Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Protest tegen bezuiniging gesubsidieerde banen in speeltuinwerk: Parels in de wijk

Door de kortingen op gesubsidieerde arbeid dreigen veel toezichthouders op speeltuinen hun In- en doorstroombaan te verliezen. De stichting Buurt- en Speeltuinwerk in Rotterdam vreest voor sluiting van zestig speeltuinen en dertig Duimdroppen voor speelgoeduitleen. Speeltuinwerk Rotterdam is begonnen met acties. ‘Als we de juiste kwaliteit niet meer kunnen bieden, dan moeten sluiten.’

Op een mooie nazomerwoensdagmiddag in september is het tijd voor Mengelmoesen in speeltuin “Kinderparadijs Meidoorn” in Rotterdam. Tijdens deze instuifmiddag kunnen alle kinderen uit de buurt meedoen aan activiteiten. Vandaag gaan ze stoepkrijten. Ongeveer dertig kinderen, vooral meisjes, tekenen op het pleintje over het thema ‘liefde’. De jongens vinden dit over het algemeen maar niks. Zij gaan liever voetballen met een begeleider op het belendende speelveld De Avonturentuin. De speeltuin bevindt zich in Rotterdam-Noord, waar veel Turkse en Marokkaanse kinderen wonen. Het pleintje is een soort binnenplaats, alleen via een hek toegankelijk. Een kleurrijk speelplein met allerlei speeltoestellen springt in het oog, maar binnen gebeurt ook veel. In de activiteitenruimte kunnen kinderen knutselen en in de ruimte Hutspot is een podium voor de drama- en theaterlessen. Hier staat ook een elektrisch fornuis voor kooklessen. Turkse en Marokkaanse moeders kunnen hier een kijkje komen nemen en bijkletsen in een knus hoekje. In de Avonturentuin wordt gevoetbald en gevolleybald, maar kun je ook groene vingers krijgen. In een heuse Botanische tuin en in de moestuin planten kinderen zelf zaadjes, wieden het onkruid en geven de plantjes water.

De twaalfjarige Leila komt hier elke dag. Ze gaat naar de meisjesclub ‘Meidenzaken,’ waar spannende dingen speciaal voor meisjes gebeuren. Bij de ‘ZieZeiZoe-club’ kookt ze en verder volgt ze nog drama en theater in ‘de Hutspot’. De zomer was het allerleukst, zegt ze. ‘Toen hebben we een Willie Wortel-project gedaan en maakten we allemaal leuke dingen.’

Het Kinderparadijs is de parel in de wijk, vindt toezichthouder en begeleider Ed Pelger. Hij werkt al vanaf 1993 in de speeltuin, via een ID-baan (in- en doorstroombaan). Hij is net begonnen met de opleiding Sociaal Cultureel Werk (SCW), die voor een groot deel gefinancierd wordt door de gemeente. Het duurde even, maar hij weet het inmiddels zeker: ‘Ik wil met kinderen werken. Vroeger heb ik in de elektronica gezeten en een tijdje in de bouw gewerkt. Toen ik die baan kwijt raakte mocht ik van de gemeente een cursus meubelsmaken doen. Weet je welke “passende baan” ik na die cursus kreeg aangeboden? Betonstorter. Ik werd werkloos. Het werk dat ik nu doe vind ik geweldig, maar het is niet gemakkelijk. Dagelijks komen hier veel kinderen, allemaal van Turkse en Marokkaanse afkomst. En brutaal dat ze zijn! Je moet echt stevig in je schoenen staan, want ze testen je behoorlijk uit.’

Ook kinderen die verwaarloosd zijn door hun ouders komen bij Pelger in het Kinderparadijs. Met hen probeert hij een vertrouwensband op te bouwen en hij geeft hen extra aandacht. ‘Je ziet de kinderen die hier vaak komen na een tijdje veranderen. Ze worden socialer en tonen meer respect. Ons werk is erg belangrijk in de buurt.’ Maar het voortbestaan van het Kinderparadijs is niet zeker. Eind augustus demonstreerden honderden kinderen op de Coolsingel in Rotterdam. ‘Speeltuinen moeten openblijven,’ schreeuwden ze naar de bestuurders is het stadhuis.

Absoluut minimum

Door de kortingen op gesubsidieerde arbeid dreigen veel toezichthouders van speeltuinen hun ID-baan te verliezen. De stichting Buurt- en Speeltuinwerk (BSW) in Rotterdam heeft de afgelopen weken allerlei acties gevoerd. Als één van de grootste stichtingen voor buurt- en speeltuinwerk in Nederland neemt BSW Rotterdam het voortouw in de protesten tegen het nieuwe beleid. Gevreesd wordt dat in de stad 250 ID’ers hun baan verliezen. Het voortbestaan van zestig Rotterdamse speeltuinen staat op het spel. Ook de speelgoeduitleen Duimdrop komt op dertig pleinen in de problemen als de ID-banen verdwijnen. Directeur George Broeseliske van de BSW noemt het huidige budget voor het speeltuinwerk het absolute minimum. ‘Het belang van de kinderen staat voorop. We kunnen geen goed product leveren als we met minder toezichthouders gaan werken.’

Sinds 1 januari 2003 is de verantwoordelijkheid voor de gesubsidieerde arbeid overgeheveld naar de steden. De budgetten zijn onderdeel geworden van de Wet Werk en Bijstand. Met het overdragen van de verantwoordelijkheid zijn de bedragen gekort. De stichting kampt met twee problemen. Allereerst heeft BSW in 2004 een korting op de overhead van 425 euro per werknemer voor de kiezen gekregen. Het huidige budget is volgens Broeseliske niet toereikend. ‘Als we niet extra geld krijgen, dan kunnen we coördinatoren niet langer in dienst houden en is er niet voldoende begeleiding van de ID’ers. Als we de juiste kwaliteit niet meer kunnen bieden, dan zullen we moeten sluiten.’ Wethouder Wim van Sluis, de verantwoordelijke voor de ID-regeling, heeft nog niet positief gereageerd op het verzoek om aanvullende middelen.

Naast de huidige financiële problemen maakt Broeseliske zich grote zorgen om het afbouwen van de ID-regeling. ‘Van Sluis heeft voorgesteld om volgend jaar nog eens duizend euro te korten op de overhead, maar uiteindelijk wil hij van de ID-regeling af. Hij gaat kijken wie naar de reguliere arbeidsmarkt kan doorstromen en voor de ontstane vacature wordt geen nieuwe werknemer meer aangenomen. Vroeger was er een zogenaamde “speeltuinopa”, die op vrijwillige basis de speeltuin openhield. Maar dat kan in deze tijd niet meer. In de Europese wetgeving worden strenge eisen gesteld aan de veiligheid van speeltuinen en kinderen zijn tegenwoordig een stuk lastiger in de omgang geworden. En bovendien: waar vind je vrijwilligers die elke dag op vaste tijden de speeltuin openhouden?’

Speeltuinopa

Wethouder Van Sluis benadrukt in een brief aan de deelgemeente dat het budget werk niet is bedoeld voor het op peil houden van voorzieningen, maar om de reïntegratie van werklozen en bijstandsgerechtigden te bevorderen. Hij schrijft: ‘Nu de tering naar de nering moet worden gezet is het helemaal niet vreemd als de terugkeer van de “speeltuinopa” en ander vrijwilligerswerk wordt overwogen.’ Van Sluis lijkt het belang van goed speeltuinwerk niet in te zien, zegt Broeseliske. ‘Zo’n 37 procent van de Rotterdamse kinderen bezoekt regelmatig een speeltuin of maakt gebruik van duimdrop. In een tijd dat kinderen veel te dik zijn door te weinig beweging kunnen wij ze weer aan het rennen en het vliegen krijgen. Bovendien hebben we ook een belangrijke signaalfunctie. Kinderen die opvallend gedrag vertonen kunnen we doorverwijzen naar een deskundige. Begeleiders houden bijvoorbeeld verwaarloosde kinderen in de gaten en hebben contact met school en met maatschappelijk werk. Kinderen een leuke jeugd geven en zicht op ze houden, dat is belangrijk.’

Vertrouwde plek

Wat Broeseliske erg steekt, is de houding van de gemeente. ‘Ze doen alsof BSW de regeling zou misbruiken. We hebben altijd veel taken opgepakt en zijn nieuwe initiatieven gestart, gestimuleerd door de gemeente om reïntegratieplekken te creëren. De gemeente heeft de situatie zelf geschapen. Door de inzet van ID’ers kunnen we veel werk doen waar grote behoefte aan is.’ Van de 250 ID’ers heeft ruim twintig procent een MBO-opleiding via de BSW gevolgd. Maar het omzetten van een gesubsidieerde naar een reguliere baan is bij een welzijnsinstelling als de BSW financieel niet mogelijk, zegt Broeseliske.

Toezichthouder Pelger is positief ingesteld. Hij verwacht dat de wethouder het belang van goed speeltuinwerk tijdig in zal zien en met geld over de brug komt. ‘We werken op het Kinderparadijs met zes ID’ers en als er een paar weg moeten, dan kunnen we niet langer zes dagen per week open zijn.’ De speeltuin heeft drie vrijwilligers, een paar jaar geleden waren dat er nog tien. ‘Als we toch moeten sluiten, dan zou dat echt vreselijk zijn voor de kinderen. Ze hebben hier een veilige, vertrouwde plek waar ze altijd naar toe kunnen. Doordat je de meeste kinderen geregeld ziet, bouw je een band met ze op. Als je steeds meer met ze praat, word je behalve toezichthouder ook een halve psycholoog. Ze komen bij mij met problemen, maar ook als ze wat leuks te vertellen hebben. Dat maakt het contact zo bijzonder.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.