to you
You’re my end and my beginning
Even when I lose, I’m winning.’
Voor de deur van de maatschappelijke opvang CVD Havenzicht staat een man uit volle borst het gevoelige nummer ‘All of me’ van John Legend te zingen. Zijn handen omklemmen de grepen van een buggy. Een peuter, ingepakt in een dik winterjasje, kijkt vanuit de vierwieler met grote ogen de wereld in. Een jong leven, zo vlak voor de deur waarachter mensen hun laatste levensadem uitblazen.
Alleen sterven
De dood. We houden ons er het liefst zo min mogelijk mee bezig, maar helaas – we kunnen er niet omheen. En als je niet plotseling, maar door (langdurige) ziekte overlijdt, hoop je op een veilige, warme plek waar je omringd door geliefden kunt sterven. Veel dak- en thuisloze mensen overkomt het tegenovergestelde. Zij sterven te vaak op plekken die niet veilig of warm zijn, zonder geliefden, helemaal alleen.
Deze mensen kunnen wel terecht in het Rotterdamse CVD Havenzicht. Dat is een opvanglocatie voor dak- en thuislozen waar sociaal werkers en verpleegkundigen werken die gespecialiseerd zijn in de zorg aan dak- en thuislozen, ook bij het levenseinde.
Geen regulier verpleeghuis
Die zorg wordt hier verleend op de Herstel- en Verpleegafdeling, waar twintig bedden staan – de meeste in aparte kamers. Het lijkt op een afdeling van een regulier ziekenhuis. Toch is de zorg hier niet te vergelijken met de zorg in een verpleeghuis, vertellen coördinerend verpleegkundigen Andrea van der Gevel (54) en Eline den Hartog (32).
‘Ten eerste omdat onze cliënten andere medische zorg nodig hebben dan ‘gewone’ patiënten, zoals veel hogere doses aan medicatie, vanwege hun geschiedenis van middelengebruik. Ten tweede omdat onze cliënten vaker bijzonder gedrag laten zien, bijvoorbeeld vanuit verslaving, psychiatrie of een beperking. Om zorg te kunnen bieden, moeten wij aanhaken bij onze cliënten in plaats van de cliënten aan zorgregels.’
Het verhaal van Hamad
Eline: ‘Het verhaal van Hamad zal me altijd bijblijven. Een Nederlands gezin heeft hem geadopteerd als kind vanuit Afrika. Hij was daar geboren met TBC en HIV. Ondanks een redelijk gezonde jeugd kon hij hier niet aarden. Hij had een hechtingsstoornis, raakte verslaafd en thuisloos – hij had wel een dak, maar geen thuis. Op zijn 28e kwam hij bij ons binnen met kanker in zijn mond, keel en longen.’
Andrea: ‘Bij het reguliere verpleeghuis kon hij niet terecht, want hij gebruikte. De straatdokter bracht hem bij ons binnen. De kanker zaaide verder uit en behandelingen sloegen niet aan. Hij had een vréselijk ziekbed en het raakte collega’s enorm. Van de een had het een kind kunnen zijn, andere collega’s waren leeftijdsgenoten. Met elkaar hebben we dat toen gedragen door er veel over te praten en er voor elkaar te zijn.’
Laatste levenswensen
Eline: ‘In de palliatieve zorg probeerden we zijn laatste levenswensen te achterhalen. Dat bleken twee hele kleine wensen: het hondje van zijn moeder knuffelen op Texel en langs de McDonalds gaan. Een vrijwilliger regelde vervoer en bracht hem via de boot helemaal naar het eiland, waar Hamad heerlijk met het hondje heeft kunnen spelen. Ondanks dat eten bijna niet ging, maakte het hem ultiem gelukkig om weer een burger van de McDonalds te proeven.’
Omdat er rond de meeste cliënten geen mensen staan, zijn Andrea, Eline en haar team degenen die de hand vasthouden van de patiënt als hij de laatste adem uitblaast. En dat doen ze ook. Ze gaan zelfs naar de uitvaart. Dat is geen plicht, maar dat doen zij en de collega’s graag. ‘Je hebt toch een band opgebouwd.’
De uitvaart
Andrea: ‘Hamads uitvaart was heel bijzonder. Iedere collega wilde erbij zijn en een aantal medecliënten wilden uit zichzelf een verhaal of liedje laten horen op de uitvaart, zo betrokken voelden zij zich bij Hamad. Ook over zo’n uitvaart denken we met de cliënt na, want anders blijft het giswerk naar wat iemand écht had gewild. We vragen: wat wil je aan, wat voor muziek moet er gedraaid worden en wil je gecremeerd of begraven worden?’
Andrea: ‘Sommige cliënten laten spulletjes achter. Ik heb een hele la vol pasjes, oude horloges en foto’s van cliënten bewaard. Als ik dit weggooi, dan is er helemaal niets meer van deze persoon op de wereld. Dus bewaar ik het, om mezelf aan hen te blijven herinneren.’
Papa, vertel eens
Heel soms laten cliënten nabestaanden achter. Zo was er de Turkse meneer A., zoals Eline en Andrea hem noemen. Hij had keelkanker. Eline: ‘Hij had een zoontje van 2 jaar oud, de moeder was niet beeld. We zagen hem verslechteren. Ik heb daarom met A. een boek ingevuld dat heet ‘Papa, vertel eens’. Daarin schrijf je herinneringen op over kindertijd, verliefd zijn en noem maar op, maar het was heel lastig voor hem om daar iets over te vertellen. Want wat vertel je over je leven als het er zo uit heeft gezien, verslaafd, dakloos, als je onrecht is aangedaan? Wat wil je dat je zoon weet?’
Toch maakte de aandacht voor die vragen dat hij íets heeft kunnen vertellen, waar zijn zoon misschien later wat aan heeft. Eline: ‘Medische zorg bieden is essentieel, maar dat is evengoed de aandacht voor dit soort immateriële zaken.’
Niet afpakken
Dak- en thuisloze mensen moet je niet willen veranderen in hun laatste levensfase. Zo zijn ze soms al twintig jaar verslaafd, aan bijvoorbeeld cocaïne, vertellen Eline en Andrea. ‘Ga je dat dan in die laatste weken verbieden? Dat zou de reguliere zorg waarschijnlijk wel moeten doen. Wij gedogen het in bijzondere gevallen – ook al gaat dat tegen de regels in. Hoe? We zetten de cliënt in de rolstoel, rollen hem naar buiten, zetten hem op een vaste hoek van de straat en laten hem daar een half uurtje een frisse neus halen, de dealer komt langs, even later rijden we de rolstoel terug en parkeren de man in zijn badkamer en laten hem even zijn gang gaan. Ja, dat gebeurt soms. Als je weet dat iemand gaat sterven, heeft het geen zin om dit nog te verbieden. Dit is onderdeel van wie zij zijn.’
Sociaal werkers
Voor Andrea en Eline is het werk van hun sociaal werkers onlosmakelijk verbonden aan de zorg die zij geven. Andrea: ‘Sterker nog, we kunnen niet zonder elkaar. We nemen drie op de tien mensen onverzekerd op, ook al zijn er dan nog geen enkele randvoorwaarden om zorg te kunnen leveren.’ Eline: ‘Woensdagavond was er bijvoorbeeld nog iemand bij ons opgenomen via de straatdokter. De man sliep buiten en had ontstekingen aan zijn benen. De sociaal werker gaat de volgende dag het gesprek aan en stelt vragen als: “Wie bent u?” “Hebt u een paspoort?” Dan gaat hij of zij de persoon met spoed inschrijven, met spoed verzekeren, een DigiD, inkomen en een woonpas aanvragen. Die maatschappelijke zaken moeten ook geregeld zijn om überhaupt zorg te kunnen krijgen, ons werk te financieren, en ook om weer uit zorg te kunnen stromen naar een gepaste woonvorm.’
Financiering
De Herstel- en Verpleegafdeling van CVD Havenzicht kan niet blijven drijven op geld uit de zorgverzekering alleen. ‘Gelukkig hebben we ook nog onze straatdokter Marcel Sloeters, die veel aandacht vraagt in de media en online voor deze kwetsbare mensen. Mede dankzij hem kunnen we met subsidie ook de laatste wensen van de dak- en thuislozen die gaan sterven uitvoeren.’
De grootste les die Andrea en Eline leerden van het werken met dak- en thuisloze mensen? ‘Dat we iedere dag opnieuw moeten beginnen, met een schone lij om de cliënten in zorg te houden, in plaats van dat zij “moeten” afhaken omdat ze zich niet aan de vele regels kunnen houden. Dat is wat werkt voor onze cliënten en ook voor ons. Iedere dag krijgt iemand een nieuwe kans, hoe rot diegene gisteren ook deed.’
Eline: ‘We hebben vaak te maken met veel weerstand, frustraties, teleurstellingen en dit wordt vaak geuit naar het verpleegteam, die worden wel eens uitgescholden. In de meeste gevallen zijn wij ook de enigen die om hen heen staan. Vaak is een luisterend oor bieden de oplossing. Zo niet, moet iemand even “afkoelen” en beginnen we daarna weer opnieuw.’
Zie de hele mens
Je moet dus wel uit bepaald hout gesneden zijn om hier te kunnen werken. Andrea: ‘Je moet naast alle protocollen en regels continu maatwerk leveren. Soms botst dit met elkaar en moet je handelen naar bevind van zaken. Het team overlegt daarom ook vaak met elkaar. Als je wilt werken volgens vaste regels en structuren, is werken op de Herstel- en Verpleegafdeling waarschijnlijk niet iets voor jou. Om dat maatwerk te leveren, moet je naar de hele mens willen kijken.’
Andrea en Eline en hun collega’s willen niet hun cliënten veranderen, zodat zij in de zorg passen, maar zij passen de zorg aan op de behoeften van dak- en thuisloze mensen. Deze mensen mogen hier komen zoals ze zijn en krijgen de zorg die ieder mens verdient, ondanks imperfecties.
Het lied van John Legend galmt nog na in mijn hoofd. Ineens hoor ik hoe toepasselijk de tekst is: All of me, loves all of you. Love your curves and all your edges, All your perfect imperfections. Ik wil het de zanger vertellen, hoe toepasselijk zijn lied is. Maar eenmaal buiten, zijn zowel de man als het kind verdwenen.
Lees ook: ‘Mensen die dak- of thuisloos zijn: soms negen levens, soms opeens overleden’