Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Terugblik op ‘De Sociale Agenda 2002-2006’ over toekomst van het welzijnswerk: De wereld achter de onveiligheid

Herstelt de overheid het contact met de burger succesvol? De burgers lijken daar, gelet op de laatste landelijke en gemeenteraadsverkiezingen, weinig vertrouwen in te hebben. Maar argwaan voor bureaucratische instanties kan wel degelijk omslaan in vertrouwen. Dat bleek tijdens de vorige maand belegde conferentie 'De Sociale Agenda 2002-2006' over de toekomst van het welzijnswerk. Zorg + Welzijn licht er een workshop uit.

Al jarenlang zijn thema’s als wantrouwen van burgers

in de overheid, een te grote afstand tussen burgers en politici, angst voor

criminaliteit en voor een tekortschietende integratie van allochtonen in de

Nederlandse samenleving onderwerp van discussie op sociale conferenties. En al

jaren pleiten inleiders vaak voor radicale veranderingen. Ook wekken zij vaak de

indruk dat professionals in het welzijnswerk maar wat aan rotzooien. Op hun

beurt vinden de professionals dat de inleiders de praktijk niet echt kennen.

Vaak is de kloof tussen theorie en praktijk groot, zodat onduidelijk blijft hoe

die veranderingen in de praktijk moeten worden gebracht. De professionals mengen

zich maar niet in de discussies en horen met verveelde gezichten de lange

pleidooien aan.

Ook tijdens de inleiding van de conferentie ‘De Sociale Agenda 2002 –

2006′ van het NIZW, de RMO, het Verwey-Jonker Instituut en Forum werd gesteld

dat het roer radicaal om moet. In de workshops – waarin projecten centraal

stonden – werd dat concreet gemaakt. Zo ook in de workshop ‘Veiligheid en

professionals’ waarin Lodewijk Gunther Moor, directeur van Stichting

Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP) een presentatie verzorgde van een

project waarin de politie en welzijn nauw en succesvol met elkaar

samenwerken.

Onverschilligheid

De SMVP heeft samen met het Landelijk Centrum Opbouwwerk (LCO) het

landelijk experiment ‘sociale veiligheid door sociale zelfredzaamheid van

burgers’ opgezet. Inmiddels is de term zelfredzaamheid vervangen door

‘zelfwerkzaamheid’ om de actieve opstelling van de burger extra te benadrukken.

In Arnhem, Delft, Deventer, Emmen, Leiden, Rotterdam, Utrecht en Zwolle hebben

de politie en het welzijnswerk de handen ineengeslagen en koppels gevormd van

wijkagenten met opbouwwerkers of jongerenwerkers. Ze trekken als duo de wijk in

en soms sluiten professionals van woningcorporaties zich bij hen aan. ‘Steeds

blijkt weer dat door de persoonlijke benadering van deze ‘wijkwerkers’ de

argwaan tegen bureaucratische instanties verandert in vertrouwen,’ vertelde

Gunther Moor. ‘We ontdekten hierdoor ook dat achter de problemen van

leefbaarheid en veiligheid vaak een veel fundamenteler probleem zit verscholen.

Bewoners voelen zich aan de kant gezet. Ze zijn het slachtoffer van

bureaucratische onverschilligheid. Dat wil niet zeggen dat leefbaarheid en

veiligheid geen problemen zijn, maar er is meer aan de hand dan wij in onze

naïviteit dachten.’

De tijd dat de politie zich vooral concentreerde op boeven vangen en

inbraakpreventie is voorbij. Zonder de medewerking van welzijnsorganisaties,

woningcorporaties en de burger zelf kan de politie weinig uitrichten. ‘Doel is

het vermogen van mensen te vergroten bij het vinden van een antwoord op wat zij

als onveilig ervaren,’ aldus Gunther Moor. ‘Dat betekent onder meer het leren

omgaan met potentieel bedreigende situaties, een ruzie beslechten voordat de

zaak escaleert, graffiti verminderen door de daders op hun gedrag aan te

spreken, een ontmoetingsplaats voor jongeren regelen, conflictbeheersing tussen

verschillende groepen wijkbewoners, gezamenlijk werken aan de afsluiting van

achterpaden en brandgangen – waardoor men zich veiliger gaat voelen – voorkomen

van vervuiling en verloedering, ga zo maar door. Allemaal zaken die de

wijkwerkers samen met de bewoners aanpakken. Hoe meer zelfvertrouwen en sociale

vaardigheden bewoners hebben, hoe beter ze in staat zijn zelf bedreigende

situaties aan te pakken.’

Bij zelfredzaamheid gaat het echter niet alleen om zelfbescherming,

‘maar ook om het bevorderen van gemeenschapszin, om het gevoel van saamhorigheid

en om het overbruggen van tegenstellingen. Kortom, mensen bewust maken van het

feit dat zij hun eigen leefsituatie in positieve zin kunnen beïnvloeden.’

Geen blauwdruk

Gunther Moor is zeer enthousiast over de tot nu toe behaalde

resultaten. ‘In de wijk De Bargeres in Emmen gaan Nederlanders, die voorheen

tierden over allochtonen, nu bij hen op de koffie. Autochtone Malburgers

(Arnhem), die eerst vooral scholden op de komst van een moskee in de wijk,

werven nu buitenlanders voor een comité dat zich in gaat zetten voor het

afsluiten van achterpaden. In de Driebergerbuurt in Deventer, die het stigma van

ongeorganiseerdheid had, richt men nu een speciale bewonerscommissie. Deze

twintig leden tellende groep met een multiculturele samenstelling moet met de

gemeente en de woonstichting onderhandelen over de reconstructie van de buurt.

In Holtenbroek in Zwolle corrigeert oudere jeugd kinderen bij baldadig gedrag in

een gezamenlijk ingerichte speeltuin. Turkse winkeliers in de Rotterdamse

Slaghekbuurt corrigeren Marokkaanse jongeren zonder dat er ‘oorlog’ van komt. En

in diezelfde buurt ontstaan bewonersgroepjes die de buurt gezellig maken voor

jong en oud. Uit evaluatieonderzoek in Hillesluis in Rotterdam blijkt dat zowel

het aantal assistentie-aanvragen als het aantal aangiften van misdrijven

terugloopt en dat bewoners zich er veiliger voelen dan twee jaar geleden.’

De aanpak van het project ‘sociale veiligheid door sociale

zelfredzaamheid van burgers’ werkt echter alleen als de wijkwerkers aan drie

belangrijke voorwaarden voldoen. In de eerste plaats moeten ze er vanuit gaan

dat er geen blauwdruk voor deze aanpak is. Elke wijk of buurt heeft zijn eigen

kenmerken, problemen en mogelijkheden en daar moeten de wijkwerkers zo goed

mogelijk op inspelen. Ze moeten dus goed snappen wat er leeft. Niet achter

bureaus blijven zitten, maar de wijk ingaan en bekende gezichten voor de

bewoners worden. Ook de oplossingen die ze voor problemen aandragen, moeten

specifiek voor de wijken of betreffende bewoners zijn en in nauwe samenwerking

met die bewoners tot stand komen./Kees Neefjes

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.