Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Sociaal werker zit op goud

Met Mellouki Cadat en Marise Bout stond ik die avond in oktober verwonderd rond te kijken. Om ons heen zagen we een dikke tweehonderd mensen hun ervaringen met online buurtcommunities delen. Initiatiefnemers, bewoners, studenten, geïnteresseerden. Een gegons van jewelste klonk door de gangen van het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger.
Sociaal werker zit op goud

De vorige keer blogde Hans over de angst die regeert >>

‘Wij zijn hiervan de pioniers’, fluisterde Mellouki. En hij had een punt. Kort daarvoor had Marise al teruggekeken naar 2009. Ongeveer in die tijd leerden wij drie elkaar kennen. Ik was toen nog opbouwwerker en ontwikkelde mijn online interesse. Internet speelde pas kort rol in het sociaal domein. Bij het begrip community dacht de meerderheid aan de ABCD methode die uit Engeland was overgewaaid.
Nu, op deze avond, leek 2009 een eeuwigheid geleden. Maar wat was het gaaf om te zien dat er nu zo veel gedaan wordt om sociale verbanden te leggen, te behouden en te verdiepen. In lokale en landelijk groeiende online buurtcommunities. Met bewoners die zelf het initiatief nemen hun stad of dorp(-en) leuker te maken. Die vraag en aanbod van spullen, kennis, geld, contacten en hulp/zorg met elkaar delen. En die dit al ver voor de participatiemaatschappij van onze Koning zijn gaan doen.

Instituties als overheden en maatschappelijke organisaties spelen in dit verhaal hooguit een kleine rol. Sterker, ze worden hier en daar gewantrouwd en er buiten gehouden. Omdat de ervaring leert ‘dat professionals de boel over willen nemen’. En ‘Wij zijn de deskundigen,’ hoorde ik die avond een paar keer. Niet die ambtenaar op het stadhuis die niet eens in die plaats woont, of die professional die na 17.00 uur weg is uit de wijk.

Hier zijn gewone mensen de grote sociale trends ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ en ‘Er op af!’ links en rechts aan het inhalen. Ze zijn op eigen wijze en eigenwijs het sociale domein opnieuw vorm aan het geven. Bottum up.

Wat betekent dat eigenlijk voor de sociale sector? Ik lees momenteel het net verschenen boek Digital Transformation van Jo Coudron en Dado van Peteghem. De rode draad is deze: de digitale transformatie van onze samenleving en onze organisaties is niet te ontkennen. Alles wat we kennen gaat veranderen onder invloed van technologie. Die is verstorend voor de oude situaties (= disruptive). En .. wat is dan daarin jouw positie nu en straks? En wat is de positie van de organisatie waar jij nu (nog) in werkt?

Door voortschrijdende technologie verdwijnen banen en komen nieuwe, nog onbekende functies terug. Neem bijvoorbeeld de discussie over de robots. Het lijkt er op dat dit ook voor het sociale domein geldt. Ik ben benieuwd of en hoe de sector zich gaat verhouden tot door technologie mogelijk gemaakte disruptive initiatieven. Die we nu al volop om ons heen zien!

Hoe meer online platformen zoals buurtcommunities, hoe minder welzijnswerkers en zorgverleners nodig zijn? Hoe meer social enterprises, hoe minder gevestigde sociale organisaties nodig zijn? Mensen verbinden zich toch zelf wel aan elkaar, stellen zelf maatschappelijke doelen en regelen zelf hun zaakjes.
Einde oefening voor de sector dus? Nog niet. Het is nog niet te laat. Ondanks dat ook ik hier als voormalig professional moest incasseren, vond ik het die bewuste avond geweldig!

Veel initiatieven zoeken juist samenwerking met lokaal bekende sociale professionals. Die hebben immers hele goede netwerken. De verhouding is wel anders. Nu worden professionals door bewoners getraind, in de omgang met de sociale online platformen van die bewoners. Zo leren ze van elkaar.

In gesprekken met initiatiefnemers en online community managers over hun taken en aanpak hoorde ik de waarden van welzijnswerkers terug. Naast en met bewoners, niet iets overnemen of doodknuffelen, niet gestuurd op te behalen beleidsdoelen, ook niet ‘op je handen zitten’ maar luisteren naar wat gewenst is, ondernemen, verbinden, borgen, actief en betrokken samen dingen tot stand brengen.

Tijd voor omdenken dus (excuseer me voor dit modedingetje). Ik zou alle sociaal werkers en stafmedewerkers willen adviseren aansluiting te zoeken bij lokale buurtplatforms en te onderzoeken hoe en waar je elkaar kunt versterken.

Ik zou verder willen adviseren het scholingsbudget voor 2014, 2015 en 2016 te steken in trainingen online community management en social media management. Want je weet het misschien niet, maar je zit als sociaal werker met je vaardigheden in netwerken, in verbinden, in bruggen slaan en in activeren op goud. Nu alleen nog ‘even’ dat online kunstje leren en je stoomt mee in de vaart der volkeren!

Succes!

Mijn persoonlijke aantekeningen van de avond in Pakhuis de Zwijger kun je teruglezen op: http://www.welzijn30.nl/buurtcommunities-6-online-platformen-mijn-aantekeningen/

Een verslag van die avond op basis van tweets vind je hier:

http://www.cncptmkr.nl/2014/10/online-platforms-voor-buurtcommunities/

Vorig artikelWeerstand tegen maatschappelijk werk
Volgend artikelPuber over later: Boeie!
Hans Versteegh (1969) is social media trainer en business-coach voor sociaal werkers, die worstelen met de professionele inzet van online media. 'Social media hebben mijn professionele isolement doorbroken'. In zijn 25 jaar als sociaal werker ontdekte hij al de voordelen van social media toen niemand daar nog mee bezig was. Zoals kortere lijnen met bewoners, collega’s en ketenpartners, grotere zichtbaarheid en netwerkcontacten warmer houden. Uiteindelijk leidde dit tot zijn eigen bedrijf, Welzijn 3.0. Hij heeft inmiddels vele sociaal werkers getraind en gecoacht en is betrokken bij verschillende innoverende initiatieven en samenwerkingsverbanden in welzijn, sociaal wijkteams, online hulpverlening en hoger onderwijs. Zijn thema’s: social media, ondernemend werken, profileren, digitale kloof en innovatie.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.