Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Cas Smulders van Bijzonder Jeugdwerk Rotterdam over opvoedcursussen: ‘Ouders hebben sleutel voor gedragsverandering’

Ouders die er niet in slagen hun kinderen in de schoolbanken te houden, moeten een verplichte opvoedcursus volgen. Dat stelde de Tweede Kamerfractie van de PvdA begin november in een rapport. In Rotterdam heeft het Bijzonder Jeugdwerk de afgelopen twee en een half jaar geëxperimenteerd met dergelijke cursussen. Unithoofd Cas Smulders: 'De sleutel tot verandering ligt bij de ouders.'

Getalsmatig is de verplichte opvoedcursus die

Bijzonder Jeugdwerk Rotterdam heeft aangeboden aan ouders van spijbelaars geen

succes geworden. Het aantal deelnemers bleef behoorlijk onder het beoogde

aantal. Tevens zijn er in tweeënhalf jaar tijd geen tien, maar vier cursussen

gegeven. Dat geeft Cas Smulders, als hoofd van de unit dagprogramma’s

verantwoordelijk voor de cursussen, volmondig toe. Maar dat het experiment in

verschillende media is neergesabeld, vindt hij niet terecht. Datzelfde geldt

voor de stemmen die links en rechts opgaan om het hele experiment maar af te

blazen. Want volgens Smulders is met de ouders, die wel aan de cursus hebben

deelgenomen, veel bereikt. Half 1999 startte het Bijzonder Jeugdwerk Rotterdam,

sinds januari bekend als de instelling voor jeugdhulpverlening Stek, met een

cursus aan ouders van spijbelaars. De cursus is verplicht voor ouders tegen wie

proces verbaal is opgemaakt wegens het spijbelen van hun kinderen. In acht

bijeenkomsten krijgen ze informatie over onder meer het belang van de

Leerplichtwet en ze worden getraind in opvoedingsvaardigheden. De verplichte

cursus wordt opgelegd volgens het zogenaamde aanhoudingsmodel. Tijdens de eerste

rechtszitting krijgen de ouders de keuze: een boete betalen of aan de cursus

deelnemen. Bij de tweede rechtszitting wordt uiteindelijk bepaald of ze met

terugwerkende kracht de boete of de cursus als straf opgelegd krijgen. Het was

de bedoeling dat er tien cursussen gegeven zouden worden, waaraan iedere keer de

ouders van acht kinderen mee zouden doen. Totaal zouden maximaal tussen de 80 en

160 ouders aan de cursus kunnen deelnemen, afhankelijk of het om één of twee

ouders van een spijbelaar ging. Uiteindelijk zijn er slechts vier cursussen

gegeven, telkens voor de ouders van vier spijbelaars.

Hoe kan het dat het aantal mensen die de cursus hebben gevolgd

zo ver beneden de verwachting is gebleven?
‘De schatting van

het aantal ouders, dat voor de cursus in aanmerking kwam, was te hoog. Dat heeft

te maken met de criteria. De cursussen zijn bedoeld voor ouders van kinderen

tegen wie een proces verbaal is opgemaakt omdat hun kinderen zich schuldig maken

aan relatief schoolverzuim. De kinderen zijn dus ingeschreven bij een school,

maar spijbelen. Het gaat dus niet om absoluut schoolverzuim van kinderen die

niet bij een school staan ingeschreven. Ook vonden we het niet zinvol ouders van

kinderen boven de 16 jaar of jonger dan 12 jaar in de cursus op te nemen.

Daarnaast moet er wel sprake zijn van een zekere motivatie voor de cursus. Ook

kwamen alleen ouders die de praktische opvoeding voor hun rekening nemen in

aanmerking. Dus niet degenen die alleen de formele

opvoedingsverantwoordelijkheid hebben. Het bleek moeilijk ouders te vinden die

aan al deze criteria voldeden.’

De cursus werd alleen in het Nederlands gegeven. Speelde dat

ook een rol?
‘Ja. Een krant schreef dat de cursussen

uitsluitend mislukt waren vanwege taalproblemen. Dat is echter te kort door de

bocht. Maar er waren inderdaad mensen die niet voor de cursus in aanmerking

kwamen – en dus een boete opgelegd kregen – omdat ze onvoldoende Nederlands

spraken. We hebben hier te maken met meer dan dertig verschillende

nationaliteiten. We zouden de cursus wel in het Turks, Marokkaans, Berbers en

Papiamento op kunnen zetten, maar dan heb je al vijf cursussen. Ook dan bereik

je tal van mensen nog niet. Daarom hebben we ervoor gekozen eerst ervaring op te

doen met de trainingen in het Nederlands.’

De cursussen in de eerste maanden van 2002 zijn geschrapt.

Beschouwt u het experiment als mislukt?
‘Nee, absoluut niet.

Wat betreft het aantal deelnemers zijn het er te weinig geweest om verstrekkende

conclusies te verbinden aan de opvoedcursus. Maar als ik naar de personen kijk

die de cursus heb gedaan, dan zie ik dat er met allemaal iets tot stand is

gekomen. In eerste instantie beschouwen de ouders het als iets waaraan ze

gedwongen deel moeten nemen. Maar na afloop vonden ze allemaal dat veel aan de

cursus hadden gehad. Ze ervaren dat ze niet de enige zijn die problemen hebben

met het opvoeden van hun kinderen. Natuurlijk zullen sommige kinderen nog best

wel eens spijbelgedrag vertonen. Maar ik vind het wel veelzeggend dat tal van

deelnemers ook na de cursus nog blijven bellen met vragen over de opvoeding. Het

gevoel dat ze de cursus voor straf volgen, verdwijnt al heel snel. We proberen

hen duidelijk te maken dat ze welkom zijn en dat we open staan voor hun vragen,

hen opvoedingsvaardigheden willen aanreiken. Ook instanties van allochtonen

hebben ons gevraagd vooral met de cursus door te gaan. We hebben veel mensen

niet bereikt, dat is waar. De drempel is te hoog. Daarom denk ik juist dat we de

cursus in verschillende talen moeten aanbieden en dat we deze moeten richten op

verschillende leeftijdsgroepen.’

Is het zinvol de cursus als verplichting op te leggen, of zou

het ook op vrijwillige basis kunnen?
‘Het moet in ieder geval

mogelijk blijven de opvoedcursus verplicht op te leggen. Want er zijn nu eenmaal

altijd ouders die zich niet tot vrijwillige deelname laten bewegen. Maar de

cursus zou wat mij betreft ook eerder in het traject aangeboden kunnen worden,

wanneer er geen sprake is van een strafrechtelijke sanctie. Als een leerling nu

regelmatig spijbelt, meldt de school dat aan de leerplichtambtenaar door middel

van een Kennisgeving Ongeoorloofd Verzuim (KOV). Op dat moment zouden ook de

ouders benaderd kunnen worden met het voorstel deze cursus te volgen.’

Wordt het opvoeden door zo’n cursus niet uitsluitend gezien als

een aangelegenheid van de ouders, in plaats van een samenspel tussen ouders,

school en leefomgeving?
‘Er zijn inderdaad ouders die dat zo

zien, maar je moet ergens beginnen. Mensen op straat zijn meestal weinig geneigd

kinderen op hun gedrag aan te spreken. Want je krijgt een grote bek van het kind

en niet zelden ook nog eens van de ouders. Ook leerkrachten hebben er moeite mee

dat ze zich tegen ouders moeten verdedigen en rechtvaardigen als ze een kind

straf hebben gegeven. Losgeslagen kinderen worden vaak in hun gedrag ondersteund

door hun ouders. De kinderen voelen dat haarfijn aan. Met deze opvoedcursus kun

je de ouders ook leren dat het normaal is dat hun kind door anderen wordt

aangesproken als hij zich misdraagt. Hoe een kind reageert op boodschappen van

anderen heeft veel met opvoeding te maken. Criminologe Junger-Tas zei al: “De

mate waarin kinderen worden verwend is een betere voorspeller van crimineel

gedrag dan het milieu waar ze uit voortkomen”.’

De Tweede Kamer denkt erover een opvoedcursus voor alle ouders

in te stellen, met name om kindermishandeling te voorkomen. Hoe denkt u over

zo’n algemene cursus?
‘Het lijkt me goed zo’n cursus aan te

bieden via de school of via consultatiebureaus, maar dan wel op vrijwillige

basis. Dat is beter voor de motivatie om eraan deel te nemen. Vroeger leerde je

opvoeden door het af te kijken van je ouders, je buren of oudere broers en

zusters. Maar mensen leven nu veel meer sociaal geïsoleerd. Hoe moeten die aan

de benodigde kennis komen? Een belangrijk element van de cursus die wij geven is

dat mensen kunnen leren van ervaringsdeskundigen. Dat zijn ze in eerste

instantie zelf, maar ook ouders die een paar jaar geleden met dezelfde problemen

hebben gezeten als de ouders die nu de cursus volgen. Daar kunnen ze van leren,

net als van een buur of broer.’

Gaat u door met de cursussen?‘Het experiment

wordt momenteel geëvalueerd. In februari zullen we daar meer duidelijkheid over

hebben. Maar ik zou politici willen oproepen deze ontwikkeling niet te stoppen

op basis van wat negatieve publiciteit. De sleutel tot verandering ligt in het

primaire opvoedmilieu, bij de ouders.’/Eric de Kluis

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.