Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Rechtsbescherming na uithuisplaatsing in gevaar, rechter staat te ver weg

Jeugdrechters kunnen niet beslissen wat de beste plek is voor een kind dat niet meer thuis kan wonen. Na uithuisplaatsing heeft de rechter bovendien onvoldoende zicht op wat er wordt gedaan om het kind met ouders te herenigen. ‘Dit is problematisch, kinderen zijn gebaat bij stabiel en doorgaand contact met ouders’, stelt hoogleraar jeugdrecht Mariëlle Bruning van Universiteit Leiden.
Foto Fotolia
Premium

Op verzoek van de Tweede Kamer en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen stelde Bruning samen met dr. Kartica van der Zon (afdeling jeugdrecht), prof. Lenneke Alink en dr. Sabine van der Asdonk (pedagogische wetenschappen) een factsheet op over uithuisplaatsingen. De wetenschappers, allemaal verbonden aan de Universiteit Leiden, focusten zich daarin vooral op de huidige juridische en gedragswetenschappelijke inzichten.

Rechtsbescherming

Het “belangrijkste knelpunt” is volgens de Leidse wetenschappers de

Premium

Wil je dit artikel lezen?

Neem een Zorg+Welzijn kennismakingsabonnement voor slechts € 15. Na twee maanden stopt het abonnement automatisch.


  • Onbeperkt alle premium artikelen lezen
  • Online alle artikelen uit Zorg+Welzijn magazine lezen
  • Toegang tot meer dan 900 zinvolle dagbestedingsactiviteiten

Al abonnee? Log dan in

2 REACTIES

  1. Voor 1995 was de kinderrechter de belangrijkste pilaar bij de uitvoering van de OTS. Het was de kinderrechter die heerste. Hij stuurde het hele proces over de jeugdige aan. Een gezinsvoogd bracht verslag uit aan de rechter en die besliste wat er moest gebeuren. De rechter besliste dus niet alleen over het opleggen van de maatregel, maar was ook verantwoordelijk voor de uitvoering.1 Door een wetswijziging in 1995 veranderde de positie van de kinderrechter. Deze rechter was vanaf toen niet meer verantwoordelijk voor de uitvoering van de OTS, maar beperkte zich tot zijn rechtsprekende taak. Een gezinsvoogdijinstelling werd verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregel.2 Door de invoering van de WJZ in 2005 werd BJZ de verantwoordelijke instelling. Het jeugdrecht staat op dit moment opnieuw aan de vooravond van een ingrijpende wijziging. Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2015 de kinderbeschermingsmaatregelen herzien worden en de transitie jeugdzorg voltooid is. Het Wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen verandert de gronden van de OTS en roept een maatregel in het leven waardoor er eerder in het gezinsleven ingegrepen kan worden.3 Door de transitie van de jeugdzorg krijgen gemeenten de verantwoordelijkheid over de uitvoering van alle zorg voor kinderen, jongeren en hun ouders. Gemeenten krijgen na de transitie ook de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de OTS.

    Misschien de positie van de Kinderrechter weer terug naar voor 1995? Dubbele pet op was toen niet meer gewenst voor de Kinderrechter.
    Toch denk ik dat dit op zijn minst opnieuw bekeken moet worden.

  2. Lees alle reacties

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.