Toen de rekenkamer in 2007 onderzoek deed naar jeugddetentie, bleken veel jeugdinrichtingen niet te voldoen aan de overheidsregels. Uit het recente onderzoek blijkt dat dat verbeterd is.

Begeleiding
Jonge gedetineerden worden vanaf het moment van opsluiten tot na de vrijlating beter begeleid en gemeenten en jeugdreclassering worden eerder bij dit proces betrokken. Bovendien staat geen enkele jeugdgevangenis nog onder verscherpt toezicht van Inspectie Jeugdzorg. Dit is volgens de rekenkamer een goed teken.

Kosten
De overheid heeft sinds 2007 echter niet meer inzicht gekregen in de effecten van detentie op jongeren. ‘Hierdoor is ook geen zicht op wat het effect van de verbeteringen is,’ schrijft de kamer. Tegelijkertijd zijn de kosten per opgesloten jongere fors gestegen. Per dag wordt 563 euro per gedetineerde uitgetrokken. Ten opzichte van 2007 is dat een stijging van 83 procent.

Effecten
De rekenkamer vindt dat er een methode moet komen waarmee de effecten wel gemeten kunnen worden. Hieruit moet blijken of de jeugdigen na detentie niet meer in de fout gaan. Ook moet de kosteneffectiviteit van het beleid worden gemeten.

Complex
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) is voor een betere meting van de behandeleffecten. Hij laat wel weten dat dit ‘complex is om vast te stellen’. De kosteneffectiviteit berekenen is volgens Teeven niet mogelijk. De Rekenkamer is het daar niet mee eens en pleit voor de invoering van een einddiagnose. ‘Dan kan tevens aangegeven worden wat verblijf en behandeling gekost hebben.’

Bron: Nationale Zorggids/ANP-Photo