Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Als het thuis goed gaat, dan gaat het ook beter op school

Laagdrempelige toegang, het voorkomen van thuiszitters, minder doorverwijzingen én veel meer ouderbetrokkenheid. De meerwaarde van specialistische jeugdhulp binnen de schoolmuren is groot, zegt Lenneke Wolswinkel, projectleider Specialistische Jeugdhulp in Speciaal Onderwijs (SJSO) van jeugdhulpaanbieder Levvel in Amsterdam.
foto: picscout

Sinds ongeveer drie jaar zijn vanuit Levvel op meer dan vijftien Amsterdamse scholen voor speciaal onderwijs gespecialiseerde hulpverleners aanwezig. Zij begeleiden kinderen en ouders en werken daarbij nauw samen met het onderwijsteam. ‘Heel dichtbij en laagdrempelig en dat werkt heel goed’, zegt Wolswinkel. ‘De jeugdhulpverleners zijn echt een bekend gezicht in de school geworden. Voor leerkrachten, leerlingen en ouders.’

Leerlingen met problemen worden sneller gesignaleerd en krijgen – zonder verwijzing – laagdrempelige hulp op school aangeboden. De jeugdhulpverleners kijken ook verder naar de situatie thuis. Wat speelt er achter de voordeur, of welke (opvoed)vragen heeft een ouder? ‘Ze betrekken de ouders, gaan op huisbezoek. Ons uitgangspunt is simpel: ‘Als het thuis goed gaat, dan gaat het ook beter op school.’

Kloof

Het voorbeeld uit Amsterdam staat niet op zichzelf, overal in het land ontstaan iniatieven om onderwijs en jeugdhulp beter te laten aansluiten. Het besef dat de kloof tussen deze twee werelden gedicht moet worden, groeit overal. Zeker onder gemeenten, die kampen met grote tekorten in de jeugdhulp.

Scholen zijn een belangrijke vindplaats en het eerder signaleren en oppakken van problematiek kan mogelijk duurdere specialistische zorg voorkomen. Ook vanuit het rijk is deze samenwerking de afgelopen jaren gestimuleerd. De monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp, ontwikkeld door het Nederlands Jeugdinstituut en Aanpak Met Andere Ogen van de VNG zijn daar voorbeelden van.

Fysiek

Volgens Wolswinkel is met name het laagdrempelig aanwezig zijn van de jeugdhulpverleners op de school een belangrijk voorwaarde. ‘Op deze manier kunnen kinderen zich optimaal ontwikkelen. Wanneer een leerkracht zorgen heeft over een bepaalde leerling, kijken onze mensen in de klas mee. Ze begeleiden de leerlingen, betrekken de ouders, gaan ook op huisbezoek. De hulp en begeleiding kan zowel in de klas of thuis plaats vinden. Het is echt maatwerk, wat heeft het kind en de familie nodig?’ Die systemische aanpak werkt.’

Uit een tussentijdse evaluatie blijkt ook dat met de komst van de jeugdhulpverleners het pedagogische klimaat op de scholen is verbeterd. ‘Iedere school kent wel leerlingen die frequent ‘uit de bocht vliegen’. Maar doordat jeugdhulpverleners deze leerlingen sneller begeleiding kunnen bieden, neemt het aantal escalaties af. Dit zorgt voor een fijnere en rustigere sfeer op school.’

Naast de verbetering van het schoolklimaat loopt ook het aantal leerlingen dat wordt doorverwezen naar specialistische hulp af.

Lenneke Wolswinkel is een van de sprekers op het Zorg+Welzijn congres Werken aan Sterke Jeugdhulp dat op 24 juni plaatsvindt in de ReeHorst in Ede. Hier spreken ook Suzanne de Ruig, oprichter Stichting JIM, en Sharon Stellaard, onderzoeker bij Vitree. Meer info of aanmelden >>  

Ontlast

Een andere belangrijke meerwaarde is dat deze manier van werken ook de vaak al erg drukke leerkracht ontlast. ‘Het is voor scholen best een hele stap om externe hulpverleners binnen te laten. Maar we zien hier op de scholen in Amsterdam hoe belangrijk het is dat professionals – toch afkomstig uit een andere wereld – elkaar leren kennen en ieder hun eigen expertise kunnen inbrengen. Leerkrachten worden ontlast, kunnen bij zorgen rondom een leerling snel schakelen. En ze vinden het ook fijn dat ze niet met allerlei verschillende hulpverleners van een gezin te maken hebben, zoals in het verleden nog wel eens het geval was.’

Tijdens de lockdowns bleek volgens Lenneke Wolswinkel ook de meerwaarde van de jeugdhulp binnen de scboolmuren . ‘De hulpverleners bleven contact houden met de gezinnen en zorgden zo dat kinderen ook niet uit beeld verdwenen. Veel scholen worstelden daar – zeker bij de eerste lockdown – erg mee.’

Specialistische jeugdhulp

Wolswinkel is ervan overtuigd dat deze manier van werken ook goed kan werken in het regulier onderwijs. ‘De gemeente Amsterdam ziet dat ook en wij zijn nu ook gestart met het bieden van specialistische jeugdhulp op een aantal basisscholen in Zuid-Oost.’

Anders dan bij het speciaal onderwijs, waarbij leerlingen vaak uit meerdere wijken en gemeenten komen, kan bij een basisschool door de jeugdhulpverleners nog meer ingezet worden op samenwerking in de wijk. Met het gebiedsteam, het ouderkindteam en andere jeugdhulpverwijzers – zoals bijvoorbeeld huisartsen. ‘Ook zij moeten op de hoogte zijn van de jeugdhulp op school, op die manier kan de hulp rondom een gezin nog beter in samenhang worden opgepakt.’

Lenneke Wolswinkel heeft de afgelopen jaren vanuit verschillende rollen gewerkt aan de verbinding tussen onderwijs en Jeugdhulp. Zij heeft ervaren dat een betere aansluiting tussen onderwijs en Jeugdhulp kinderen en hun ouders veel meerwaarde biedt en bijdraagt aan een betere ontwikkeling van deze kinderen, en hun ouders en gezinnen. In haar huidige rol als projectleider/teamleider Specialistische Jeugdhulp in Speciaal Onderwijs (SJSO) vanuit Jeugdhulpaanbieder Levvel in Amsterdam ziet zij de enorme voordelen van het in een vroegtijdig stadium – op school en ook thuis – de juiste ondersteuning bieden.

 

 

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.