Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Eerste hostel voor alcoholverslaafden: Elke dag een kater

Aan de Utrechtse Vecht, in een voormalig politiebureau, is Hostel Hogelanden gevestigd. Er wonen 23 mensen met een alcoholverslaving. Op hun eigen kamer mogen ze drinken. Locatiehoofd Léon Bal: ‘Bij het avondeten is de sfeer soms grimmig.’
Eerste hostel voor alcoholverslaafden: Elke dag een kater

‘Deze das heb ik van mijn eerste vriendin gekregen’, zegt Eugène. Aan twee knaapjes hangt een hele collectie stropdassen, verzameld in meer dan dertig jaar. ‘Ik ben cum laude afgestudeerd in de scheikunde en gepromoveerd in de farmacie’, vertelt hij. Sinds dik twee jaar woont hij in Hostel Hogelanden, onderdeel van de Stichting Beschermde Woonvormen Utrecht (SBWU). Bevalt dat? ‘Nee, natuurlijk niet’, zegt Eugène. ‘Ik zou het liefst op mezelf wonen. Maar de medewerkers en de zorg zijn hier wel goed hoor.’ Zijn alcoholverleden is lang. In zijn studententijd had hij een bestuursfunctie bij het corps. ‘Veel drinken hoorde erbij. Slemp, slemp, slemp’, zegt hij. ‘Weet je wat het is met drinken? Je went eraan. Dat is het griezelige.’ Hij verloor banen. Zijn huwelijk strandde. ‘Mijn vrouw vond het niet leuk dat ik zoveel dronk. En ik hield niet meer van haar.’

Nadenken
Vrijwel alle bewoners hebben meerdere verlieservaringen, zijn gekwetst, gekrenkt, beschadigd. ‘Als het dan niet lukt om te stoppen met drinken, hebben ze er nog eentje bij: wéér iets dat niet is gelukt’, zegt locatiehoofd Léon Bal. ‘De gemeente wilde twee dingen: de overlast op straat verminderen en proberen deze doelgroep een zo menswaardig mogelijk bestaan te geven. Daarop hebben we hier ingehaakt zonder dat we eigenlijk precies wisten waaraan we begonnen.’
In andere voorzieningen mogen alcoholverslaafden niet drinken. ‘Verbied je deze mensen te drinken, dan loop je het risico dat ze vertrekken’, vertelt Bal, die 22 jaar in de psychiatrie werkte. In het hostel komen de bewoners tot rust, kunnen ze nadenken over wat ze willen en kunnen. ‘En daarin willen wij ze graag ondersteunen’, benadrukt Bal. ‘Dat is ook de herstelgedachte van de SBWU. De klant staat centraal’, zegt hij, ‘Ook al is het de vraag of die klant altijd de beste keuzes maakt.’

Rollator
Lunchtijd. Op tafel staat koude schotel, opgemaakt op slablaadjes en gegarneerd met ei. Maar ook vleeswaren, zoet, melk, jus d’orange en verschillende soorten brood. Bewoners en medewerkers eten samen. Op de achtergrond vraagt een lallende man geërgerd waar zijn maat is gebleven. ‘Die is al een kwartier geleden weggegaan’, antwoordt de receptioniste. De man is kwaad: ‘Godverdomme, we zouden samen naar de stad gaan.’ Hij zwalkt weg en knalt de deur achter zich dicht. Niemand kijkt ervan op. Een oudere heer, mager, zijn rollator onder handbereik, schuift broodkorstjes naar de rand van zijn bord. De Somalische Libaan vertelt dat hij het liefst frikandel eet, want ‘daar zit geen varkensvlees in’. ‘Mijn sigaretten zijn nicotinevrij en ik drink niet, want ik ben moslim’, lacht hij. Hoe lang hij in het hostel woont? ‘Twee weken’, zegt Libaan. ‘Twee jaar zul je bedoelen’, corrigeert Léon Bal hem. Het is niet duidelijk of Libaan zijn eigen waarheid vertelt of dat geheugenverlies door chronisch alcoholgebruik hem parten speelt.

Flinke sloper
Rond het middagmaal kan het nog gezellig zijn, weet Léon Bal. ‘Maar bij het avondeten is de sfeer soms grimmig. En in de avonden en nachten kan het ronduit gevaarlijk zijn.’ ’s Ochtends vroeg trekken veel bewoners al hun eerste blikje bier open. Gedurende de dag drinken ze meer en meer. Het gemiddelde gebruik ligt tussen de tien en veertig eenheden per dag. Bal: ‘Naarmate de dag vordert, wordt het hier alleen maar erger. Daarom werken we altijd met minstens twee mensen.’
De 23 medewerkers hebben verschillende achtergronden: er werken ervaringsdeskundigen, SPW-ers (niveau 3 en 4), mensen uit de bewaking/beveiliging, MWD-ers en zowel gediplomeerde als leerling-verpleegkundigen (niveau 4 en 5). Iedere nieuwe kracht volgt een cursus psychiatrie & verslaving, een BHV-cursus en een medicatiecursus.
‘Alcohol is een flinke sloper. De lijst gebreken door alcohol is lang’, zegt Bal. Leverfunctiestoornissen, maag- en darmproblemen, hart- en vaatziekten, diabetes en Korsakov. En veel door alcohol versluierde psychiatrische problematiek. Al die factoren maken dat medewerkers stevig in hun schoenen moeten staan. ‘We kiezen soms voor mensen zonder opleiding, maar die wel het klappen van de zweep kennen. Bij wie niet alles in het leven heeft meegezeten’, legt Bal uit. ‘Een sollicitatiegesprek gaat ook over conflicten en tot op het bot worden beledigd.’

Zweetdruppels
‘Wie heeft er shag?’, vraagt John. Er hangt een intense dranklucht om hem heen. Op zijn voorhoofd – de huid is bleekgelig – parelen zweetdruppels. Wie geen rookwaren heeft, verliest zijn aandacht. Bij nummer drie heeft hij een sjekkie te pakken. John verdwijnt naar het terras, dat wordt omringd door een keurige tuin. Die onderhouden de bewoners zelf, onder begeleiding van een tuinman. ‘We hebben drie uitgangspunten: mensen zoveel mogelijk laten eten, structuur geven en veel afleiding bieden. Alles zodat ze langer gezond blijven en minder drinken’, zegt Bal. Het hostel heeft een eigen activiteitencentrum. ‘Afleiding is echt een toverwoord’, benadrukt Bal. ‘Je mag hier tijdens het gezamenlijke eten niet gebruiken. Erna nemen veel mensen koffie. Dat scheelt, al is het maar anderhalf uur extra zonder alcohol. En ze eten ook beter. Dat helpt het lichaam om de klappen van de alcohol op te vangen.’

Schorsing
Drinken mag in Hostel Hogelanden. Maar er zijn ook duidelijke regels: geen harddrugs, niemand slaan, niet dreigen. Bij overtreding treedt ‘het ABC-tje’ in werking: bij de eerste keer een week schorsing, de tweede keer een maand en bij de derde keer is het afscheid nemen. ‘We doen er veel aan om problemen te voorkomen. Sterke drank vinden we onwenselijk. Dat kunnen we ook afpakken’, vertelt Bal. Reden is dat sterke drank snel tot een hoge bloedalcoholconcentratie (BAC) en vervelend gedrag leidt. Is dat het geval, dan kan een medewerker vragen om te blazen. Is de BAC hoger dan 2, dan wordt de bewoner verzocht naar de eigen kamer te gaan. Bal: ‘Bij zo’n promillage zijn mensen niet of nauwelijks meer voor rede vatbaar. Dat geeft vaak overlast.’ Komt dat vaak voor, dan krijgt een bewoner gesprekken met zijn persoonlijke begeleider en coördinerend begeleider Rigtje van Dijk.

Schuldsanering
Deskundigen uit Amsterdam, Nijmegen, Eindhoven en Rotterdam zijn al in Utrecht komen kijken. Bal: ‘Toch zijn we nog steeds het enige hostel voor alcoholverslaafden.  Dat is vreemd, want Nederland telt 25.000 tot 30.000 overlast veroorzakende drugsgebruikers, terwijl meer dan 1 miljoen mensen overmatig drinkt. Het zou me niets verbazen als er in Nederland binnen vijf jaar toch minstens tien alcoholhostels zijn.’

Als eenling starten uit het niets: hoe weet je dan wat geschikte interventies zijn? ‘Er was niets’, zegt Bal, ‘Geen enkel boek maakt duidelijk hoe je deze mensen helpt.’ Wel wordt van meet af aan nauw samengewerkt met het sociaalmedisch team van Centrum Maliebaan (verslaving en psychiatrie) en Altrecht geestelijke gezondheidszorg. ‘De belangrijkste taak is in contact komen en blijven met de bewoners. En goed kijken naar het verhaal achter de drank.’

Gekruisigd
‘Ik heb een kindje van twee. Wil je de foto’s zien?’, vraagt Ronald. Hoe oud zou hij zijn, vijfentwintig, dertig? Even later keert hij terug met een dikke stapel tekeningen van monsters, drakenkoppen en buitenaardse wezens. Bij een schets van een gekruisigd lichaam vertelt hij dat hij toen boos was op zijn ex. Tussen de tekeningen liggen foto’s van zijn dochtertje. ‘Wat een liefie hè?’, zegt hij. Later in de middag is zijn stemming anders. Hij zegt dat het hostel shit is. Dat hij erover denkt ermee te kappen. ‘Mensen zijn lief, oké. Maar niemand heeft meegemaakt wat er met mij is gebeurd. Niemand.’ Wat dat is, vertelt hij niet. Met een diepe zucht: ‘Ik moet op mezelf wonen.’

Eén van de bewoners is dat gelukt. Voor hem heeft de SBWU een flatje gehuurd. Hij woont sinds een half jaar op zichzelf, heeft geleerd om sociaal te drinken en doet vrijwilligers-werk in het activiteitencentrum van het hostel. Zijn flatje symboliseert voor de bewoners de hoop die gloort aan de horizon. Twee anderen zullen waarschijnlijk binnenkort de stap maken. Maar voor de meeste bewoners lijkt dat er niet in te zitten. Bal: ‘Alcohol is een sluipmoordenaar. Mensen in de probleemzone hebben het niet meer over een gezellig glaasje drinken. Ze zijn afhankelijk. Dat is vreselijk. Iedereen is wel eens dronken geweest en weet hoe je je de dag erna voelt. Zo voelen onze bewoners zich iedere ochtend. Elke dag een kater. Misselijk, beroerd, brak. Alcohol is helemaal niet zo gezellig.’

Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nummer 9, september 2009.

2 REACTIES

  1. Lees alle reacties

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.