Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Een goed gesprek met emotionele mantelzorgers: ‘Oefen in onverschrokken zeggen wat je bedoelt’

Gesprekken met mantelzorgers zijn vaak heel teer. ‘Het zijn zulke emotionele situaties. Daar moet je als hulpverlener in kunnen meebewegen op een stevige, betrouwbare manier’, vertelt Froukje Weidema, dialoog-expert en ethicus. Zij deelt praktische tips over hoe je als hulpverlener een goed gesprek voert. Zo is  de opening van een gesprek al essentieel.
Froukje Weidema is dialoog-expert en schreef het Luisterboek. Een boek dat je de oren opent. Foto Patricia Rehe

‘Deze mevrouw heeft het al zo zwaar met haar man. Laat ik nou maar een beetje doen alsof ik het enigszins met haar eens ben. Ze zal mijn advies straks vast wel prima vinden.’ Of ‘De kinderen van deze meneer hadden wel wat eerder naar het wijkteam kunnen bellen. Dan had hij zich niet zo lang eenzaam hoeven voelen.’ Twee gedachten die zomaar door je hoofd kunnen schieten als je met mantelzorgers praat. Zelfs al ben je de meest geduldige sociaal werker. Oordelen hebben we allemaal.

We moeten in een gesprek dit soort gedachten en gevoelens vooral niet willen negeren, zegt dialoog-expert en ethicus Froukje Weidema. ‘We weten allemaal: als je niet aan roze olifanten mag denken, zie je overal roze olifanten. Zo werkt het ook met de oordelen die we in ons hebben. Als je tegen ze gaat vechten, raak je juist bezet door dat waar je niet aan mag denken. Zodra je bezet wordt door een gedachte die er niet mag zijn, stopt je vermogen om te luisteren en vragen te stellen.’

Oordeel in de bek kijken

Het is dan ook heel verstandig om je eigen oordeel in de bek te kijken, zegt Weidema. ‘Wat staat mijn luisteren in de weg? Waardoor worden mijn vragen gekleurd? Wat gebeurt er in het gesprek waardoor het stekelig gaat aanvoelen? De discipline van de dialoog vraagt van de deelnemers om daar eerlijk en openhartig naar te kijken, zodat het gesprek zich al doende kan vormen en de deelnemers mét elkaar spreken, in plaats van tégen elkaar.

In het geval van dilemma’s in het dagelijks werk ontkomen we niet aan de dialoog. Omdat we immers geen goed antwoord weten, moeten we samen onderzoeken, in plaats van elkaar overtuigen van het eigen gelijk. Zo’n dilemma-gesprek is dan ook een soort oefenplek voor de dialoog.’

Zonder focus geen gesprek

Weidema publiceerde in 2024 haar ‘Luisterboek’. Een boek over luisteren, dat begint met het belang van focus in een gesprek. Zonder focus is een gesprek – zeker een emotioneel gesprek zoals met mantelzorgers meestal het geval is – bijna onmogelijk. Het boek bevat onder andere praktische oefeningen om deze focus in het gesprek te houden. Op 30 september geeft ze een lezing op het congres Samenwerken met de mantelzorger. De lezing is getiteld ‘de kunst van de dialoog’.

Weidema zal op het congres uitleggen hoe je met een krachtige focus een krachtige dialoog kunt voeren. De opening van een gesprek is daarvoor essentieel. Gaat het over de vraag of iemand met dementie een gps-systeem kan krijgen, begin dan bijvoorbeeld met iets als: ‘Goedemiddag mevrouw Miedema, wat fijn dat u hier bent. Vandaag moeten we het met elkaar hebben over uw vraag of er een gps-systeem moet komen voor uw man. Het is heel belangrijk dat we het daarover hebben, dat liet u ons al eerder weten, dus laten we dat eens samen onderzoeken. Als het om de vraag naar dat GPS-systeem gaat, kunt u vertellen welke situatie u meemaakte dat u dacht: ‘dit een noodzakelijke stap’? Je houdt daarmee voortdurend de focus bij dat gps-systeem, terwijl je tegelijkertijd aandacht hebt voor de behoeften van de mantelzorger.’

Maak het concreet

Om de mantelzorger beter te begrijpen in zijn of haar behoefte, zijn concrete vraagstellingen belangrijk. Dus bijvoorbeeld: ‘Kunt u eens een moment beschrijven waarop u dacht, ja mijn man moet een gps-systeem hebben?’ Zo kun je steeds verder doorvragen: wat voelde iemand op dat moment, wat gebeurde er precies waardoor diegene tot deze vraag kwam. ‘Dan heb je een ingang om mee te denken met de mantelzorger. Zonder dat je zomaar meteen daadwerkelijk een gps-systeem aanreikt. Het is altijd verstandig, als eerste stap naar de concrete situatie, om te vragen naar een moment waarop de mantelzorger dacht, dit is nodig.’

Dialoog-expert en ethicus Froukje Weidema spreekt op 30 september op het congres Samenwerken met de mantelzorger. Haar lezing gaat over de kunst van de dialoog. Voor het programma van dit congres en kaarten, zie samenwerkenmetdemantelzorger.nl.

Soms komt een mantelzorger met een vraag naar jou toe en weet je nog niet precies wat je kunt verwachten. Je kunt dan gerust vragen wat voor soort gesprek diegene wil. Wilt u uw verhaal kwijt? Wilt u mijn advies? Wilt u een conflict bespreken? Krijg je het gevoel dat het gesprek afdwaalt naar een ander onderwerp, breng dan de focus rustig weer terug, gaat Weidema verder. ‘Dat wat u daar zegt, of die vraag die u heeft, wat heeft dat te maken met dat gps-systeem voor uw man?’

Vier de verschillen

Soms blijkt in de dialoog dat de mantelzorger een andere keuze wil maken dan jij als sociaal werker. Die verschillen direct overbruggen is niet wat een goede dialoog vraagt, het gaat erom de verschillen te vieren, zegt Weidema. ‘Dat is wel de reflex die vaak als eerste op tafel komt: geduldig aanhoren om vervolgens via de achterdeur proberen de mantelzorger van een eigen idee te overtuigen. En natuurlijk kun je wel zakelijke en professionele beslissingen nemen, maar het is wel belangrijk ruimte te geven aan de mantelzorger.’

Ze geeft een voorbeeld van een vraag die je kunt stellen. “Kunt u eens in uw eigen woorden aangeven wat volgens u het grootste verschil is tussen hoe u naar de situatie kijkt en hoe ik naar de situatie kijk?” Daarmee geef je én ruimte aan de mantelzorger, én krijg je een glashelder beeld van waar het gesprek stagneert, zegt Weidema. ‘Zo krijg jij materiaal om de volgende stap te maken. En soms is het dan verstandig om open je expertise op tafel te leggen. Ook dat kan afgestemd en vriendelijk. “U wilt nu deze keuze maken en mijn expertise fluistert mij in dat het ook verstandig is om nog even te wachten. Ik wil tegelijk ook graag tegemoetkomen aan uw zorgen. Kunnen we daar samen naar kijken, zodat we beiden gerust zijn over deze situatie?”

Gebruik zo min mogelijk franje

Weidema geeft nog een advies: gebruik zo min mogelijk franje. Dat gebruiken mensen heel veel als ze praten, illustreert ze met een voorbeeld. ‘Denk maar aan het moment dat je een collega feedback geeft. “Ik wilde het toch eens met je hebben over, weet je nog laatst, het ligt misschien meer aan mij dan aan jou hoor, en je moet het zeker niet persoonlijk opvatten, het is verder niet zo belangrijk hoor, maar…” En zo kan iemand nog heel lang doorpraten, en weet je eigenlijk nog niet wat iemand echt wil zeggen.’

Datzelfde doen stopwoordjes. Die bevatten vaak vooronderstellingen die iemand niet uitspreekt, maar er wel zijn. Denk maar aan het verschil tussen de zin: ‘ik wil het er met je over hebben’ of: ‘ik wil het er toch met je over hebben’. Dan is er van alles te ontdekken onder dat woordje ‘toch’. Daarom hoef je zeker niet met stopwoordjes te stoppen, benadrukt Weidema, want ze geven kleur aan je eigen manier van spreken. Maar als je ze opmerkt en je vraagt erop door, dan krijg je veel helderheid. 

Haar boodschap is: maak jouw eigen boodschap niet onvindbaar. ‘Hoe meer woorden, hoe moeilijker je te begrijpen bent. Maar we hebben onszelf inmiddels aangeleerd om zo voorzichtig te zijn, dat we nauwelijks nog te begrijpen zijn. Dus oefen een beetje in onverschrokken zeggen wat je bedoelt, en je spreken verheldert onmiddellijk.’

Ethische reflectie

Weidema gunt het sociaal werkers, en natuurlijk ook alle andere hulpverleners, dat ze ruim de tijd krijgen voor ethische reflectie. Want vóór je met een mantelzorger gaat praten, heb je waarschijnlijk al allerlei gevoelens en gedachten. Maar kloppen die eigenlijk wel? Gesprekken met mantelzorgers zijn vaak heel teer, weet ook Weidema. ‘Het zijn zulke emotionele situaties. Daar moet je als hulpverlener in kunnen meebewegen op een stevige, betrouwbare manier. Dat bepaalt niet zelden hoe de zorg of hulp uiteindelijk wordt ervaren. In een overlijdensadvertentie wordt immers ook niet bedankt voor “technische zorg”, wel voor “liefdevolle zorg”.’

Natuurlijk is een goede relatie met de naasten van je cliënt heel waardevol. Maar wat als familieleden van de cliënt druk op jou uitoefenen en onrealistische verwachtingen hebben? Hoe geef je duidelijk je grenzen aan, zonder de vertrouwensrelatie met mantelzorgers te beschadigen? Lees in dit premium artikel over een lastig dilemma: wat doe je als mantelzorgers jou opeisen?

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.