Borstlap heeft voor de rapportage ‘Lessen uit de Achterhoek’ gesproken met gemeenten, zorgaanbieders, zorgverzekeraars werkgevers- en werknemersorganisaties. Zijn rapport is geschreven als antwoord op de vraag of de ervaringen met de aanbesteding van huishoudelijke verzorging in de Achterhoek, mogelijk behulpzaam konden zijn bij de transitie naar de nieuwe Wmo.

De transitie naar de nieuwe Wmo 2015 is complex, maar biedt ook kansen. Dat stellen de gesprekspartners van waarnemer Hans Borstlap. Hoe de ervaringen met de huishoudelijke verzorging kunnen bijdragen aan de transitie, is te vinden in zijn rapportage. Lees hier de aanbevelingen >>

Beleidsvrijheid

Zo hebben de gemeenten bij Borstlap benadrukt dat de invoering van de nieuwe Wmo een leerproces is. Dat vraagt om tijd, geduld en afstand van de wetgever. Ook als blijkt dat de nieuwe Wmo niet overal vlekkeloos wordt uitgevoerd. Gemeenten willen hun ‘beleidsvrijheid’ in stand te houden.

Herindicatie

Om de overgang van personeel en cliënten in de nieuwe Wmo goed te laten verlopen, zouden gemeenten moeten werken met meerjarige contracten en een geleidelijk proces van herindicatie. ‘Het zal aanbieders de tijd en ruimte geven om, in overleg met werknemersorganisaties, tot hanteerbare scenario’s te komen voor adequaat personeelsbeleid. En voor aanpassing van het personeelsbestand aan de nieuwe situatie.’

Inkoop

Borstlap concludeert dat de huishoudelijke zorg als voorziening verandert: Er word niet een specifieke voorziening ingekocht – twee uur schoonmaken in huis – maar een resultaat: een schoon huis. In verschillende steden wordt al op deze manier gewerkt. Samenwerking is het devies en moeten worden betrokken in het inkoopproces. Borstlap: ‘VWS en VNG geven wel informatie om gemeenten te helpen bij de inkoop, maar opvallend genoeg zijn de aanbieders van ondersteuning niet daarbij betrokken. Dat is vreemd en niet praktisch.’ Borstlap pleit bovendien voor een gereguleerde particuliere markt voor huishoudelijke zorg en ondersteuning.