Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Anne-Marie Slotboom over meisjes als zedendelinquent. ‘Ze zijn niet bekend, maar ze zijn er wel’

Meisjes plegen ook zedendelicten. Het gaat om hooguit tien veroordelingen per jaar, maar er is niets bekend over het werkelijke aandeel van meisjes in zedendelicten. Criminologe Anne-Marie Slotboom doet er onderzoek naar.

Door Carolien Stam – Ze zijn zonder uitzondering ernstig misbruikt en/of hebben te maken gehad met veel geweld in de gezinssituatie. Meisjes die zedendelicten plegen, blijken bovendien veelal andere ernstige geweldsdelicten te plegen. (foto door Ram van Meel)

Dat wordt duidelijk uit buitenlands onderzoek naar de achtergrond van meisjes die veroordeeld zijn voor een zedendelict. De vraag is of alle meisjes, die zich aan een zedendelict schuldig maken, er ook allemaal uit gehaald worden.

Anne-Marie Slotboom is universitair docent criminologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en doet onderzoek naar criminaliteit onder vrouwen en meisjes. Samen met Jan Hendriks, hoofd van de jeugdafdeling forensische ambulante behandeling De Waag in Den Haag, doet zij onderzoek naar zedendelicten door meisjes. Omdat niet bekend is wat ze doen en hoe vaak het voorkomt. Het tiental in Nederland veroordeelde, dus bekende, vrouwen zou een topje van de ijsberg kunnen zijn.

‘We weten gewoon niet of het er maar weinig zijn of dat we ze niet zien,’ werpt Anne-Marie Slotboom meteen de onderzoeksvraag op. ‘In de Nederlandse gevangenissen verblijven zo’n achthonderd vrouwen. Hooguit tien zijn er veroordeeld voor een zedendelict. Maar we weten ook dat tien procent van de zedendelinquenten een meisje is. Vrouwen die zedendelicten plegen komen kennelijk niet allemaal in de gevangenis.’

Het weinige onderzoek naar meisjes als zedendelinquent komt uit de Verenigde Staten. In die onderzoeken variëren de cijfers van niets tot heel veel; van nul tot zestig procent, volgens Slotboom. ‘Het hangt af van de definities die men gebruikt.’ Duidelijk wordt in de buitenlandse literatuur wel dat meisjes op relatief jonge leeftijd misbruik plegen; gemiddeld zijn ze 11,6 jaar. Zij kiezen het meest jonge slachtoffers – basisschoolleeftijd – en vrijwel altijd familie of een bekende van de dader. Veel misbruik door meisjes vindt in een verzorgingssituatie plaats.

Prevalentie
In Nederland is nauwelijks onderzoek naar meisjes als zedendelinquent bekend. Met collega-onderzoeker Jan Hendriks doet Anne-Marie Slotboom onderzoek naar de prevalentie – het voorkomen – van meisjes die zedendelicten plegen. Hendriks is gepromoveerd op jeugdige zedendelinquenten. Hij heeft een verkennende studie gedaan naar meisjes die zedendelicten plegen.

Naar aanleiding daarvan doen Slotboom en Hendriks nu onderzoek naar in hoeverre zedendelicten bij meisjes werkelijk voorkomen. Zij bevragen via vragenlijsten – anoniem – meisjes én jongens (ruim 400) die in justitiële jeugdinrichtingen verblijven. Verder krijgen ook zo’n honderdvijftig middelbare scholieren een lijst met vragen over hun ervaringen en handelingen met betrekking tot seksueel overschrijdend gedrag.

Onder toezicht
Uit de eerste resultaten blijkt dat 7 procent van de meisjes in de justitiële jeugdinrichtingen seksueel overschrijdend gedrag laat zien, volgens Anne-Marie Slotboom. ‘Een groot deel van deze meisjes zit hier niet voor een delict, maar omdat ze onder toezicht gesteld (ots) zijn. Je zou dus kunnen zeggen: die meisjes geven aan zedendelicten te hebben gepleegd, maar ze zijn er niet voor veroordeeld.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.