Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Uithuisplaatsingen zijn geen staatsontvoeringen: de fabels en de feiten

Vanwege de toeslagenaffaire zouden 1115 kinderen 'kwijt' zijn. Zelfs ontvoerd door de staat, volgens social media. Met dit 'nieuws' kreeg de jeugdbescherming de zoveelste klap in het gezicht en moest barbertje hangen. Maar is dit verwijt terecht? Nee, blijkt uit onderzoek van journalist Margot Smolenaars van Follow The Money. Zij zette de feiten op een rij.
In het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming staat een bredere blik op het gezin centraal. 'Onveiligheid staat nooit op zichzelf, er is altijd veel meer aan de hand.' Foto: goodmoments / Getty Images / iStock

Het drama dat de overheid heeft gecreëerd met de toeslagenaffaire zou ertoe hebben geleid dat 1115 kinderen uit huis zijn geplaatst en niet meer bij hun ouders kunnen terugkeren. Ze zijn ‘kwijt’. Dat was de interpretatie van cabaretier Peter Pannekoek in maart 2022 tijdens een uitzending van Dit was het nieuws. Die uitspraak is een eigen leven gaan leiden, de media sprak schande en veel burgers voegden zich – online – in het kamp #staatsontvoeringen. Dit blijken meningen te zijn die niet gestoeld zijn op feiten, blijkt uit onderzoek van journalist Margot Smolenaars. Zij publiceerde haar bevindingen in een uitgebreid artikel op het online journalistieke platform Follow The Money>>

De feiten

Smolenaars toont aan dat de cijfers die de ‘staatsontvoeringen’ onderbouwen onjuist én veel complexer zijn om te interpreteren. Het schandaal over de ‘verdwenen kinderen’ begint met de eerste cijfers die het CBS over ‘toeslagenouders’ publiceerde, in oktober 2021. Het CBS maakt melding van 1115 uithuisgeplaatste kinderen. Een half jaar later stelt het CBS dit aantal overigens bij nadat ook alle gegevens over 2021 binnen zijn gekomen en meer gedupeerden zich hadden gemeld.

Dit zijn de bijgestelde cijfers: de bekende toeslagenouders hebben in totaal 59.805 minderjarige kinderen. Tussen januari 2015 en december 2021 zijn 1675 van hen via de rechter bij hun vader en/of moeder weggehaald. Echter: van deze 1675 kinderen waren er 1120 op 30 december 2021 inmiddels uit de jeugdzorg.

Toeslagenschandaal

Voor het feit dat de 1120 kinderen (van de 1674 kinderen van toeslagenouders) de jeugdzorg inmiddels hebben verlaten vindt Smolenaars in de CBS-cijfers diverse redenen:

  • 430 kinderen zijn inmiddels meerderjarig;
  • Bij 335 kinderen is de beschermende maatregel beëindigd;
  • Bij 20 kinderen werd de beschermende maatregel tussentijds opgeheven;
  • Bij 40 kinderen ging de voogdij naar de pleegouder;
  • In 30 gevallen is het ouderlijk gezag hersteld;
  • 260 kinderen staan nog onder toezicht van de kinderrechter.

Toeslagenouders

Op 30 december 2021 waren er dus nog 555 kinderen, en niet 1115 kinderen, van toeslagenouders uit huis geplaatst. De Inspectie van Justitie en Veiligheid doet onderzoek naar de achtergronden van deze uithuisplaatsingen. Dat onderzoek loopt nog, er valt nog niet te zeggen of die uithuisplaatsingen rechtstreeks verband houden met het toeslagenschandaal.

Gedwongen uithuisplaatsingen

De cijfers zijn niet altijd één op één te interpreteren, zo blijkt uit het artikel van Follow The Money: ‘Het CBS heeft als enige instantie landelijk zicht op hoeveel kinderen uit huis zijn geplaatst. Daarbij moet worden aangetekend dat het CBS alleen gedwongen uithuisplaatsingen kan tellen, oftewel de gevallen waar de kinderrechter aan te pas is gekomen. Vrijwillige uithuisplaatsingen, waarmee de ouders instemmen of die ze zelf initiëren, of semi-vrijwillige, via ‘drang’ – dat wil zeggen: onder dreiging dat de rechter alsnog wordt ingeschakeld als de ouders niet meewerken – worden niet landelijk bijgehouden.’

Jeugdhulp met verblijf

‘Wat het tellen van uithuisplaatsingen lastig maakt, is dat een uithuisplaatsing niet als zodanig in de boeken staat. Om die te achterhalen, moet het CBS twee groepen combineren: kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel en kinderen die bij een jeugdhulpaanbieder wonen, in CBS-taal: ‘jeugdhulp met verblijf’. Onder die laatste groep vallen echter ook alle kinderen die vanwege “zorginhoudelijke redenen” niet thuis kunnen wonen. Denk aan kinderen met ernstige psychiatrische ziekten of stoornissen, kinderen met meer dan één aandoening, of kinderen met verstandelijke beperkingen die verhinderen dat ze thuis kunnen wonen.’ Aldus staat beschreven in het artikel op Follow The Money>>

Vrijwillige uithuisplaatsing

Verder zijn er ook de vrijwillige uithuisplaatsingen, waarbij ouders zelf het initiatief nemen om het kind uit huis te plaatsen. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) schat dat ongeveer de helft van alle uithuisplaatsingen vrijwillig gebeurt. Heeft vrijwillige hulpverlening niet genoeg effect binnen het gezin, dan kan de jeugdbeschermer extra voorwaarden stellen aan de ouders – drang – om een gang naar de rechter te voorkomen. Het probleem is dat deze ‘drang’ buiten de wet om is ontstaan. Een ongewenste ontwikkeling, blijkt uit de “Wetenschappelijke factsheet uithuisplaatsingen”. Omdat elke gemeente dit ‘op eigen wijze’ regelt en niet centraal staat geregistreerd hoeveel gezinnen met deze bemoeizorg te maken krijgen.

Rechtsbescherming is knelpunt

Hoogleraar Mariëlle Bruning, een van de opstellers van de factsheet, vertelt in een artikel op de website van Zorg+Welzijn dat jeugdrechters niet goed kunnen beslissen wat de beste plek is voor een kind dat niet meer thuis kan wonen. Het belangrijkste knelpunt is de rechtsbescherming van ouders en kinderen die te maken krijgen met uithuisplaatsing. Te denken valt onder meer aan spoedprocedures zonder vooraf gehoord te worden, onzorgvuldige rapporten, het gebrek aan juridische bijstand en een open rechtsgrond. Onder de huidige wetgeving is een ruime interpretatie voor uithuisplaatsing mogelijk, aldus Bruning. Lees het artikel op Zorg+Welzijn>>

Kampioen Uithuisplaatsen

Verder nuanceert journalist Smolenaars van Follow The Money in haar artikel met cijfers het beeld dat het aantal uithuisplaatsingen gestaag stijgt en dat Nederland ‘kampioen uithuisplaatsen’ zou zijn. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGZ) onderzocht 45 zaken uit 2021 om het feitenonderzoek dat voorafgaat aan gedwongen uithuisplaatsingen te analyseren. ‘In 2021 waren er volgens de berekening van de Inspectie 3301 nieuwe uithuisplaatsingen’, schrijft Smolenaars. ‘Nieuw houdt in dat de rechter de eerste machtiging voor uithuisplaatsing afgaf. Dat betekent dat er in dat jaar gemiddeld negen kinderen per dag voor het eerst uit huis werden geplaatst.’

Feitenonderzoek

De belangrijkste conclusie uit het onderzoek van de IGZ: in geen enkel dossier was het feitenonderzoek volledig op orde. Andere conclusies:

  • ‘De meeste jongeren die in 2021 voor het eerst uit huis werden geplaatst, zijn 16 of 17 jaar.
  • In meer dan de helft van de 45 gevallen (51,1 procent) komen deze kinderen bij familie of vrienden van het gezin terecht.
  • In ruim twintig van de onderzochte uithuisplaatsingen stonden zowel ouders als de jongeren achter de beslissing.
  • Bij elf uithuisplaatsingen was geen van de betrokkenen het met de uithuisplaatsing eens.’

Ingewikkelde problematiek

In alle 45 onderzochte dossiers is sprake van ingewikkelde problemen op meerdere fronten. ‘Dit onderzoek nuanceert het maatschappelijke beeld dat voornamelijk jonge kinderen uit huis worden geplaatst, dat zij door een enkele aanleiding bij hun ouders worden weggehaald en in een instelling worden geplaatst,’ schrijft de Inspectie.

Lees het hele artikel van Margot Smolenaars op Follow The Money>>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.