Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Directeur Stichting Valentijn over opvang minderjarige asielzoekers: ‘Het is onverantwoord om kindgezinnen uit elkaar te halen’

De nieuwe nota over alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama's), die staatssecretaris Ella Kalsbeek van Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, spreekt voor het eerst over zogeheten kindgezinnen. Dit kunnen tienermoeders met hun kind zijn, maar ook minderjarige broers, zussen, neefjes en nichtjes die samen naar Nederland zijn gekomen. ‘Eindelijk is er aandacht voor deze vergeten groep, maar ik vind het ethisch onverantwoord dat Kalsbeek de kindgezinnen uit elkaar wil halen,’ vertelt Joke Elzinga van Stichting Valentijn.

‘In Nederland wordt nog steeds op een te westerse manier gewerkt,’ zegt

Joke Elzinga, directeur van de vestiging van Stichting Valentijn in Elspeet.

‘Het is goed dat er eindelijk aandacht is voor de kindgezinnen, maar je moet ze

niet scheiden. Westerlingen denken dat hulp veel praktischer is als de kinderen

uit elkaar worden gehaald. Er kan dan individueel aan de problemen worden

gewerkt en ze zijn gemakkelijker te plaatsen in een woongroep. Blijkbaar hebben

we van de begeleiding van ama’s niets geleerd en willen we dingen nog steeds op

onze eigen manier doen. Maar dat werkt niet. Onze ervaringen zijn niet gebruikt

in de nota van Kalsbeek.’ Stichting Valentijn is in de eerste vier maanden

verantwoordelijk voor opvang en onderwijs voor alleenstaande minderjarige

asielzoekers in de leeftijd van nul tot en met vijftien jaar. Daarna verhuizen

de kinderen naar vervolgopvang die verzorgd wordt door voogdijstichting De

Opbouw. In de nieuwe nota wordt onderscheid gemaakt tussen de opvang van

kinderen die waarschijnlijk in Nederland mogen blijven en opvang voor kinderen

die na hun achttiende terug moeten naar hun geboorteland. In de terugkeervariant

worden de jongste kinderen uit een kindgezin, wanneer zij twaalf jaar of jonger

zijn, opgevangen in een pleeggezin. De oudsten komen in een centrale ama-opvang.

Bij de opvang die zich richt op integratie, wordt het hele kindgezin opgevangen

in een wooneenheid.

De vestiging van Valentijn in Elspeet richt zich speciaal op

tienermoeders en kindgezinnen. Elzinga: ‘In de opvang die gericht is op

terugkeer, worden de kindgezinnen uit elkaar gehaald. We kunnen dat niet zomaar

doen. Westerlingen begrijpen niet wat het voor die kinderen betekent om samen te

zijn. Wij kennen die verbanden niet, maar ik merk in mijn werk dat het een heel

systeem is. De oudste van het gezin is vaak tussen de veertien en zeventien jaar

oud. Hij heeft de leiding over zijn broertjes, zusjes en eventueel neefjes en

nichtjes. De oudere broer heeft zijn ouders gezworen om voor de kleinsten te

zorgen en onderweg wordt die verantwoordelijkheid alleen maar groter. In veel

gevallen is de band zo hecht, dat de kinderen niet zonder elkaar kunnen. En wij

gaan ze helpen door ze van elkaar te scheiden? Ik zou hier graag een ethische

discussie over starten.’

In de nieuwe nota staat dat kindgezinnen bij de opvang in de

terugkeervariant gescheiden kunnen worden. In de praktijk gebeurt dit nu toch

ook al?

‘Het beleid van De Opbouw, die de verdere opvang regelt, is gericht op het

bij elkaar houden van de kinderen. Toch wordt hier in de praktijk inderdaad van

afgeweken. Van de asielzoekers onder de twaalf jaar oud, hoort het grootste deel

bij een kindgezin. Bij de 24-uursopvang in de woongroepen is het niet altijd

gemakkelijk om voor al deze grote gezinnen ruimte te vinden. Voor één persoon is

natuurlijk sneller een plekje te vinden dan voor bijvoorbeeld acht personen.

Maar je moet de gezichten van die kinderen eens zien als ze gescheiden worden.

Ik vind dat De Opbouw de hulp af en toe door logistieke processen laat leiden.

Maar als je ergens voor staat, moet je je daar aan vasthouden. Als het moeilijk

is om opvang te vinden, dan moet je aan de bel trekken. Stichting Valentijn zal

naar aanleiding van de nota in ieder geval van zich laten horen.’

Waarin verschilt de opvang van kindgezinnen met die van alleenstaande

asielzoekers?

‘De kindgezinnen vormen een eenheid. De oudste wil de verantwoordelijkheid

houden, dus wij kunnen niet zomaar alles doen met de kleinsten. De oudste wil

graag dat we eerst alles met hem bespreken. De hulp is ook moeilijk omdat je met

zoveel verschillende leeftijden te maken hebt. Aan de ene kant ben je bezig met

het berispen van een klein kind, terwijl je in een ander geval een puber in toom

moet houden. Bovendien luisteren de kinderen vaak alleen maar naar hun broer,

omdat ze dat gewend zijn. Als we de kinderen sterker willen maken, moeten we hen

als groep sterker maken. Of hun toekomst nu in Nederland ligt of in Angola, waar

ruim 85 procent van de kindgezinnen vandaan komt. Een ander probleem is dat we

nu overvol zitten. Het is moeilijk om voor een heel gezin vervolgopvang te

vinden, dus blijven ze hier in de praktijk veel langer dan de vier maanden die

afgesproken is. Door de drukte zijn de groepen erg groot en dat zorgt wel eens

voor chaos.’

Het kabinet wil de grote stroom ama’s terugdringen. Denkt u dat dat te

realiseren is?

‘Ik denk dat het aantal alleen maar zal groeien, want mensensmokkel is niet

tegen te houden. Er gaat op dit moment meer geld in om dan in de drugshandel. Ik

vraag me wel af of de toekomst van deze kinderen in Nederland ligt. Sinds een

jaar groeit de stroom kindgezinnen uit Angola. Wij weten niet waarom ze hier

komen. We horen wel eens dat ouders bang zijn dat hun kinderen als kindsoldaten

eindigen, maar we weten niet of die angst reëel is. Die ouders sturen hun

kinderen naar het westen, maar ik zie ook veel kinderen waarbij ik me afvraag of

ze niet al veel langer bij hun ouders weg zijn. Zelfs de allerkleinsten huilen

niet om hun moeder. We kunnen er niet de vinger op leggen wat daar nu mis is.

Zolang dat niet duidelijk is, kun je ze ook niet terugsturen. Er moet een

onderscheid komen tussen de gelukszoekers en de echte vluchtelingen, maar het is

erg moeilijk om te bepalen hoe de situatie nu precies in zo’n land is. Er zijn

ook individuele situaties die een rol spelen. Dat geldt zeker voor de

tienermoeders. Hun land kan wel als veilig worden gezien, maar veel van die

jonge moeders zijn het slachtoffer geweest van verkrachtingen en ander geweld.

Moet je zo’n jonge vrouw dan terugsturen? Bovendien wordt een alleenstaande

moeder niet meer in de gemeenschap opgenomen. In de nieuwe nota bepaald de

leeftijd of iemand terug moet, terwijl ik vind dat je naar de situatie moet

kijken. De oudste van een kindgezin moet je niet op zijn achttiende naar huis

sturen, terwijl de anderen mogen blijven. Zo raken ze nog meer ontworteld dan ze

al zijn. Voor de terugkeer moeten ze als familie sterk zijn.’

Hoe moet je kinderen sterk maken bij wie de opvang alleen gericht is op

terugkeer en die in feite niks mogen: geen werk, geen opleiding?

‘We moeten ze een toekomst bieden, of ze nu hier blijven of weer weg gaan.

Ik vind dat de kinderen juist een opleiding moeten kunnen volgen als bekend is

dat ze op hun achttiende weer naar hun land terug moeten. Als je ze een

vakgerichte opleiding geeft met certificaten, kunnen ze een beroep als

bijvoorbeeld timmerman in hun eigen land uitoefenen. Dan zijn de jaren hier niet

voor niets geweest en kunnen ze trots thuiskomen en laten zien dat ze niet

gefaald hebben. Bovendien denk ik dat een opleiding voorkomt dat deze jongeren

in de illegaliteit belanden. In het nieuwe beleid is te weinig inhoud gegeven

aan dagopvang, waardoor ik bang ben dat die verveling op straat zichtbaar is. Ik

zie een soort kostschool voor me, waar wonen en werken wordt gecombineerd.

Natuurlijk zullen er mensen zijn die klagen dat het erg veel geld kost, maar ik

zie het als een vorm van ontwikkelingshulp. In Nederland is het helaas zo dat

mensen de kinderen in derde wereldlanden zielig vinden, maar zodra ze hier asiel

zoeken, zijn ze alleen maar lastig. Als we nu geld stoppen in een opleiding, dan

kunnen ze er daar mee aan de slag. Zo sla je twee vliegen in één klap: èn

opvang, èn ontwikkelingshulp.’/Ester Mijnheer

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.