Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Sociaal werkers kunnen digitale kloof verkleinen

Dat de tweedeling in onze samenleving steeds meer gaat schrijnen, daar kunnen we niet omheen. Movisie richt de spotlights op de eveneens zorgwekkende digitale kloof, en ontwikkelt handvatten voor sociaal werkers om die te helpen dichten.
Foto Pixabay

De digitale kloof, tussen mensen die wél en niet digivaardig zijn, verdiept zich in rap tempo. De tweedeling in de offline wereld en de digitale kloof werken bovendien op elkaar in, zegt Toine Broekhuis van Movisie. ‘Zit je aan de verkeerde kant van de digitale kloof, dan weet je niet de vruchten te plukken van alle mogelijkheden die het internet biedt. Daardoor mis je kansen in de offline wereld en raak je steeds verder achterop. Dat is een nare negatieve spiraal.’

Aan de verkeerde kant

Dat terwijl juist mensen in een kwetsbare positie, de mensen aan de verkeerde kant van de sociale kloof, extra veel baat kunnen hebben bij het effectief gebruiken van internet. Denk maar aan het zoeken naar een baan, naar vrijwilligerswerk of gezondheidsinformatie. En denk aan online mogelijkheden voor scholing of het onderhouden van nuttige sociale contacten.

Serieuze aantallen

Broekhuis werkt in het meerjarige project ‘Meedoen in de digitale samenleving’ aan het in kaart brengen van de problematiek van de digitale kloof én aan handvatten om die te helpen verkleinen. Het kennisinstituut baseert zich onder meer op het werk van Hartman-van der Laan en Versteegh. Het is een urgent vraagstuk, want het gaat om serieuze aantallen: 300.000 inwoners van Nederland zijn niet digitaal vaardig én laaggeletterd. En maar liefst 3,4 miljoen inwoners hebben onvoldoende digitale vaardigheden om zelfstandig overheidszaken te regelen.

Viertrapsraket

Een van de eerste producten die het project heeft opgeleverd, is de onlangs verschenen handreiking Dicht de digitale kloof. De handreiking is als een pdf te downloaden, maar ook in de vorm van een e-cursus te volgen. In de handreiking wordt de digitale kloof als een soort viertrapsraket uiteen geplozen: digitoerusting, digitoeleiding, digigebruik en digi-outcome. Deze benadering is gebaseerd op Van Deursen & van Dijk en laat zien hoe de tweedeling precies in elkaar steekt, en vooral welke treden er beklommen moeten worden om uit de kloof te komen.

Geen laptop of tablet

In eerste instantie ontstaat de kloof door het verschil in bezit van de hardware, vertelt Broekhuis. ‘Als je niet de goede apparaten hebt, dan mis je de sleutel om mee te doen aan de digitale samenleving. En dat geldt voor meer mensen dan je misschien denkt: zeventien procent heeft geen toegang tot een laptop of tablet.’

Ter sprake brengen

Op dit punt ziet Movisie een duidelijke rol voor sociaal werkers. Zeker hulpverleners die achter de voordeur komen kunnen het gebrek aan apparaten signaleren. ‘Als je ergens in een hoekje een verstofte pc ziet staan, dan kun je dat best ter sprake brengen. Soms is er geen geld voor nieuwe apparaten, maar het komt ook geregeld voor dat mensen het nut er niet van inzien.’

Digitale geletterdheid

En dat brengt hem bij het tweede aspect van de kloof, de digitoeleiding. ‘Als mensen wel apparaten hebben, maar ze niet vaardig genoeg zijn om hun apparaten te gebruiken, dan blijft de kloof net zo diep.’ Digitale geletterdheid is meerledig en gaat over basiskennis hebben van ICT, effectief informatie kunnen zoeken, mediawijsheid en basisbegrip hebben van hoe de technologie werkt.

Dezelfde problematiek

Sociaal werkers kunnen hier hun rol pakken om zelf uitleg te geven of om inwoners toe te leiden naar scholing. De bibliotheek is wat dit betreft een belangrijke samenwerkingspartner. Specifiek op het gebied van mediawijsheid kunnen sociaal werkers een belangrijke rol spelen, meent Broekhuis. Want in de online wereld speelt deels dezelfde problematiek als waar hulpverleners in de offline wereld met de inwoners aan werken.

Vaak anoniem

Als actueel voorbeeld noemt hij seksueel grensoverschrijdend gedrag. ‘Het is daarbij wel belangrijk om als sociaal werker de verschillen te kennen: in de offline wereld kun je als slachtoffer de ander persoonlijk aanspreken, maar in de online wereld is het vaak anoniem. Het is lastig daar iets tegen te doen.’ Dat vraagt een net iets andere insteek van de hulpverlener, stelt Broekhuis. ‘Behalve het open gesprek zonder vooroordelen over het internetgebruik, is het ook belangrijk om de slachtoffers te begeleiden naar online voorzieningen voor het verwijderen van bijvoorbeeld sexting of shaming berichten.’

Nut ervaren

De derde trede in de digitale kloof is die van het digigebruik. ‘Dat gaat erover’, legt Broekhuis uit, ‘dat mensen het nut moeten ervaren van het gebruik van de digitale mogelijkheden. Als mensen een cursus hebben gevolgd, dan weten ze hoe het moet. Maar als ze niet ervaren wat het gebruik van internet op kan leveren, dan doen ze er alsnog niets mee.’

Dubbelrol vervullen

Het gaat er dus om de geleerde theorie in de praktijk te brengen. Sociaal werkers kunnen daarbij helpen. Broekhuis denkt bijvoorbeeld aan een ouderenwerker die huisbezoeken aflegt. ‘Die kan naast de oudere gaan zitten en helpen met online aankopen doen. Daarbij kan hij een dubbelrol vervullen: helpen het nut te laten ervaren en en passant voorlichten over de risico’s.’

Offline-effect

Het vierde en laatste aspect, de digi-outcome, gaat over het offline-effect van online activiteiten. Die impact kan positief zijn, bijvoorbeeld als iemand online gezondheidsinformatie weet te benutten, vertelt Broekhuis. ‘Die persoon kan vinden wat de klachten kunnen betekenen, gaat daarmee naar een arts of regelt zelf een geneesmiddel en zo is het probleem sneller verholpen.’

Urgentie

De andere kant van dit verhaal is dat mensen die onvoldoende digivaardig zijn deze positieve effecten mislopen en daardoor kansen missen. Dat is de wisselwerking tussen de digitale en de sociale kloof die Broekhuis eerder al noemde. Die wisselwerking onderstreept nog eens de urgentie van de problematiek en daarmee de noodzaak dat sociaal werkers zich inzetten om de kloof te helpen verkleinen.

Digitaal vakmanschap

Een belangrijke voorwaarde om goed op de digitale vraagstukken in te kunnen spelen is dat sociaal werkers zelf voldoende digivaardig zijn en de mogelijkheden van online hulpverlening weten te benutten, ofwel: digitaal vakmanschap. Verderop in het programma ‘Meedoen in de digitale samenleving’ komt de focus te liggen op digivaardig sociaal werk, om sociaal werkers daarbij te ondersteunen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.