Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Centrum voor jeugd en gezin: werkt het?

Inmiddels openen steeds meer gemeenten een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Een goed moment om vooruit te blikken en na te denken over mogelijkheden om te meten of het CJG werkt zoals het bedoeld is. Ook vanuit de gemeentelijke politiek wordt druk uitgeoefend om de resultaten van het CJG te meten. Hoe pak je zoiets aan?
Centrum voor jeugd en gezin: werkt het?

Landelijk zijn de basistaken van het CJG vastgelegd, uiteenlopend van informatie en advies en licht pedagogische hulp tot coördinatie van zorg. Om de prestaties van het CJG te beoordelen, is het van belang eerst de uitgangspunten en doelen te expliciteren en te vertalen naar meetbare indicatoren. Een volgende stap is te bekijken op welke manier de gewenste resultaten gemeten worden. Ik licht deze werkwijze toe aan de hand van het voorbeeld: ‘één gezin, één plan’.

Eén taak van het CJG is het coördineren van zorg aan een gezin volgens het principe ‘één gezin, één plan’. Eén plan, waarbij de zorg voor de jongere én het gezin zo snel, zo goed en zo eenvoudig mogelijk wordt georganiseerd. Een plan waarbij niet alleen naar de jeugdzorg wordt gekeken, maar ook naar bijvoorbeeld hulp op school of begeleiding naar werk en schuldhulpverlening.

De doelstelling ‘één gezin, één plan’ valt uiteen in een aantal resultaten, die het feitelijk uitvoeringsproces van het CJG oplevert. Zowel van de cliëntgebonden als van ondersteunende werkzaamheden. Denk hierbij aan effectief coördineren van zorg, signalen bundelen, netwerksamenwerking, samenwerking met huisartsen  en aansluiting met het onderwijs. Aan elk resultaat kunnen meerdere indicatoren gekoppeld worden.

Nemen we netwerksamenwerking als voorbeeld, dan zijn indicatoren te meten als: cliënten ervaren de (begeleiding naar) zorg en ondersteuning als een geheel, cliënten hebben één aanspreekpunt en cliënten worden niet in meerdere overlegstructuren besproken. Onderzoeksmethoden die hierbij passen, zijn interviews met cliënten en interviews of bijeenkomsten met professionals.

Om antwoord te kunnen geven op de vraag of het CJG werkt, is het belangrijk om te onderkennen dat het om een complexe materie gaat. Vaak gaat het om een combinatie van harde en zachte resultaten, waarbij zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek nodig is.

Naast de evaluatie van het feitelijk uitvoeringsproces (zie voorbeeld hierboven) vraagt een kwalitatief goede prestatiemeting om informatie over elementen als: middelen die worden ingezet om het proces uit te voeren (deskundigheid, faciliteiten en huisvesting), prestaties en geleverde producten en effecten.

Het evalueren van het CJG vraagt om maatwerk dat recht doet aan de doelstellingen en resultaten die een individuele gemeente benoemd heeft. Met de uitkomsten van het onderzoek kan – of liever gezegd moet een gemeente (ook) verantwoording afleggen aan de politiek. Er gaan tenslotte grote bedragen om in het ontwikkeling en uitvoering van het CJG. 

Nan Bettonvil is adviseur bij K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken. K2 versterkt het jeugdbeleid van overheden, het werk van jeugdvoorzieningen en de kracht van ouders en jeugd zelf.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.