Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

‘Welzijn loopt als olifant door sociale relaties’

Mensen hebben eigen manieren om elkaar te helpen. Het welzijnswerk denkt vaak dat sociale relaties georganiseerd moeten worden. Niet dus, betoogt onderzoekster Joke van der Zwaard op het Welzijnsdebat. ‘Een goede schutting kenmerkt een goede buur.’
‘Welzijn loopt als olifant door sociale relaties’

Buren helpen elkaar vooral op het stoepje. Zij willen niet allerlei mensen over de vloer. Dat stelt Joke van der Zwaard, de eerste inleider op het Welzijnsdebat, vandaag 14 oktober in Nieuwegein. Om in de wijk sociaal contact tussen burgers te organiseren, moet het welzijnswerk vooral niet alles willen organiseren, betoogt Van der Zwaard. ‘Burgers gebruiken hun eigen tactieken in het sociaal verkeer. Welzijn moet voornamelijk dat sociaal verkeer faciliteren.’

Mantelzorg

Joke van der Zwaard onderscheidt vier soorten sociale contacten tussen burgers in de wijk. Allereerst de mantelzorg, de burenhulp, het tactische verwantschap en de publieke vertrouwdheid. Kenmerk van dit soort sociale relaties is dat mensen zelf bepalen hoe ze contact willen hebben. Het welzijnswerk moet dat als uitgangspunt nemen en niet als vanouds de sociale relaties willen organiseren.

Persoonlijke band

‘Mensen zorgen voor elkaar omdat ze een persoonlijke band hebben,’ kenmerkt Joke van der Zwaard de mantelzorg. Het ligt dus niet per se voor de hand dat de buurvrouw helpt. ‘ Veel mantelzorg komt juist van familie en vrienden die lang niet altijd in de buurt wonen.’

Feestje

Als mensen geïsoleerd zijn van hun omgeving zijn buurtfeestjes niet de geschikte manier om mensen te koppelen. Wijkbewoners kiezen zelf de wijze waarop ze contact maken. Van der Zwaard: ‘Iemand die depressief is, wil niet elke dag een buurtgenoot op bezoek. Die is meer gebaat met een plek waar hij naar toe kan gaan en zich achter een krant kan verbergen.’

Geroddel

Van der Zwaard wil maar zeggen: buren helpen elkaar wel, maar binnen hun eigen persoonlijke grenzen. ‘Als je mensen binnen laat wordt er gepraat, geroddeld,’ geeft Van der Zwaard het argument van een wijkbewoonster als voorbeeld. ‘Een goede schutting kenmerkt een goede buur’.

Olifant

Belangrijk is, aldus Van der Zwaard, dat het welzijnswerk aansluit bij de eigen kracht, of eigen manier van sociaal contact, van de burger. ‘Door dit soort sociale relaties te versterken, door ze te faciliteren. Welzijnsorganisaties kunnen nog wel eens als een olifant door het sociale netwerk heen lopen door alles te willen organiseren.’

Verslaafde kinderen

De twee andere wijzen van sociaal contact die Van der Zwaard onderscheidt – tactisch verwantschap en publieke vertrouwdheid – kenmerken zich door de een informele manier van contact. De eerste is gebaseerd op een collectief doel, waarop mensen zich verbinden, wat weer leidt tot diepere sociale relaties. Bijvoorbeeld ouders van verslaafde kinderen die een praatgroep vormen.

Buurtwinkel

De traditionele buurtwinkel, die vanouds in dorpen een kern van sociaal contact vormde, wordt door Van der Zwaard naar voren gehaald als ontmoetingsplek in een nieuwe vorm. ‘In een wijk staat is een copy corner. Daar komen allerlei mensen bij elkaar. Net als vroeger bij de bakker hoor je dingen en kun je sociale kennis over wijkzaken en mensen afkijken en afluisteren.’

Meer nieuws in uw inbox? Klik hier

voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en

opinies, neem hier een abonnement op Zorg +

Welzijn Magazine.

Volg Zorg+Welzijn op Twitter

3 REACTIES

  1. Natuurlijk organiseren burgers hun eigen sociale netwerk. Daar is het welzijnswerk niet voor. Het gaat in het welzijnswerk juist om diegenen die dat niet (zo goed) kunnen en dan is het prima om een buurtfeest te stimuleren. Dat feest komt er ook alleen als de mensen het zelf willen. Ik vind het verhaal van Joke vd Zwaard daarin niet sterk. Wat er verder door elkaar loopt is, dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende vormen van welzijnswerk. Een opbouwwerker is heel anders bezig dan een maatschappelijk werker.
    Ik ben er voorstander van dat mensen die op sociale ondersteuning zijn aangewezen weer serieus genomen worden en niet als ‘zombie’ worden weggezet. Het zou een goede zaak zijn, wanneer de klantgerichtheid weer terug komt en de regelgeving in dienst daarvan staat in plaats van andersom.

  2. Lees alle reacties
  3. wat een harde, nare reactie van J.burema. Welzijnswerkers NSB-ers te noemen! KOM NOU.
    Misschien heeft u een vervelende ervaring dat kan, leg het dan uit.
    Ben in de jaren 70-tig begonnen En werkte toen net zoals nu vanuit de klant , buurt centraal. Voor mij niks nieuws.
    De overheden veranderen telkens de maat waarbinnen wij moeten werken. Desondanks is het me tot heden nog steeds gelukt.

  4. Het blijkt al jaren dat Burgers die ziek of verslaaft zijn zich zelf kunnen reguleren binnen eigen groep welzijn. Daarvoor zijn ze geen Stigmatiserende Ambtelijk circuit voor nodig die hun als Zombie behandelen. Langdurige Zieken hebben totaal niets aan die welzijnwerk maniakken, die als NSB-ers hun probleem PGD doorgeven aan allerlei instanties, zelf in het buitenland.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.