Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Beleid werkt sociale inclusie tegen

‘Participatie op gelijke voet’ is het doel van de Wmo en het VN-verdrag. De wijk is een belangrijke plek om dit vorm te geven. Er wordt dus veel verwacht van de wijk als plek, bijvoorbeeld bij sociale inclusie van mensen met een beperking. Maar draagt al het beleid daar wel aan bij? Sociaal Bestek zocht het uit.
Illustratie: Maaike Borsboom

Het bevorderen van sociale inclusie van mensen met een beperking is een complex vraagstuk. Professionals uit de welzijnssector, de gehandicaptensector en de geestelijke gezondheidssector dienen samen te werken om sociale inclusie te bevorderen, maar hebben verschillende oriëntaties die lastig te combineren zijn. En waar het voorheen gebruikelijk was dat mensen met een beperking aan aparte voorzieningen deelnamen, wordt nu verwacht dat ze aan reguliere voorzieningen deelnemen, zoals aan activiteiten in wijkcentra. Tegelijkertijd wordt gestimuleerd dat mensen met een beperking zo veel mogelijk zelfstandig wonen in de wijk. Bij participatie op gelijke voet is het ook van belang dat wijkbewoners met een beperking kunnen participeren in inspraak op het gebied van wonen in de wijk, zoals huurdersbelangenorganisaties of wijkraden. Dit vraagt een omslag van alle betrokkenen.

Meedoen

De wijk biedt verschillende mogelijkheden om sociale netwerken te vormen. Bewonersgroepen die actief zijn in de wijk, bieden mogelijkheden om mee te doen in verschillende sociale rollen. Denk daarbij aan een bezoeker van een grote eenmalige activiteit, vaste deelnemer aan bijvoorbeeld een eetclub of een vrijwilliger die meehelpt bij het organiseren van een activiteit of meedenkt over plannen voor de wijk. Ook andere sociale rollen dragen bij in het vormen van sociale netwerken, zoals de rol van buurman of buurvrouw en de rol van informeel maatje. De diversiteit van sociale rollen laat zien dat er veel mogelijkheden zijn om mee te doen in de wijk. Een belangrijke voorwaarde om mee te kunnen doen is je thuis voelen in een wijk. Als de wijk geen fijne plek is om te wonen heeft dat een grote impact op het dagelijkse leven en het vormen van sociale netwerken.

Uitsluiting

De meeste mensen met een beperking, voelen zich thuis in de wijk waar ze wonen. Bij een klein deel van de wijkbewoners met een beperking vormt de wijk zelf echter een belemmering voor sociale inclusie. Dit komt naar voren in het promotieonderzoek van Annica Brummel. Bij deze personen was sprake van meerdere belemmeringen op zowel persoonlijk vlak als de omgeving van de wijk. Ze hadden bijvoorbeeld te maken met persoonlijke, negatieve ervaringen in of rond de eigen woning, zoals genegeerd worden, vernieling aan de woning, persoonlijke bedreiging of lichamelijk geweld. De negatieve ervaringen in de woonomgeving belemmerden wijkbewoners om diverse sociale rollen zoals buurman of vrijwilliger te vervullen.


‘Zelfredzaamheid is een norm waaraan de burger moet voldoen, wil hij deel kunnen hebben aan de inclusieve samenleving. Terwijl iedereen weet dat dit lang niet voor alle burgers geldt.’ Dat zegt de Nationale Ombudsman. Lees meer >>


Belemmeringen van woonbeleid

Verhuizen kan een optie zijn om zo in een wijk te gaan wonen waar je je beter thuis voelt. Maar voor de meeste mensen was verhuizen geen reële optie op korte termijn. Dit had te maken met het reguliere woonbeleid waar lange wachttijden gelden. Daarmee vormde woonbeleid een structurele belemmering waardoor wijkbewoners langer dan goed voor hen was in een ongewenste situatie bleven. Dit zorgde dat mensen zich niet thuis voelden en het versterkte bijvoorbeeld eenzaamheid.

Negatieve impact

Beleid kan dus (onbedoeld) een negatieve impact hebben op sociale inclusie. Om participatie op gelijke voet te bereiken voor mensen met een beperking is het dus niet alleen van belang om naar integrale samenwerking tussen zorg en welzijn te kijken, maar ook naar consequenties van beleid in aanpalende sectoren. Bij woonbeleid zijn onder andere woningbouwcorporaties en gemeenten betrokken, bijvoorbeeld bij toewijzingsbeleid of huisvestingsplannen. Het is daarom van belang om de gevolgen van beleid lokaal, in het alledaagse leven van mensen met een beperking, te beoordelen.

Onbedoelde effecten

De capability benadering, een theoretisch kader dat gericht is op menselijke ontwikkeling, de kwaliteit van leven van een individu en de evaluatie van de samenleving als geheel, kan als kader gebruikt worden om na te gaan wat op individueel niveau de bedoelde en onbedoelde effecten zijn van beleid. Per beleidsmaatregel kan getoetst worden welke gevolgen dat heeft op menselijke ontwikkeling. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden met behulp van levensverhalen van mensen met een beperking. Voor het toetsen van beleid kan een analyse gemaakt worden van het levensverhaal met behulp van de lijst met tien centrale capabilities voor een menswaardig leven van Nussbaum.

Inzichtelijk

Sociale inclusie in de wijk kan gezien worden als belangrijke voorwaarde voor kwaliteit van leven en zou daarom permanent hoog op de agenda van sociale wijkteams, zorginstellingen en gemeentebeleid moeten staan. Voorbeelden van gebrek aan sociale inclusie in de wijk laten zien dat dit grote gevolgen kan hebben voor kwaliteit van leven en dat de behoefte aan zorg toeneemt. Sociale inclusie, oftewel participatie op gelijke voet als anderen, is niet voor niets een belangrijk doel in het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking. Dit verdrag is in 2016 door Nederland geratificeerd en bovenstaande aanbevelingen kunnen een manier zijn om de ongelijkheden inzichtelijk te maken waar dit verdrag een einde aan wil maken. Het helpt dus om richting te geven hoe we het VN-verdrag waar kunnen gaan maken. Sociale verbinding in de wijk heeft voor iedereen een andere betekenis, maar moet voor iedereen bereikbaar zijn.


Lees het hele artikel in Sociaal Bestek van februari/maart >>

 

 

 


 

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.