Door Ephraïm Patty – De Jager staat achter het uitgangspunt van de Wmo: bijdragen aan het bevorderen en behouden van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van burgers. (Foto: Koos Groenewold)

‘Gemeenten doen het over het algemeen goed en de wil is er vaak wel, maar het ontbreekt hun aan menskracht. Het is dan ook goed dat veel gemeenten experts en bureaus inschakelen om hen hiermee te helpen.’ B&A Groep is zo’n bureau. ‘De afgelopen twee jaar waren we voornamelijk betrokken bij het opstellen van beleidsplannen op het gebied van de Wmo. Je ziet dat er al een bepaalde dynamiek is ontstaan bij het overgrote deel van de burgers.’

Tijd
De Jager gelooft niet dat de burgers vandaag de dag te verwend zijn om actief mee te doen. Maar juist dat kleine deel dat niet mee kan doen, moet niet in de kou worden gezet, vindt ze. Zo is er nog verbetering te halen op het gebied van samenwerking tussen verschillende organisaties.

‘Het is natuurlijk een vrij nieuwe wet, ik schat dat het vijf à tien jaar gaat duren voor het helemaal loopt zoals iedereen het voor ogen heeft. Het is zaak om het die tijd te geven die hiervoor nodig is. Zowel de gemeenten, de organisaties en de burgers moeten nu kijken naar de activiteiten en projecten op het gebied van de Wmo die niet goed gaan. Gezamenlijk kunnen we deze de goede richting op sturen of desnoods laten varen.’

Omdat het waarschijnlijk vijf à tien jaar duurt voor de Wmo echt goed in werking is, is het zaak dat gemeenten ook na nieuwe gemeenteraadsverkiezingen op de ingeslagen weg blijven. ‘Er moet wel continuïteit van bestuur en beleid zijn. Het kan niet zo zijn dat er om de vier jaar iets nieuws wordt bedacht. Eigenlijk zou je dus moeten werken met voortgangsrapportages die om de twee jaar verschijnen en dan ook om de vier jaar de gehele uitvoering evalueren. Zie het als een bouwproject, bijvoorbeeld van een nieuw ziekenhuis. Dat duurt ook minimaal zes jaar voor het er staat. En daar verandert tussentijds ook amper iets aan de plannen.’

Burgers weten zelf wat goed is
Ze pleit er verder voor om Wmo en lokaal gezondheidsbeleid (LGB) op elkaar af te stemmen. ‘Dit jaar moeten gemeenten met een beleidsplan en uitvoeringsprogramma over de Wmo komen. Tegelijkertijd is ook wettelijk vastgelegd dat er nu nieuwe nota’s rondom het LGB moeten verschijnen. Zo kom je tot een betere samenhang en samenwerking op sociaal terrein.’

Het is daarbij wel van belang dat de maatschappelijke vraag vanuit de burgers komt. ‘Als adviesbureau willen we natuurlijk niet gaan opleggen wat nodig is. Het is juist onze taak om de juiste ondersteuning te geven aan gemeenten en burgers, zodat de burgers zelf kunnen bepalen wat goed voor hen is.’