Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Activiteit: Groente- en fruitbingo

Aan de hand van 92 bekende en minder bekende soorten groenten en fruit afbeeldingen wordt er een bingo gespeeld. Iedere deelnemer heeft een blad met twintig soorten groenten en fruit. De soorten worden afgedekt met een fiche als deze is genoemd. Degene die zijn kaart het eerste vol heeft, is de winnaar.
Type activiteit:
Gezelschap
Duur:
0:30-1:00 uur
Groepsgrootte:
Kleine groep (1-5 pers.)
Onderwerp:
Eten & drinken

Doelgroep?

Deze activiteit is geschikt voor jongeren en ouderen, met of zonder dementie. Deelnemers moeten de plaatjes van de groente- en fruitsoorten kunnen zien en de soorten van elkaar kunnen onderscheiden. Deze bingo is interessant voor vrouwen én mannen. De doelgroep moet zich kunnen concentreren op de begeleider die de groente- en fruitsoorten opleest en/of de afbeelding laat zien en vervolgens op de eigen bingokaart de soorten op te zoeken en te bedekken met een fiche. Het cognitieve aspect wordt gestimuleerd door de bingo: de deelnemers moeten de link leggen tussen de naam en de afbeelding van de groente- en fruitsoorten. De motoriek moet toereikend zijn om de fiches op het bingoblad te leggen. Op de juiste plaats en zonder de andere fiches eraf te verschuiven. Zie de info bij ‘tips’.

Wat is het doel?

  • Zinvolle en gezellige dagbesteding
  • Concentratie en geheugen stimuleren
  • Herinneringen ophalen aan eten bereiden, soorten groenten enzovoorts
  • Sociale contacten en interactie tussen de deelnemers bevorderen.

Wat ga je doen?

Aan de hand van 92 bekende en minder bekende soorten groenten en fruit afbeeldingen wordt er een bingo gespeeld. Iedere deelnemer heeft een blad met twintig soorten groenten en fruit. De soorten worden afgedekt met een fiche als deze is genoemd. Degene die zijn kaart het eerste vol heeft is de winnaar.

Wat heb je nodig?

  • Vijf pagina’s met de 92 soorten groenten en fruit soorten voor de begeleiding, twee keer printen (zie bijlages)
  • Bingobladen voor de deelnemers (zie bijlages)
  • Fiches om de afbeeldingen te bedekken, 20 per deelnemer
  • Grote tafel
  • Bingoprijzen

Eventueel:

  • Lamineerapparaat en –vellen
  • Snijmachine
  • Doos om het spel in te bewaren (bijvoorbeeld schoenendoos). Voor de losgesneden groente- en fruitsoorten een kleiner bakje.]

Hoe pak je het aan?

Voorbereiding:

Print de bijlages van de website Pasklaar uit, in kleur en enkelzijdig. Eventueel kun je deze lamineren, zodat ze vaker te gebruiken zijn. De vijf overzichtskaarten voor de begeleiding twee keer printen. Van de tweede set snijd je met de snijmachine alle groente- en fruitsoorten los uit. Per deelnemer heb je 20 fiches nodig, dus voor 15 deelnemers 300.

Koop prijsjes in en zet ze klaar op tafel. In het kader van de groente- en fruitbingo is het leuk om vers fruit, zoals een ananas, mandarijnen te nemen of een flesje fruitsap. Je kunt ook aan artikelen denken als een appelboor, citruspers, schilmesje, meloenbolletjeslepel, knoflookpers, een pot (zelfgemaakte) jam of augurken.

Geef alle deelnemers een bingokaart. Zorg voor voldoende ruimte op tafel, zodat de bingo bladen plat op tafel kunnen liggen. De fiches zullen er anders afschuiven tijdens het spel.

Leg bij iedere deelnemer voldoende fiches neer en zorg ervoor dat iedereen voldoende ruimte  heeft. Voor deelnemers die niet in staat zijn om met hun handen de fiches neer te leggen is het belangrijk dat er begeleiding naast hen zit.

Het is belangrijk dat elke deelnemer de begeleider kan zien die de groent- en fruitsoorten opnoemt en/of laat zien, zodat de plaatjes de verbale informatie kunnen versterken.

Laat de overige begeleiders plaats nemen tussen de deelnemers. Houd daarbij rekening bij de mogelijkheden van de deelnemers zodat iedereen geholpen kan worden en er gelijke kansen zijn om te winnen.

De activiteit:

Bij het beginnen van het spel heet je iedereen welkom en vertelt wat de bedoeling is. Je spreekt van tevoren af of je bingo hebt met één rij of een volle kaart. De begeleider pakt een afbeelding van een groente- of fruitsoort uit het bakje en noemt de naam hiervan. Ter verduidelijking kan de afbeelding omhoog gehouden worden. Je kunt uitleg geven over de soorten. Bij witlof kan je bijvoorbeeld noemen dat het heerlijk is om het met ham en kaas in de oven te doen. Bij wortels vertel je dat het oranje is. De deelnemers kunnen dan ook op kleur zoeken. Deelnemers zullen tussendoor met elkaar praten omdat veel dingen herkenbaar zijn. Om betrokkenheid te vergroten zijn ‘weet u waar venkel naar smaakt?’ of ‘wanneer zaaide u de boontjes?’ voorbeelden van goede vragen Vraag zo nodig stilte of wacht tot er een stil moment is voordat je de volgende soort noemt. Als iedereen goed kan horen welk soort je noemt, zal er meer rust zijn tijdens de bingo. Je kan de volgende soort ook introduceren door er iets over te vertellen, bijvoorbeeld ‘de volgende is erg zuur en het wordt wel eens uitgeknepen boven vis’ (citroen). Met je handen kun je bijvoorbeeld tonen hoe groot een kool is. Hoe meer hints je geeft, hoe makkelijker het voor de deelnemers is. De deelnemer die het eerst zijn hele kaart vol heeft, roept bingo. De kaart wordt gecontroleerd en als deze juist is gevuld, dan is diegene de winnaar. Vaak vinden de andere deelnemers het leuk dat het spel uitgespeeld wordt, totdat alle soorten geweest zijn. Bedank een ieder voor zijn deelname!

Inspiratie

De minder bekende groente- en fruitsoorten zijn in een bijlage op de website van Pasklaar te vinden.

Tips

  • Deze bingo is leuk bij bijvoorbeeld het thema ‘zomer’, ‘Holland’ of ‘voeding’. Maar ook zonder thema is het prima te spelen.
  • Als fiches kun je doppen van flesjes frisdrank, gekochte plastic muntjes, passende stukjes gelamineerd papier of andere doppen gebruiken.
  • Speel je het spel eenmalig? Print de bingo bladen dan uit en laat de deelnemers de genoemde groente- en fruitsoorten doorstrepen met een pen of stift. De voorbereidingstijd is dan ook minder omdat er niet gelamineerd hoeft te worden.
  • Bij een hoger cognitief niveau van de deelnemers kun je de bingo spelen zonder de afbeeldingen te laten zien. De groente- en fruitsoorten moeten dan gezocht worden aan de hand van de informatie die je verteld.
  • Bij slechtziendheide deelnemers kun je de bingobladen printen op A3.
  • Bij een minder goede motoriek of trillen van de handen kan er met een whiteboard stift op de gelamineerde vellen worden doorgestreept.
  • Naast het spelen voor een volle kaart kun je ook andere varianten gebruiken. Wie het eerste de bovenste horizontale rij vol heeft, de linkse verticale rij, de letter L of O.
  • Merk je dat de bingo te lang duurt en je wilt het spel spelen binnen de gestelde tijd, dan kun je wat minder uitleggen en vragen en je beperken tot het noemen van de namen.
  • Heb je tijd over? Laat de bingo kaarten rouleren onder de deelnemers en speel het spel gerust nog een keer.
  • Uitbreiden kan ook door extra vragen te stellen over de bereidingen van groentes, lievelingsgerechten en bij de mannen wanneer je iets moet oogsten, welke soorten je meerdere keren kan oogsten enz.
  • Als er maar één begeleider is, kan de bingo met een kleiner groepje gespeeld worden.
  • Het is leuk om aansluitend aan de activiteit fruit te serveren, bijv. ananas, snoeptomaatjes, schijfjes komkommer, druiven of schil in de groep een paar appeltjes. Een smoothie maken is ook leuk.

Evaluatie

  • Wat vonden de deelnemers van de activiteit?
  • Waren de deelnemers betrokken bij de activiteit?
  • Konden de deelnemers de soorten op de afbeeldingen herkennen?
  • Was de concentratie voldoende voor de lengte van het spel?

Auteur van deze activiteit: Geertruida Verboom

Bijlage 1: kaarten BEGELEIDING
Bijlage 2: bingobladen DEELNEMERS
Bijlage 3: vergeten groentes

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.