Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hoe benutten we de vrije tijd van mensen met een lvb beter?

Vrije tijd is nog te vaak het sluitstuk in de ondersteuning aan mensen met een licht verstandelijk beperking (lvb) terwijl het heel belangrijk is voor sociale contacten, het gevoel van betekenis te zijn en de bestrijding van eenzaamheid, zegt Els Hofman, onderzoeker bij Movisie. ‘Er moet echt een tandje bij.’
licht verstandelijke beperking
Bron: Madalyn Cox/Unsplash

Van mensen met een lvb neemt 70 procent wel eens deel aan een activiteit in de vrije tijd. Dat lijkt best veel, maar bij mensen zonder lvb is dat 95 procent. Veertig procent van de mensen met een lvb sport, tegen 68 procent van de mensen zonder lvb en bij vrijwilligerswerk gaat het om respectievelijk 19 en 27 procent. Kortom: aan de deelname van mensen met een licht verstandelijke beperking aan vrijetijdsbesteding kan nog veel worden verbeterd.

Eenzaamheid

Waarom dat belangrijk is, staat in een ander cijfer, ook afkomstig van het CPB en te vinden in de literatuurverkenning vrijetijdsbesteding van Movisie: ‘Meedoen met een verstandelijke beperking’. Een derde (33 procent) van de mensen zonder een lvb ervaart wel eens eenzaamheid, bij mensen met een lvb is dat ruim het dubbele: 67 procent. ‘Dat is een groot probleem’, zegt Els Hofman, onderzoeker bij Movisie en de opsteller van de literatuurverkenning. ‘En je ziet dat er een duidelijk verband is met vrijetijdsbesteding. Daaraan meedoen is goed voor het opbouwen van sociale contacten en voor het gevoel van betekenis te zijn – en dat vermindert eenzaamheid.’

Vergeten groep

In de afgelopen zeven, acht jaar dat Hofman met dit onderwerp bezig is, zag zij de participatiecijfers én de cijfers over eenzaamheid echter nauwelijks veranderen. Oftewel: het is niet alleen een groot, maar ook een hardnekkig probleem. Haar verklaring? ‘Het is een vergeten groep omdat de groep heel divers is en grotendeels onzichtbaar. Een lvb zie je meestal niet aan de buitenkant. Sterker, soms weten mensen zelf niet eens dat ze een licht verstandelijke beperking hebben.’ Maar ondertussen gaat het inmiddels wel om ruim 1 miljoen mensen in Nederland.

Kansen

Hoog tijd dus om de participatie in vrijetijdsbesteding te verbeteren. Hofman: ‘Vaak ligt de focus bij participatie op onderwijs of werk, en is er weinig oog voor vrijetijdsbesteding. Daarom hebben we ook deze literatuurverkenning gedaan, want zoals bijvoorbeeld onderzoeker Annica Brummel in deze verkenning zegt, vrijetijdsbesteding biedt veel kansen voor zingeving en kwaliteit van leven. Juist ook voor mensen met een lvb die niet altijd werk of dagbesteding hebben, en dus veel vrije tijd.’ En dan gaat het niet alleen over uitgaan of het beoefenen van een sport of hobby, maar ook om bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en ‘meedoen in de wijk.’

Maatschappelijk belang

En behalve een belang voor de mensen om wie het gaat, ziet Hofman ook een groot maatschappelijk belang. Mensen met een lvb zijn sowieso al kwetsbaar maar mensen met een lvb die geen aansluiting vinden en zich eenzaam voelen, zijn dubbelkwetsbaar – en dus ook voor negatieve invloeden. ‘In justitiële inrichtingen zie je relatief veel mensen met lvb’, weet Hofman. En dat geldt ook voor bijvoorbeeld jongeren met een (game)verslaving. ‘Ze zijn een makkelijke prooi.’

Gemeenten

Kortom: ‘Er is geen excuus om hier niet mee aan de slag te gaan. Of beter: alle reden om het wel te doen. En er moet echt een tandje bij’, aldus Hofman. Zij ziet hierbij een belangrijk rol voor gemeenten. ‘Zij kunnen hier een prioriteit van maken in hun beleidsdoelen, ze kunnen bewustwording en kennis hierover vergroten en faciliteren. En ook kunnen ze invloed uitoefenen via bijvoorbeeld subsidies die zij verstrekken aan clubs en organisaties. Daarbij zou je bijvoorbeeld als voorwaarde kunnen stellen dat ze hier beleid voor ontwikkelen met hele concrete stappen en streefcijfers.’

Van goede wil

Niet dat ze anders niets doen of niet willen. Hofman: ‘Ik denk dat de meeste organisaties, sportclubs, vrijwilligersorganisaties, van goede wil zijn en open willen staan voor iedereen. Maar ik denk ook dat er weinig kennis is over deze groep en weinig bewustzijn dat mensen met een lvb misschien wat extra’s (tijd, aandacht, uitleg) nodig hebben of dat er nu zelfs onbewuste drempels en uitsluitingsmechanismes zijn.’

Drempels

Zo vertelt Elles Jongerius, ervaringsdeskundige en directeur van belangenorganisatie LFB, in de verkenning: ‘De drempel is soms hoog, zeker om voor het eerst ergens naartoe te gaan of op af te stappen. De angst dat alle ogen op je gericht zijn, dat je niemand kent, niet weet wie aan te spreken en hoe. En wat als iemand jou aanspreekt of juist niemand? Voor iedereen is dat spannend, maar voor mensen met een lvb nog meer omdat ze veelal beschermd, in kleine kring en/of in een instelling met gelijkgestemden zijn opgegroeid.’

Zelfvertrouwen

‘Een gastheer of gastvrouw kan hier al wonderen doen’, zegt Hofman. ‘Iemand die zorgt dat nieuwe mensen zich welkom en op hun gemak voelen. En als iemand dreigt af te haken even een belletje: We hebben je gemist, hoe gaat het, kom je nog? Dat zij hele kleine dingen, maar het gaat erom dat er aandacht is, dat iemand zich gezien voelt. Dat geldt voor iedereen, maar voor deze groep nog net wat meer.’

Aandachtfunctionaris

Daarnaast pleit ze ook voor een aandachtfunctionaris bij organisaties. ‘Dat hoeft helemaal geen nieuwe functie of fulltime baan te zijn, maar het gaat er om dat één iemand verantwoordelijk en dus aanspreekbaar is. En dat er één iemand is die hier op let: sluiten ons aanbod en de communicatie aan? Doen we voldoende om ze binnen te krijgen en te houden? En die dit ook checkt bij ervaringsdeskundigen en bijvoorbeeld zorgt voor een netwerk bij relevantie (zorg)organisaties.’

Samenwerking

En daarmee komt Hofman bij een tweede advies: zoek de samenwerking. Zo was er in Rotterdam een succesvol samenwerkingsproject tussen een wijkteam en een drietal zorgorganisaties, vertelt ze. ‘In tweetallen – een medewerker van het wijkteam en een medewerker van de zorgorganisatie – gingen zij met cliënten kijken waar iemand bij aan kon en wilde sluiten en hielpen ze hem of haar ook echt over de drempel. Dit werkte heel goed: veertig van de zestig deelnemers zijn gaan deelnemen aan activiteiten.’

Bewustwording

Dat brengt Hofman bij nog een laatste advies: laat je inspireren door goede voorbeelden. Die zijn er namelijk al genoeg – een aantal zijn ook opgenomen in de verkenning. ‘Niemand hoeft het wiel opnieuw uit te vinden. Veel informatie en kennis is er al. Maar het begint bij bewustwording, van de doelgroep, de problematiek, de noodzaak, de wellicht onbewuste uitsluitingsmechanismes, de mogelijke drempels die geslecht en de eventuele extra inspanning die geleverd moet worden. En dan – in kleine stapjes – aan de slag!’

De literatuurverkenning vrijetijdsbesteding van Movisie: ‘Meedoen met een verstandelijke beperking’ vind je hier (pdf)

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.