Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Wet zorg en dwang faalt, erkent minister: veel aanpassingen

De Wet zorg en dwang geeft cliënten onvoldoende bescherming, is te complex en onuitvoerbaar. Dat schrijft minister Helder van VWS. Met betrekking tot zorg en dwang komt er een heel nieuw wetsvoorstel.
Foto Pixabay

De Wet zorg en dwang regelt de rechten van mensen met dementie en mensen met een verstandelijke beperking bij onvrijwillige zorg. De Wet zorg en dwang verving samen met de Wet verplichte ggz sinds 1 januari 2020 de Wet Bopz.

Evaluatie Wet zorg en dwang met veel kritiek

Minister Helder van VWS reageert op de evaluatie van de Wet zorg en dwang, gedaan door een groep onderzoekers namens het Trimbos-instituut en het Amsterdam UMC. Zij kwamen met meer dan 70 aanbevelingen voor aanpassingen van de Wet zorg en dwang en de Wet verplichte ggz.

Volgens hoogleraar gezondheidsrecht Johan Legemaate brachten de wetten weliswaar vooruitgang, zoals meer bewustwording over onvrijwillige zorg. Maar gezien de grote zorgen over bijvoorbeeld veel hogere administratieve lasten en onvoldoende rechtsbescherming moet de wetgever zich wel achter zijn oren krabben, stelt Legemaate.

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws over wetten en regels in het sociaal domein met de gratis online nieuwsbrieven van Zorg+Welzijn, hét vakmedium voor professionals in het sociaal domein.>>

Stappenplan wordt flink aangepast

Minister Helder schrijft nu de zorgen over de Wet zorg en dwang te delen. Allereerst is het stappenplan, dat zorgverleners moeten doorlopen om te beoordelen of onvrijwillige zorg nodig is, te complex. De minister wil het stappenplan op meerdere punten aanpassen:

  • De vaste evaluatietermijnen (is onvrijwillige zorg nog nodig of zijn er alternatieven waar de cliënt wel mee instemt?) grotendeels laten vervallen. Zorgverleners, cliënten en vertegenwoordigers gaan zelf bepalen wanneer evaluatie gewenst is.
  • Meer ruimte om te bepalen welke deskundigheid wanneer nodig is. Dus minder in beton gegoten afspraken over wanneer bijvoorbeeld een onafhankelijke specialist ouderengeneeskunde moet meedenken over wel of geen onvrijwillige zorg.
  • De positie van cliënten versterken: zelf het initiatief geven voor evaluatieverzoek, zelf advies van een deskundige kunnen vragen en meer nadruk op de mogelijkheid een cliëntvertrouwenspersoon in te schakelen.

Met deze aanpassingen van het stappenplan in de Wet zorg en dwang volgt minister Helder het advies van 17 veldpartijen. Zij stelden deze aanpassingen al voor in het advies Van stappenplan naar maatwerk in dialoog. Onafhankelijke toetsing door een Wzd-functionaris (toetst ieder zorgplan waarin onvrijwillige zorg is opgenomen) blijft geborgd.

Positie cliënten die zich niet verzetten tegen dwang

Nu is het nog zo dat het stappenplan in sommige situaties altijd moet worden gevolgd. Zelfs als cliënten zich niet verzetten tegen de zorg. Dat moet bij toedienen van gedragsbeïnvloedende medicatie buiten de richtlijn, beperking van de bewegingsvrijheid en insluiting. Dit sluit niet aan bij de dagelijkse zorgpraktijk en leidt tot veel extra administratie, concludeerde de evaluatiecommissie. Dat ziet de minister ook zo.

‘Ik wil de verplichting dat het stappenplan in de hiervoor genoemde situaties gevolgd moet worden vervangen door een verplichting dat de zorgaanbieder ten aanzien van deze groep waarborgen opneemt in het beleidsplan’, schrijft ze. De variatie in situaties is groot. Zoals: iemand met dementie die geen verzet vertoont en soms aangeeft het prettiger en veiliger te vinden om met de bedhekken omhoog te slapen en waarbij de vertegenwoordiger instemt. Goede besluitvorming over zorg in deze situaties is niet in één standaardprocedure te vangen, vindt de minister. De waarborgen moeten wel rekening houden met de kwetsbare doelgroep. De Inspectie gaat bij toezicht erop letten dat ze duidelijk in het beleidsplan verankerd zijn.

Richtlijn verzet herkennen

De evaluatie van de Wet zorg en dwang laat ook zien dat verzet niet altijd wordt herkend of als zodanig geduid, schrijft de minister. ‘Terwijl het een essentieel en onderdeel is van kwalitatief goede zorg om verzet bij cliënten te her- en erkennen. Ook als dit cliënten betreft bij wie verzet soms moeilijk te zien is.’ Daarom gaat de minister middelen vrijmaken voor het ontwikkelen van een richtlijn om verzet bij cliënten die geen verzet laten zien toch te herkennen.

Hoe nu verder met de Wet zorg en dwang?

Er komt een nieuw wetsvoorstel, mede gebaseerd op voorstellen van klankbordgroepen. De minister wil daarbij ook de Wet zorg en dwang en Wet verplichte ggz (Wvggz) beter op elkaar afstemmen. Ook die laatste wet moet eenvoudiger worden, daar doet de minister al aanbevelingen voor, zoals meer ruimte voor vrijwillige alternatieven zoeken. Naar de Wvggz komt er nog een verdiepingsonderzoek dit jaar.

Het nieuwe wetsvoorstel over zorg en dwang moet in de eerste helft van 2024 naar de Tweede Kamer kunnen. Idealiter gaat de nieuwe wet dan 1 januari 2026 in. Tot die tijd moet de huidige Wet zorg en dwang worden uitgevoerd, benadrukt de minister.

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws over wetten en regels in het sociaal domein met de gratis online nieuwsbrieven van Zorg+Welzijn, hét vakmedium voor professionals in het sociaal domein.>>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.