Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Traditionele welzijnstaken ter discussie op Welzijnsdebat

Het sociaal werk kan naar een hoger niveau getild worden en de welzijnswerker moet hulp leveren in de leefwereld van de cliënt. Dat stellen prof.dr. Jo Hermanns en prof. dr. Hans van Ewijk tijdens het Welzijnsdebat: ‘De welzijnswerker als essentiële schakel’ in Soesterberg.
Traditionele welzijnstaken ter discussie op Welzijnsdebat

Door Alexandra Sweers – Een belangrijk deel van de burgers kan niet goed deelnemen aan de samenleving, zegt prof.dr.Jo Hermanns, hoogleraar opvoedkunde. Hij beet donderdag het spits af op het welzijnsdebat. Tijdens zijn betoog stelde hij de vraag of de traditionele welzijnstaken wel zo productief zijn.

Weglopen

‘Bij opvoedingsondersteuning leren ouders hoe ‘wij’ – de samenleving – kinderen opvoeden. Volgens Hermanns met gebruik van het boekje met klassieke idealen. ‘Maar in grote steden zou het wel eens contraproductief kunnen werken. Dan is het in risicosituaties voor een kind misschien wel beter om weg te lopen in plaats van te onderhandelen volgens de Triple P methodiek.’

Hockeyclubs

De ‘Wij gaan het probleem wel oplossen’- houding van het welzijnswerk kan volgens Hermanns juist leiden tot segregatie. ‘Er gaat extra geld naar voetbalclubs om allochtone jongeren te ondersteunen, maar niet naar hockeyclubs. De subsidie voor voorscholen leidt er binnen notime toe dat er zwarte en witte peuterspeelzalen ontstaan. En heel luguber: de vechtsportscholen voor allochtone risicojongeren creëren weer een aparte groep die geweld als probleemoplossing ziet.’

Betutteling

Ondanks de beste bedoelingen van de professional, moet worden voorkomen dat groepen geïsoleerd worden in sociale voorzieningen stelt Hermanns. Het is zaak de afstand tussen de burger en de samenleving te overbruggen. En wel zoveel mogelijk in de leefwereld van de burger in plaats van in instellingen, vindt Hermanns. ‘Dat vraagt om een cliëntgebonden aanpak. Een plan maken samen met de cliënt, dat leidt tot het gebruik van bestaande voorzieningen, zodat de cliënt zelf greep kan krijgen op het eigen functioneren.’ Bemoeizorg en betutteling zijn dan niet erg, aldus de hoogleraar.

Boot

Prof. dr. Hans van Ewijk, lector Sociaal Beleid, Innovatie en Beroepsontwikkeling, schetste de ontwikkelingen in het sociaal werk en hield een pleidooi voor een hoog opgeleide leadprofessional. ‘Willen wij meegaan met de ontwikkelingen dan moet het niveau van de professional hoger. In het buitenland wordt er op sociaal terrein al veel op universitair niveau verankerd. Nederland mist daar echt de boot.’

Schakel

Volgens Van Ewijk moet de leadprofessional de schakel worden tussen de leefgebieden van de cliënt. ‘De verbindingen maken tussen systemen als opvoeden, zorg en veiligheid is de kernopgave voor de sociale professionals. Zij zijn de schakel van de ketting, dat vergt echt een universitair niveau. Je toch echt veel kennis in huis hebben. De kralen van de ketting, de uitvoering van activiteiten in zorg en welzijn, werken goed op mbo-niveau.’

Lees meer artikelen in het dossier Welzijnsdebat 2009

Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.

2 REACTIES

  1. Hoe belangrijk ook, een integrale aanpak van de bestaande problemen lijkt hier niet de oplossing. Ook het inzetten van (nog) hoger opgeleide welzijnswerkers zal mogelijk niet leiden tot de gewenste resultaten.
    Accepteer een zekere verscheidenheid en ook individuele uniciteit in een niet maakbare samenleving en tracht kansarmen bij die samenleving te betrekken door hen gericht te stimuleren.
    Onderwijs, gericht op het verwerven van kennis van de Nederlandse taal (gemeenschappelijk hulpmiddel) biedt mogelijkheden om te komen tot de essentiële onderlinge communicatie.
    Misschien leidt dit zelfs tot een versterking van “het erbij willen horen” in de vorm van een nieuw nationaal gevoel.
    Toegankelijkheid van en deelname aan activiteiten (op het niveau dat men wil en kan) kan helpen een plekje te veroveren binnen de samenleving als geheel.

  2. Lees alle reacties
  3. De inleidingen van de twee professoren waren voor mij erg inspirerend. De rest van het programma heb ik dan maar overgeslagen. Bevreesd voor het effect dat het kon hebben op mijn geinspireerd gevoel.
    Dit gevoel leidde ook tot de volgende conclusie.
    Welzijnswerkers zouden bij de bejegening van / in hun verhouding tot clienten, vrijwilligers en collega’s zich ietwat nederig mogen opstellen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.