Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Goede praktijk: Het wankele evenwicht van Woonservicewijken Escamp

Het project Woonservicewijken Escamp werd verkozen tot meest vernieuwende woonzorgproject. Wat maakt het Haagse project zo vernieuwend en baanbrekend? En wat levert het op voor de bewoners van het stadsdeel?

Door Patrick Pouw – Ze blijft, ondanks de lovende woorden in het juryrapport, bescheiden over haar project. Ja, de jury van Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg omschreef het Haagse woonzorgproject Escamp als innovatief. (Foto: Woonservicewijk Escamp)

En ja, de deskundigen roemden de bereidheid van de deelnemende projectpartijen om telkens de koers aan te passen als dat nodig is, en de bereidheid om te leren en kennis te delen.

Verrast
‘Maar wij waren best verrast dat we werden gekozen als het meest vernieuwende woonzorgproject van Nederland,’ zegt projectcoördinator Loes Hulsebosch. ‘We vroegen ons aanvankelijk echt af waar we dat aan verdienden.’
Toch wist ook Hulsebosch dat in Den Haag iets bijzonders was ontstaan. In een stadsdeel met 110.000 bewoners, dat bestaat uit vijf zeer verschillende wijken (drie na-oorlogse herstructureringswijken, een vooroorlogse wijk met veel eigen woningbezit en een Vinexwijk), werden échte verbindingen gelegd tussen zestien verschillende partijen uit de woon-, zorg- en welzijnswereld. Daarbij stond, voor al die partijen, een ding centraal: zorgen dat de bewoners van het stadsdeel langer zelfredzaam blijven.
Hulsebosch: ‘Kernpunt van ons verbindende concept – want het is niet zomaar een projectje – is dat de kwaliteit van de levens van de bewoners omhoog moet. Dat klinkt logisch, maar bij veel projecten zie je dat het juist daar vaak mis gaat. Veel projecten verzanden in belangenverstrengelingen en concurrentiestrijd.’

Verbinden
Marktwerking: het hoge woord is er meteen uit. Juist het gevaar dat daarin maar al te vaak schuilt, wist Escamp te vermijden, stelt Danielle Harkes van Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Dat heeft veel te maken met ervaringen die Escamp in het verleden al opdeed, zegt ze.

‘De voorloper van Escamp, woonzorgzone Moerwijk, was de eerste gerealiseerde woonzorgzone in een bestaand stedelijk gebied. Dat innovatieve project is nu opgeschaald en doorontwikkeld naar een veel groter stadsdeel. Escamp is duidelijk geen eendagsvlieg, maar is altijd voorop blijven lopen. Ze zijn er in tijden van toenemende concurrentie in geslaagd niet te verzanden, maar steeds partijen te blijven verbinden en innovatie en de wensen van bewoners prioriteit te blijven geven.’

Dat klinkt mooi. Maar hoe doe je dat in de praktijk? Hans Roskam, directeur van welzijnsstichting Mooi in het stadsdeel én bestuursvoorzitter van Escamp, denkt het antwoord te weten. ‘Je moet met alle deelnemende partijen écht een gemeenschappelijke visie ontwikkelen, waarbij je vanaf het begin ook nadrukkelijk de bewoners zélf moet betrekken – want zonder hen lukt het niet.’

Eigen invalshoek
‘Natuurlijk, al die partijen willen vanuit hun eigen invalshoek en vanuit de eigen belangen de wijk leefbaarder maken. Een project als dit vergt van alle partijen de bereidheid boven dat eigen belang uit te willen stijgen. Je moet elkaar als partner zien, niet als concurrent. Dat betekent niet dat je elkaar niet beconcurreert, want iedereen heeft de verantwoordelijkheid de eigen zaak draaiende te houden.’

Dat gaat niet altijd vanzelf, beaamt Roskam. ‘Kinnesinne ligt altijd op de loer. Er ontstaat wel eens wrijving, en die is dan ook meteen scherp. Als dat ontstaat, dan hebben alle partijen de verantwoordelijkheid elkaar te wijzen op het gemeenschappelijke, overstijgende belang. Anders stort het hele zaakje zo in elkaar.’

‘Dus moet je bij het opstarten van een project constant nadenken over verschillende invalshoeken. Op de werkvloer moeten mensen naar samenwerking zoeken, naar raakvlakken. Escamp is een stadsdeel zo groot als een stad als Den Bosch. Voor alle partijen is hier genoeg te doen. Dan heeft het geen zin elkaar constant in de weg te gaan lopen.’

Durven inleveren
Want juist daar gaat het nogal eens mis bij woonzorg-projecten, benadrukt Roskam. ‘De welzijnswereld roept kritiek over zich af door onderling constant het gevecht aan te gaan. Wat dat betreft hebben we in Den Haag geluk, want we hebben hier te maken met veel grote partijen, en daardoor met minder versnippering dan elders in het land. Maar dan nog moet je met z’n allen de wijsheid hebben te beseffen dat je elkaar nodig hebt om echt wat voor elkaar te krijgen. Dat vraagt terughoudendheid bij het vooropstellen van eigenbelangen. Het is een heel wankel evenwicht: marktwerking en concurrentie versus samenwerking. Maar je moet écht af en toe wat durven inleveren.’

Dat levert uiteindelijk vooral veel op voor de bewoners, zegt projectcoördinator Loes Hulsebosch. ‘De zelfredzaamheid is echt omhoog geschroefd. Bewoners blijven langer op zichzelf wonen of autonoom handelen, ondanks een handicap of dementie. Ook uit de tevredenheidcijfers uit de sociale monitor blijkt dat het project werkt.’

‘Om de bewoners zo goed mogelijk te blijven bedienen, houden we de organisatie zo plat mogelijk. Daarbij hebben we veel aan de regiegroepen, die dicht bij de bewoners staan. Er ontstaan veel spontane initiatieven. Die borrelen op door de nauwe samenwerking, maar ze komen ook van bewoners zélf. Daar ontwikkelen we beleid op. De aandacht voor de jeugd is hier bijvoorbeeld groter dan elders.’
‘Escamp is wat dat betreft echt een proeftuin. Van de kennis en ervaring die we hier opdoen, plukken ook al andere stadsdelen de vruchten. Maar uiteindelijk gaat het allemaal om vertrouwd wonen: niet altijd maar terugvallen op organisaties, maar op elkaar als buren.’

Blijven vernieuwen
Dát is ook de uitdaging voor de toekomst, stelt Danielle Harkes van kenniscentrum Wonen-Zorg Aedes Actiz. ‘Woonzorgprojecten moeten de wil hebben te blijven vernieuwen. De rol van de burgers wordt daarbij steeds groter. Wij voorspellen een wisseling van posities tussen organisaties en bewoners; burgers zullen steeds meer de rol van beslisser op zich nemen.’

‘Dat gaat niet van de ene op de andere dag, maar het is dé ontwikkeling waarmee we te maken gaan krijgen. Escamp heeft ook daar al veel ervaring mee opgedaan. Door écht te luisteren. Zij zijn er klaar voor, daar ben ik van overtuigd. Ook wat dat betreft is Escamp een inspirerend voorbeeld voor anderen.’

Uit: ‘Wmo: motor achter participatie en samenwerking’, Wmo-special, nummer 2, juni 2008. Bijlage bij Zorg + Welzijn, Sociaal Bestek, Overheidsmanagement en Reintegratie Magazine.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.