Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Bezoekvrouwen Zwolle halen allochtone vrouwen uit isolement

Het project Bezoekvrouwen uit Zwolle en Kampen ontving in 2005 van prinses Máxima het Appeltje van Oranje, de jaarlijkse prijs voor succesvolle welzijnsprojecten van het Oranjefonds. Een bezoekvrouw haalt vrouwen uit hun isolement en begeleidt ze naar taalles, scholing, werk, opvoedingsadvies, hulpverlening of de gezondheidszorg.

De Turkse Fatma Demir is boos op een Nederlandse kapster die haar kapsel heeft verprutst. Ze wil een schadevergoeding, maar weet niet goed hoe ze die moet afdwingen. Fatma stapt voor advies naar de Ombudswinkel en onderhandelt daarna met de kapster. Nadat ze dreigt slechte mond-tot-mondreclame voor de kapsalon te maken, gaat de kapster overstag. Vroeger zou Fatma zoiets nooit gedurfd hebben, nu is ze trots dat ze haar recht heeft gehaald.

Of neem de groep Turkse vrouwen, die zich na de moord op Theo van Gogh niet meer op hun gemak voelen. Ze worden door hun buren met de nek aangekeken. De dames laten dit niet gebeuren en organiseren daarom een bazaar waarin ze de goede kanten van de Turkse cultuur presenteren, met thee, koekjes, hapjes en ander lekkers. Het evenement is een groot succes.

Onbereikbaar
Loes van der Meer, tot voor kort coördinator van het Bezoekvrouwen-project in Zwolle en Kampen, haalt deze voorbeelden aan om te illustreren waartoe de inzet van bezoekvrouwen kan leiden: allochtone vrouwen die niet alles over hun kant laten gaan en zich mondig gedragen. De start van het bekroonde project ligt in 1993, toen de wethouder voor Grotestedenbeleid aan de welzijnsinstelling Travers vroeg uit te zoeken waarom reguliere instellingen zo weinig allochtone vrouwen bereikten. Van der Meer zette een onderzoeksproject op. ‘Ik bedacht dat als je allochtone vrouwen wilt bereiken, je mensen nodig hebt die de taal en cultuur goed kennen, intermediairs oftewel tussenpersonen. Ik heb toen gezocht naar soorten tussenpersonen in het land. In Zaandam had je een project voor allochtone vrouwen die andere vrouwen bezochten, buurtcontactvrouwen die vrijwillig werkten. In Zwolle zijn we daarover gaan praten met zelforganisaties en sleutelfiguren en daaruit ontstond het project Bezoekvrouwen.’

Van der Meer wierf vervolgens twee bezoekvrouwen die onder 160 Turkse en 110 Antilliaanse vrouwen een eerste onderzoek deden. Daaruit bleek dat velen zich geïsoleerd voelden en vaak last hadden van heimwee, psychische en gezondheidsproblemen. ‘Die vrouwen waren blij dat er iemand kwam en naar ze luisterde. De bezoekvrouw ging met ze mee naar de dokter of een instelling, en dan hadden ze niet meer het gevoel dat ze er alleen voor stonden.’ Na een succesvolle start van het project volgde in 1994 de aanstelling van vijf bezoekvrouwen met een Melkert-baan voor Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en woonwagenvrouwen. In 1998 werd het aantal uitgebreid naar zes. Inmiddels hebben de bezoekvrouwen liefst 1200 allochtone vrouwen bereikt.
Het komende jaar wordt Travers door het Oranjefonds in staat gesteld om advies en ondersteuning te bieden bij het opzetten van bezoekvrouwenprojecten in andere plaatsen. Ook gaat het helpen bij het aanvragen van financiële ondersteuning van het Oranjefonds.

Buitenwereld
Adalet Basyigit-Eyiis is bezoekvrouw in Kampen en richt zich op de ongeveer 250 Turkse vrouwen in de stad. Als ze hoort dat een vrouw geïsoleerd leeft, gaat ze bij diegene op bezoek met een vragenlijst. Aan de hand van deze vragenlijst ontstaat een beeld van de levenssituatie van deze vrouw en de vragen die ze heeft op het gebied van scholing, werk, opvoeding of gezondheid. ‘Ik laat ze zien welke praktische dingen ze kunnen leren. Voor de vrouw zelf en voor haar kinderen is het goed om zich beter op de buitenwereld te oriënteren. Ik overleg op welke manier we eventueel als groep bij elkaar kunnen komen en ik bekijk welke belemmeringen ze hebben om aan groepsactiviteiten deel te nemen, bijvoorbeeld oppas voor de kinderen.’

Een bezoekvrouw moet een goede kennis hebben van de sociale kaart van de wijk en de stad, om aan te sluiten bij de lokale situatie, aldus Loes van der Meer. ’ Een bezoekvrouw is geen hulpverleenster, maar helpt mensen wel daar te komen waar ze geholpen kunnen worden. Ze is geen tolk, maar helpt wel om de eerste communicatieproblemen uit de weg te ruimen. Heel vraaggericht. Ze is niet alleen bezig met vrouwen opzoeken, maar ook met ze in beweging te krijgen.’

Zo organiseert Basyigit-Eyiis een voorlichtingsbijeenkomst over opvoeding samen met de consulente van de ouder-kindzorg. ‘Vrouwen hebben veel behoefte informatie over de opvoeding van jonge kinderen, maar komen ook graag bij elkaar. Dan merken ze dat ze niet de enige zijn die met vragen zitten. Als je zo’n groep vrouwen actief krijgt, bereik je daarna ook meer mensen.’

Onbevangenheid
Loes van der Meer verklaart het succes van het Bezoekvrouwen-project voor een groot deel uit het draagvlak dat ze vooraf heeft verworven bij zelforganisaties en sleutelfiguren. ‘Leg eerst een goede basis. Ga niet uit van je eigen ideeën, maar onderzoek of zo’n project gewenst is. Als zelforganisaties het niet zien zitten, moet je er misschien niet aan beginnen.’ Valkuilen zijn er ook genoeg, schetst ze. Sommigen proberen de bezoekvrouw bijvoorbeeld voor hun karretje te spannen, door haar steeds opnieuw mee te vragen naar de dokter. En soms verliezen bezoekvrouwen zelf hun kerntaken uit het oog. ‘Dan vinden ze groepen begeleiden zo leuk, dat ze nauwelijks tijd overhouden om bezoeken af te leggen of nieuwe mensen op te sporen.’

Het succes van het project is ook een gevolg van de persoonlijke inzet van Loes van der Meer als coördinator, denkt Adalet Basyigit-Eyiis. ‘Loes geeft je een prettig gevoel. Ze is heel geduldig, praat en lacht veel met je mee. Ze geniet als we plezier hebben en geeft je het gevoel dat we van hetzelfde niveau zijn.’ Van der Meer zelf zegt met zoveel woorden dat ze vooral nieuwsgierig en onbevangen is. ‘Ik denk niet van te voren: wat zijn die Turken raar, want dat valt natuurlijk heel erg mee. Ik heb drie jaar in een zwart gebied in Zuid-Afrika gewoond. Ik weet dus wat het betekent om in een vreemde cultuur te opereren. Ik ben juist heel erg geïnteresseerd hoe culturen naar elkaar kijken. ’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.