Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Nieuwe kansen voor maatschappelijk werk

Wil het algemeen maatschappelijk werk bij toenemende marktwerking de boot niet missen, dan zal het actiever nieuwe kansen moeten grijpen en zich beter moeten profileren. Maar er zijn grenzen. ‘We moeten ons niet gek laten maken.’

Na de vuurwerkramp in Enschede waren honderd maatschappelijk werkers betrokken bij de opvang van de slachtoffers. In de pers kwamen echter voornamelijk psychiatrische deskundigen aan het woord, die uitwijdden over het gevaar van posttraumatische stress en welke hulp zij daarbij zouden kunnen bieden.

Het algemeen maatschappelijk werk is vaak onzichtbaar en profileert zich te weinig. Toen gemeenten nog vanzelfsprekend alle diensten van de Algemeen Maatschappelijk Werk-instelling (AMW) in de buurt financierden, was profilering minder noodzakelijk. Maar nu er meer aanbieders op de markt van zorg en welzijn komen en gemeenten met aanbestedingen gaan werken, zal het AMW duidelijker moeten aangeven wat zijn specifieke aanbod is.

Methoden en modulen
Margot Scholte, beleidsmedewerker bij MOVISIE: ‘De huidige trends in de hulpverlening zijn ketenbenadering, integrale aanpak, vraaggericht werken en kortdurende hulp dichtbij huis. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) propageert zelfredzaamheid van burgers. Dit zijn van oudsher uitgangspunten van het AMW. Maar andere beroepsgroepen, zoals sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen en eerstelijns psychologen, hanteren die termen ook en profileren zich hiermee. Het AMW zal om die reden duidelijker moeten maken waarom zij bij uitstek dit werk zo goed kan doen.’

Dat het AMW dit nog te weinig doet komt onder meer omdat er nog geen traditie was om op te schrijven wat maatschappelijk werkers allemaal doen. Waar de ggz en de jeugdzorg al een aantal jaren geleden zijn gestart met de systematische omschrijving van hun aanbod in modules (een specifiek hulpaanbod bij een bepaalde problematiek) en programma’s (een combinatie van modules voor een bepaalde patiëntengroep) ontbrak een dergelijk initiatief tot voor kort voor het AMW.

Bij de ontwikkeling van multidisciplinaire richtlijnen voor behandeling van psychiatrische stoornissen vroeg de ggz aan beroepsorganisatie NVMW naar de effecten van hun interventies. De beroepsorganisatie voor maatschappelijk werkers kon daar niet alleen geen antwoord op geven, ze kon ook nauwelijks omschrijven wat die interventies precies waren. ‘Een maatschappelijk werker die alleen kan zeggen “we doen van alles en de cliënt is tevreden”, overtuigt de financierder niet’, zegt Herman de Mönnink, traumapsycholoog en docent aan de opleiding maatschappelijk werk van Hogeschool Groningen.

Transparant aanbod
De Mönnink is tevens auteur van het in 2004 verschenen boek ‘De gereedschapskist voor maatschappelijk werkers’. Hierin beschrijft hij twintig methodes en schetst hij een theoretisch kader waarin alle methodes die maatschappelijk werkers gebruiken te ondervangen zijn, namelijk als reductie van psychosociale stress.

De Mönnink: ‘Ik definieer het maatschappelijk werk tot allerlei ‘life events’ die tot kwetsbaarheid en spanning kunnen leiden. De hulpverlening verloopt dan in drie fases: de maatschappelijk werker inventariseert waar stress zit, hoe deze stress te verminderen is en hoe de kracht die mensen zelf hebben daarbij gebruikt kan worden. Maatschappelijk werkers die volgens dit model werken, kunnen precies vertellen wat ze doen. Dat geeft zelfvertrouwen en zekerheid. Dan kunnen ze ook uitdragen wat ze te bieden hebben.’

Transparant aanbod
Ook het recent verschenen boek ‘Transparant aanbod AMW – modulen als bouwstenen voor de hulpverlening’ van Margot Scholte wil die helderheid verschaffen. In deze uitgave staan korte beschrijvingen van de hulp die het AMW bij verschillende hulpvragen biedt. Scholte: ‘Hiermee kan het AMW gemeenten en andere financiers duidelijk maken wat het voor welke doelgroep kan doen. Daarnaast kunnen maatschappelijk werkers die rondom een cliënt samenwerken met andere disciplines verduidelijken welke inbreng zij leveren.’

Feiten en cijfers
Nederland telt 137 instellingen voor algemeen maatschappelijk werk, met 1.020 locaties. Bij de instellingen werken 3.652 mensen, waarvan 2.973 uitvoerende maatschappelijk werkers en 246 leidinggevenden. Per 6.500 inwoners is gemiddeld één formatieplaats uitvoerend maatschappelijk werk beschikbaar. Het totale budget voor het algemeen maatschappelijk werk bedraagt een krappe 163 miljoen euro. (Bron: MOgroep)

Lees het hele artikel in Zorg + Welzijn Magazine nummer 11, 7 november 2007

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.