De kans dat psychische problemen bij allochtone kinderen worden behandeld, is de helft kleiner dan bij autochtone kinderen. Bij beide groepen komt even vaak een stoornis voor. Allochtone tieners krijgen wel tweemaal zo vaak forensische psychiatrische hulp opgelegd na een delict. Voor jongeren van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst is dat zelfs driemaal zo vaak, aldus de krant.

Criminalliteit
Onderzoeker Albert Boon van De Jutters zegt in de krant dat het tragisch is voor de kinderen als zij niet de juiste zorg krijgen. Een niet-behandelde stoornis leidt tot probleemgedrag, dat ook invloed heeft op de samenleving. Overlast en criminaliteit komen hierdoor vaker voor dan nodig, aldus de onderzoeker.

Gedwongen hulp
Hoewel in de praktijk de problemen bij kinderen niet zoveel van elkaar verschillen, ziet de jeugdzorg al langer een etnische scheiding. De ggz en vrijwillige hulpverlening zien veel autochtone kinderen, terwijl de allochtone kinderen zijn oververtegenwoordigd in justitiële jeugdinrichtingen en gedwongen hulp.

Herkomst registreren
Het is voor het eerst dat dit ook met cijfers wordt gestaafd, aldus de krant. Onderzoeker Boon geeft aan dat Stichting de Jutters de enige instelling is die etnische herkomst registreert. Hij is er vrijwel zeker van dat deze cijfers ook toepasbaar zijn op andere grootstedelijke regio’s in Nederland. Boon pleit ervoor dat alle ggz-instellingen de etniciteit van cliënten vastleggen om het probleem beter te kunnen aanpakken.

Lees het artikel ‘Stoornis allochtone jongeren vaak niet behandeld’ in de Volkskrant.

Bron: de Volkskrant/Foto: ANP/Cor Mulder