Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Impuls voor de samenwerking, maar soms ook omstreden: 5 nieuwe functies in de wijk

Van keukentafelgesprekken bij cliënten thuis tot drugscriminaliteit op de hoek van de straat: het takenpakket van een wijkteam is zeer divers. Om de samenwerking in de wijk een boost te geven, zijn de afgelopen jaren diverse nieuwe rollen ontstaan. Helpt het? Zorg+Welzijn licht vijf opvallende nieuwe functies in de wijk uit.
Basisbaan
Basisbaan

1. De wijk-GGD’er

De wijk-GGD’er (ook wel wijkfunctionaris, zorgverbinder of wijk-ggz’er genoemd) is de spin in het web bij de aanpak van onbegrepen gedrag. Wijk-GGD’ers ondersteunen mensen die verward of onbegrepen gedrag vertonen en verbinden hen met de juiste zorgverlener. Deze professional gaat af op eigen signalering van verward gedrag of signalering door andere professionals – van politie, de huisarts, bewoners tot sociaal werkers – en kan snel handelen om te voorkomen dat situaties escaleren.

De functie van wijk-GGD’er is relatief nieuw, en voor sommige hulpverleners is de samenwerking even wennen. Het helpt om goed uit te leggen in welke gevallen zorgverleners bij de wijk-GGD terechtkunnen. Wijk-GGD’er Karlijn Poelmans en maatschappelijk werker Jacqueline van den Acker uit Oisterwijk werken nauw samen om mensen met verward gedrag de juiste hulp te bieden. ‘Wij zijn van de korte klap: we handelen snel, kijken wat er nodig is en schakelen vervolgens hulp in’, vertelt Poelmans. Wanneer cliënten te maken hebben met gezinsproblemen, psychosociale problematiek of financiële problemen, doet Poelmans juist een beroep op de expertise van Van den Acker.

Lees hier over hun samenwerking: Hoe sociaal werkers en wijk-GGD’ers elkaar omhoog tillen

2. Jeugdzorgwerker op school

Met het project ‘Jeugdhulp op speciaal onderwijs’ willen jeugdhulporganisaties en scholen in de BAR-gemeenten (Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk) voorkomen dat kinderen met een zorgvraag uitvallen. Zo begon Annemijn Willemsen als jeugdwerker bij SBO de Wijngaard. Door in een eerder stadium te signaleren dat er hulp nodig is, kan zij problemen voorkomen.

Op dit moment werkt het onderwijs- en hulpverleningssysteem simpel gezegd vaak zo: een leerling die extra hulp nodig heeft, moet uitvallen van school en thuis komen te zitten vóór er een indicatie wordt afgegeven en andere hulpverlening opgestart kan worden. ‘Dan zijn we vaak maanden verder’, vertelt Helma Kaashoek, manager bij jeugdhulporganisatie Distinto, een van de organisaties achter ‘Jeugdhulp op speciaal onderwijs’. Als hulp nodig is voor een kind dat nog niet is uitgevallen op school, duurt het bovendien vaak ook meerdere maanden voor de beschikking van het wijkteam is afgegeven.

In die tijd is de kans op escalatie thuis groot en zijn vaak zware ondersteunings- en hulpverleningstrajecten nodig om alles weer een beetje vlot te trekken, zegt Kaashoek. ‘Met een jeugdwerker, die 32 uur per week op school rondloopt, kunnen we in een eerder stadium signaleren dat er hulp nodig is en de schade voorkomen. Het gaat vaak om kinderen met ADHD, een lvb, gedragsproblematiek, autisme of angsten. Voor de inzet van jeugdhulp op school is geen indicatie/beschikking nodig.’

Lees hier het hele verhaal: Hoe is het om jeugdzorgwerker te zijn op school? ‘Je stapt een totaal andere cultuur binnen’

Op dinsdag 26 september wordt het Jaarcongres Wijkteams 2023 in Veenendaal gehouden. Je leert:

  • Wat de samenleving zelf kan
  • Wat dat betekent voor de verhoudingen in de wijk
  • Hoe je je als sociaal werker kunt verhouden tot bewonersinitiatieven in zorg en welzijn

Op het Jaarcongres Wijkteams krijg je ook:

  • Een stand van zaken rondom wijkteams 2023: wat gaat goed en wat kan beter (verzorgt door Silke van Arum van Movisie)
  • Uitleg over de Hervormingsagenda Jeugd en het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming van Marenne van Kempen,
    Transformatieleider voor het Toekomstscenario kind- & gezinsbescherming, Gemeente Amsterdam
  • Verdieping van ethicus Jurja Steenmeijer, die je gaat helpen met professionele autonomie, dus verantwoord met je keuzes omgaan.

Lees hier het volledige programma van het Jaarcongres Wijkteams op 26 september en meld je aan. Let op, de kaartverkoop gaat hard.

3. Informele hulp in de buurt

‘Ik denk dat we het opvoeden een beetje verleerd zijn.’ Dat zegt Leontine Bibo, oprichter en directeur van Buurtgezinnen, over de manier waarop ‘we’ kinderen grootbrengen.  ‘De ouders van nu willen dat de opvoeding van hun kind(eren) heel soepel en zonder wrijving verloopt. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Gelukkig maar’, lacht ze. Stress hoort er ook bij in gezinnen, legt Bibo uit. ‘Maar laten we daar niet te overspannen op reageren.’

Buurtgezinnen koppelt waarbij gezinnen die om wat voor reden dan ook steun kunnen gebruiken aan een stabiel en warm nest in de wijk. Sinds de oprichting in 2015 groeide deze vorm van informele gezinshulp explosief. ‘Er zijn veel gezinnen waarin sprake is van stress, waar het tegenzit. Denk aan een scheiding, armoede, een zieke ouder, een burn-out en ga zo maar door. Met een steungezin in de buurt krijgen die kinderen juist wat extra liefde en aandacht’, schetst Bibo. ‘Ook verbreden we op deze manier de horizon van ouders én kinderen.’

Het gezegde it takes a village to raise a child is wat haar betreft helemaal van toepassing. ‘De samenleving is de afgelopen decennia individualistischer geworden. Mede daardoor is het collectief grootbrengen van kinderen, voor elkaar klaar staan als de situatie daar om vraagt, uit het zicht geraakt. Het zou een goede zaak zijn als opvoeden weer een aangelegenheid van de samenleving wordt.’

Lees hier het hele verhaal: Buurtgezinnen floreert: ‘Laten we niet te overspannen reageren op stress in gezinnen’

4. Straatcoach in de wijk

De aanpak van drugscriminaliteit is een van de speerpunten van Veilig in en om School (VIOS), een programma waarmee criminaliteit op en rondom middelbare scholen in Arnhem wordt tegengegaan.

In het programma trekken middelbare scholen samen op met onder anderen de wijkagent, boa’s, wijkteams, jongerenwerkers en leerplichtambtenaren. Een aparte rol hierin is weggelegd voor straatcoaches, die dagelijks rondom de scholen en op bekende ontmoetingsplekken in de wijken te vinden. Zij fungeren als het ware als eerste schakel om contact te leggen met de jongeren. ‘Dat is geen makkelijke taak, want als de straatcoaches de tieners aanspreken, dan is hun reactie: wie ben jij en waar bemoei je je mee? Het vertrekpunt is wantrouwen, dat moet omgebogen worden tot vertrouwen’, vertelt Hans Jansen over de aanpak in Arnhem.

Daarom is het van groot belang dat straatcoaches de taal van de straat spreken. ‘Onze straatcoaches komen zoveel mogelijk uit de wijken waar zij ook werken. Ze kennen de wijk, staan dichtbij de leefwereld van de mensen die er wonen, kennen de jongerencultuur, maken makkelijk contact en zijn streetwise’, beschrijft Jansen.

Die benadering is een wezenlijk andere uitgangspositie dan bijvoorbeeld de rol die een wijkagent of de boa bekleedt. Die zoekt jongeren vooral vanuit het oogpunt van veiligheid op, terwijl jongerenwerkers juist weer belangrijk zijn in de verdere begeleiding naar hulp. ‘Jongerenwerkers zitten veel meer op het vlak van (langdurige) begeleiding en ondersteuning naar opleiding, werk of andere vormen van hulp en het organiseren van activiteiten’, zegt Jansen. ‘Als straatcoaches aanleiding toe zien om hen te koppelen aan het jongerenwerk, doen ze dat uiteraard. Het vult elkaar in Arnhem aan.’

Lees hier het hele verhaal: Het vak van straatcoach bestaat eigenlijk, maar in Arnhem zijn ‘frontsoldaten’ wel succesvol

5. De zorgarrangeur

Nog een nieuw fenomeen in de wijk: de zorgarrangeur. Hij/Zij is een aparte functionaris die cliënten moet helpen zodat ouderen langer thuis kunnen wonen. Die rol is niet onomstreden. De introductie van de zorgarrangeur zou leiden tot wéér een laag in het sociaal domein. Dat zou tijd- en geldverslindend werken.

Tegelijkertijd wordt deze rol op diverse plekken in het land vervuld. De  zorgarrangeur is een pilot van het ministerie van VWS en kan op verschillende manieren worden ingezet. Zo werd in de gemeente Ede een wijkverpleegkundige of casemanager dementie aangewezen als zorgarrangeur, die samen met de cliënt in kaart bracht hoe hij/zij zo lang mogelijk zelfstandig kon blijven wonen. Ook werd met mantelzorgers en het overige netwerk uitgezocht hoe zij dat langer zelfstandig wonen konden stimuleren.

In het Drentse Hollandscheveld was de rol van zorgarrangeur juist breder van opzet: die richtte zich op kwetsbare, nog thuiswonende inwoners vanaf 18 jaar met een professionele hulpvraag. De ‘dorpsregisseur’ werd aangewezen als zorgarrangeur en kreeg de taak om alle ondersteuning vanuit de Wmo te regelen.

Het achterliggende idee van de zorgarrangeur is dat het domeinoverstijgend werken een impuls krijgt. In de drie pilotgemeenten werden cliënten beter geholpen en kwamen ze minder snel in een wlz-voorziening (Wet langdurige zorg) terecht, claimde het ministerie dit voorjaar.

Lees hier het hele verhaal: De zorgarrangeur: net nieuw en nu al kritiek, wat verandert er nu echt?

Blijf op de hoogte van de laatste praktische inzichten over het werken in wijkteams met de gratis online nieuwsbrieven van Zorg+Welzijn, het vakmedium voor professionals in het sociaal domein.>>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.