Ongeveer 300 deelnemers aan de Grote Raadpleging van het Sociaal Werk beantwoordden de optionele vragen over digitaal vakmanschap. Wat opvalt is dat een grote meerderheid (75%) van de respondenten ziet dat veel inwoners digitaal niet mee kunnen komen. Een bijna even grote groep (72%) verwijst deze mensen door naar digitale ondersteuning.
Kansen benutten
Opvallend is verder dat het overgrote deel van de respondenten zichzelf genoeg digitaal vaardig vindt voor de meest voorkomende digitale toepassingen in het werk (bijna 90%) én voor het digitaal kunnen ondersteunen van inwoners (bijna 80%), maar dat tegelijkertijd ruim 90 procent ondersteuning wenst in het digitale vakmanschap. ‘Dat zit hem in verschillende dingen’, legt Julia Ketel van Movisie uit. ‘De ontwikkelingen gaan snel en sociaal werkers willen graag op de hoogte blijven. Dat kan bijvoorbeeld door cursussen en het verspreiden van goede voorbeelden. Verder hebben ze ondersteuning nodig van de eigen organisatie: dat die hen faciliteert en ruimte geeft om de kansen die de digitalisering biedt, daadwerkelijk te kunnen benutten.’
Digitaal vakmanschap in het sociaal werk is een breed begrip. Het gaat bijvoorbeeld over de vaardigheden van sociaal werkers om te kunnen werken met de digitale toepassingen in het eigen werk, zoals het registratiesysteem van de eigen organisatie. En over de houding om te willen werken met toepassingen die het werk kunnen verlichten, zoals kunstmatige intelligentie (AI). Het gaat óók over vaardigheden om inwoners te ondersteunen bij hun digitalisering, zodat die veilig mee kunnen doen. Ook gaat het over aan kunnen sluiten bij de online leefwereld van inwoners en daar hulp te bieden. Verder heeft het digitale vakmanschap te maken met oog hebben voor problemen die online kunnen ontstaan zoals financiële problemen door gokverslaving of misbruik, pesten en grensoverschrijdende sexting. Tot slot gaat het over het om kunnen gaan met ethische vragen die ontstaan door de digitalisering.
Chief Data Officer
Bij WijZijn in West-Brabant zit het met de ruimte om kansen te pakken wel goed. Rob Snoeren werkt er sinds eind 2024 als Chief Data Officer (CDO). ‘Bij ons zitten het bestuur en het management in de fase dat ze serieuze stappen zetten met digitalisering en datagedreven werken. Het feit dat ze de functie van CDO gecreëerd hebben, laat dat ook wel zien. Een belangrijke vraag in mijn werk is wat de werkelijke behoeften van de inwoners zijn en welke technologieën daar dan bij aansluiten.’
Zijn collega Niels Boluijt is maatschappelijk werker en groot fan van AI. ‘Privé gebruik ik nu een jaar of twee ChatGPT. In eerste instantie vooral om afbeeldingen te maken. Ik ging ook steeds meer mogelijkheden zien voor gebruik op het werk en heb toen een adviesrapport geschreven over de kansen en bedreigingen.’ Technologie zoals AI is er nu eenmaal en het gaat niet meer weg, dus je kunt er beter maar op een goede manier gebruik van maken, dat is de kernboodschap van zijn advies.
Boluijt wordt door WijZijn gefaciliteerd om die boodschap te verspreiden onder de collega’s: ‘Ik heb twee uur per week de tijd om te besteden aan AI-gerelateerde zaken. Daarin richt ik me op toepassingen in het primaire en het ondersteunende proces. Ik ben er wel meer tijd mee bezig, maar dat komt ook omdat ik het zo leuk vind. Verder betaalt WijZijn mijn abonnement op ChatGPT en ik zit in de werkgroep AI, met collega’s van deskundigheidsbevordering, data en communicatie.’
Workshops over AI
Een belangrijke manier om de kansen van AI beter te leren benutten, zijn de workshops die Boluijt daarover geeft binnen WijZijn. Van de 300 collega’s hebben inmiddels ongeveer 120 die gevolgd. Met resultaat: ‘Ongeveer de helft daarvan gebruikt nu regelmatig een taalmodel zoals ChatGPT, tien daarvan gebruiken het heel intensief. We zijn nu met z’n vieren een pilot aan het draaien om uit te zoeken wat we aan de co-pilot van Microsoft Office kunnen hebben. Hoe nuttig is die bij de controle van teksten? Kunnen we het gebruiken om teksten naar B1-niveau om te zetten?’
Altijd spannend
De workshops van Boluijt beginnen met een blik op de geschiedenis en de vaststelling dat nieuwe technologie altijd spannend is. ‘Denk maar aan de drukpers, de computer, de smartphone: het roept altijd vragen op over de kansen en de risico’s. Mensen hebben bijvoorbeeld vragen over de veiligheid, maar ook over het energieverbruik van ChatGPT. Die bespreken we.’
Dat gebeurt mede aan de hand van het manifest dat WijZijn heeft opgesteld over het gebruik van AI, vertelt Boluijt: ‘Daar staat bijvoorbeeld in dat we geen persoonsgegevens en geen kritische bedrijfsgegevens invoeren. En dat we niet letterlijk publiceren wat ChatGPT voor ons genereert, vanwege mogelijke auteursrechten.’
Op 12 mei was de lancering van het actieplan Digitaal Sociaal Werk(t)! Het actieplan laat zien dat het versterken van het digitale vakmanschap in het sociaal werk niet alleen een zaak is van sociaal werkers en hun organisaties, maar bijvoorbeeld ook van overheden, opleidingen en ervaringsdeskundigen. Het plan is tot stand gekomen met bijdragen van dertig partijen en experts. Julia Ketel was namens Movisie de kartrekker. Wil jij ook werken aan het digitaal vakmanschap in het sociaal werk? Lees dan vooral het actieplan Digitaal Sociaal Werk(t)! en sluit je aan. Ondertekenen kan nog tot 14 juli.
Lekkere recepten
Tijdens de workshops gaan de deelnemers zelf ook aan de slag met ChatGPT, vertelt Boluijt. Dat werkt goed om de angst voor het onbekende weg te nemen. ‘Sommige mensen worden al bang als ze de term AI alleen maar horen. Maar we moeten goed beseffen dat het er gewoon is, en je kunt er wel voor wegduiken maar daarmee gaat het niet weg.’ Er zijn best wat deelnemers die sceptisch aan de workshop beginnen, maar naderhand toch ‘om’ zijn, merkt hij. ‘Laatst kwam er een deelnemer naar me toe die na afloop nog even wat voor zichzelf was gaan oefenen. En toen had ze ontdekt dat ChatGPT heel leuke recepten voor je kan maken. Zo zie je maar: ga ermee spelen en je ontdekt wat het voor jou kan opleveren.’
Snoeren voegt eraan toe dat dit inderdaad een belangrijke lijn is die ze bij WijZijn volgen: ‘We proberen het vooral leuk te maken. Deelname aan de workshops van Niels is vrijwillig, dat willen we niet van bovenaf opleggen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook bij de implementatie van een nieuw registratiesysteem. Ons nieuwe systeem, waarmee we sinds begin dit jaar werken, is door de sociaal werkers zelf ingericht en die betrokkenheid maakt het werken ermee voor hen een stuk leuker.’
Van onderop en bovenaf
Overigens weet Snoeren vanuit zijn achtergrond als verandermanager ook dat veel professionals zich – als puntje bij paaltje komt – toch vaak laten leiden door de waan van de dag én door hun leidinggevende. ‘Als je leidinggevende aan je vraagt hoe vaak je de afgelopen week met ChatGPT hebt gewerkt, dan zorgen de meesten er wel voor dat ze het de volgende keer vaker gedaan hebben.’
Maar deze manier kan ook voor weerstand zorgen en daarom is hij blij met hoe het digitale vakmanschap zich bij WijZijn ontwikkelt: ‘Het werkt hier van beide kanten uit. Van onderop door Niels en zijn collega’s met de juiste energie en van bovenaf doordat het bestuur de ruimte biedt.’
Toevalligheden
Overigens moet Snoeren nog wel van het hart dat de ontwikkeling van het digitale vakmanschap bij WijZijn, net als bij andere organisaties, vooralsnog vooral van toevalligheden afhangt. ‘Niels is hier niet aangenomen omdat hij privé zulke mooie afbeeldingen kon maken. Het is dus puur toeval dat de collega’s bij WijZijn nu best ver zijn met het gebruik van ChatGPT. Maar we moeten het digitale vakmanschap in de volle breedte in huis zien te krijgen. Dat zou dus meer aandacht mogen krijgen bij de werving en selectie.’
Om voorbij de toevalligheden te komen bij de versterking van de digitale vaardigheden in het sociaal werk, is eerder deze week het actieplan Digitaal Sociaal Werk(t)! gelanceerd.