Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Opluchting over kritisch rapport Amsterdamse welzijnssector

De financiële positie van Amsterdamse welzijnsinstellingen is zwak. Daarnaast hebben de stadsdelen onvoldoende zicht op de maatschappelijke relevantie van activiteiten die zij organiseren. De conclusies van de Rekenkamer Amsterdam lijken hard. ‘Maar dit rapport is geen slag in het gezicht van één van beide partijen.’

Toen de Rekenkamer Amsterdam bijna twee jaar geleden aan het onderzoek ‘Subsidiëring Welzijnsinstellingen’ begon, heerste er een sfeer van wantrouwen en negativisme over de handel en wandel in de Amsterdamse welzijnssector. Alcides, de grootste welzijnsinstelling van Amsterdam, was net op de fles gegaan als gevolg van onder meer geschuif met subsidiegeld en te weinig toezicht. ‘We hadden hier geen gerust gevoel over,’ zegt Fred Martin, secretaris van de Raad van Bestuur van Impuls, de welzijnsinstelling in het Amsterdamse stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer.

Opluchting
‘Wat dat betreft slaken we nu een zucht van opluchting. Het gaat om een evenwichtig rapport dat aangeeft dat welzijnsinstellingen én stadsdelen het nodige moeten doen aan hun bedrijfsvoering. Op dat punt heeft de Rekenkamer de knuppel in het hoenderhok gegooid, waardoor beide partijen meer naar elkaar toe kunnen groeien.’ Naast Geuzenveld-Slotermeer richt het rapport zich op Amsterdam-Noord, Oost/Watergraafsmeer en Westerpark.

Waarschuwing
‘Het rapport is ook een waarschuwing voor bestuurders die bruusk de markt op willen,’zegt Victor Eiff, directeur van de Rekenkamer. ‘Verschillende partijen willen diensten aanbesteden, verzakelijken of ondernemen, maar daaraan zitten grote risico’s. Willen stadsdelen ingrijpen in de subsidierelatie als gevolg van marktwerking of bijvoorbeeld de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, dan moeten zij dit goed voorbereiden. De verhoudingen zijn nu nog uiterst fragiel.’

Financiële positie
Voor de welzijnsinstellingen is de financiële positie doorgaans nog te zwak om te ondernemen. ‘We werken nu met smalle marges,’ zegt Fred Martin. ‘Ons streven is er ook op gericht om goed te werken, om daarvoor genoeg vlees op de botten te hebben, niet om winst te maken.’ Ondertussen geeft Martin aan dat er wel veranderingen op til zijn. ‘Impuls heeft nu afspraken gemaakt dat het tot tien procent eigen vermogen mag opbouwen, daar moeten nu de verordeningen op worden aangepast. Want het lukt natuurlijk niet om risico’s te lopen, terwijl er geen geld in kas is.’

Transparantie
Het rapport ‘Subsidiëring Welzijnsinstellingen’ maakt vooral duidelijk dat het schort aan transparantie in de subsidierelatie tussen stadsdelen en welzijnsorganisaties. Zo sluiten prestaties die welzijnsinstellingen leveren niet voldoende aan op de beleidsdoelen van de stadsdelen. Bovendien zijn de stadsdelen niet goed in staat de prestaties van de welzijnsinstellingen te beoordelen en met elkaar te vergelijken door het ontbreken van heldere productdefinities en kostprijzen.

Dilemma
‘In veel gevallen blijft het moeilijk om aan te geven welke prestaties concreet worden gehaald,’ zo schetst Martin het dilemma van welzijnsinstellingen, die tegelijkertijd aangeeft dat zijn instelling er hard aan werkt om de bedrijfsvoering te verzakelijken. ‘Maar als het stadsdeel geen subsidievoorwaarden opneemt, hoe kunnen wij dan duidelijk zijn over onze output?’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.