Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Sportvereniging miskend als wijkpartner

Zorgorganisaties erkennen de sportvereniging nauwelijks als wijkpartner om een succesvolle, wijkgerichte aanpak te ontwikkelen. En dat is onterecht, vinden Penny Nugteren en Sanne Scholten. Zij roepen gemeenten en zorgorganisaties op om de toegevoegde waarde van sportverenigingen te ontdekken en vooral de samenwerking aan te gaan.
Sportvereniging miskend als wijkpartner

-OPINIE-

De waarden waarop sportverenigingen van oudsher zijn gestoeld, sluiten helemaal aan bij de uitgangspunten van de huidige transities op het gebied van zorg: dichtbij mensen, gericht op eigen kracht van mensen en sociale netwerken. Als een van de weinige sectoren in Nederland, is de sport nog vrijwel geheel met vrijwilligers georganiseerd. We zien dat een steeds grotere groep sportverenigingen een bijdrage wil leveren aan het oplossen van de vraagstukken binnen het sociaal domein.
Lees hier de whitepaper ‘Samenwerken met sportverenigingen voor een vitale samenleving: grijp die kans!’ >>

Het benutten van de sportvereniging als wijkpartner voor zorgprofessionals heeft uiteenlopende voordelen. De sportvereniging kan worden ingezet als onderdeel van zorg of ondersteuning en  sporten is een duurzamere en efficiëntere oplossing voor bepaalde gezondheidsproblemen en sociale vraagstukken dan medicatieve of therapeutische behandelingen. Van blijven sporten gaat vervolgens ook een preventieve werking voor nieuwe gezondheidsproblemen uit.

Er is ook steeds meer wetenschappelijk bewijs dat sporten en bewegen bijdraagt aan de sociale binding van kwetsbare groepen. Bij de sportvereniging ontmoet je je vrienden en je buurman. Sporten bij een vereniging geeft vaak zelfvertrouwen om ook weer op andere terreinen mee te gaan doen, voorkomt dat ouderen in een sociaal isolement terecht komen en helpt met het verminderen van gedragsproblemen van kinderen.

Toch blijkt het contact vanuit de vereniging met zorgaanbieders moeilijk te leggen of komen projecten onvoldoende van de grond. Zo geeft een voorzitter van een Rotterdamse korfbalvereniging aan: ‘We hebben 25 partners uit de wijk uitgenodigd om ze te laten zien wat we kunnen bieden voor kwetsbare doelgroepen. Ik heb ze allemaal nagebeld, maar vaak kom ik niet verder dan de secretaresse’

Natuurlijk moet er ook bij de sportvereniging nog een ontwikkeling plaatsvinden. Hier wordt door gemeenten, sportverenigingen en bonden al jaren volop aan gewerkt. Maar wij geloven, door drie jaar ervaring in de praktijk, dat de samenwerking alleen kan slagen als zorgaanbieders ook stappen zetten waardoor een nieuwe en potentieel zeer vruchtbare samenwerking kan ontstaan.

Daarom doen wij graag een handreiking met een aantal suggesties die kunnen bijdragen aan meer en betere samenwerking tussen zorgaanbieders en sportverenigingen:

1. Zet de (voor)oordelen over boord en leer elkaar kennen

Hulpverleners hebben vaak nog een traditioneel beeld van sportverenigingen. Cliënten en patiënten van de zorgaanbieders zijn niet sportief genoeg, de vrijwillige inzet kan onvoldoende kwaliteit bieden voor de zorgvragers en men moet verplicht meedoen aan wedstrijden en het draaien van bardiensten.

Bij veel verenigingen past dit beeld echter niet of niet meer. Het loont de moeite om als zorgaanbieder te oriënteren welke verenigingen in de nabije omgeving er klaar voor zijn de zorgdoelgroepen te ontvangen. Bij de oriëntatiefase kunnen de gemeente of een lokale sportondersteuningsorganisatie vaak hulp bieden.

2. Organiseer samenwerking op alle niveaus

Een voorwaarde om de samenwerking tussen een zorginstelling en de sportvereniging echt te laten slagen is dat zowel bestuur en management van de zorginstelling als de mensen op de werkvloer de meerwaarde van de samenwerking zien en dat deze wordt opgenomen in de werkprocessen. Neem de sportvereniging als onderdeel mee in je behandelplan. Of zorg voor sportambassadeurs in de gehele organisatie. Mensen die de meerwaarde van de sportvereniging zien en collega’s wijzen op het belang en hoe ze het kunnen organiseren. En neem elkaars werk niet over. Laat de sportvereniging haar werk doen en het sportaanbod organiseren en zorg dat waar nodig professionals meekijken of -doen in de begeleiding van de cliënten.

3. Ga aan de slag

Ga het gewoon doen en durf fouten te maken! Het hoeft niet altijd groots en meeslepend: ga op één locatie, met één groep aan de slag en leer daarvan. Vanuit die ervaringen kun je gaan opschalen naar je hele stad, naar andere dorpen, naar nieuwe doelgroepen.

Drs. Penny Nugteren is eigenaar van adviesbureau Penderfields en adviseerde veel gemeenten over de uitvoering van hun sport- en welzijnsbeleid. Drs. Sanne Scholten is adviseur strategie en beleid bij Rotterdam Sportsupport en richt zich vooral op de verbinding van sport en  andere sectoren. Zij schreven samen de  whitepaper ‘Samenwerken met sportverenigingen voor een vitale samenleving: grijp die kans!’ om gemeenten en zorgorganisaties op te roepen de toegevoegde van sportverenigingen te ontdekken en vooral de samenwerking aan te gaan.

 

Zorg + Welzijn is veranderd! Heb je het al eens gelezen? Blader hier een van onze nieuwe nummers door >>
En we hebben een mooi aanbod voor je: nu meer dan 40% korting op een  abonnement >>

1 REACTIE

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.