Transformatie

Armoede
hand pakt geld uit portemonnee

Met deze 5 doorbraken willen gemeenten de bestaansonzekerheid indammen

Om te voorkomen dat we in Nederland de toenemende armoede niet weten op te lossen, moet landelijk én lokaal gewerkt worden aan een strategisch plan op het gebied van bestaanszekerheid. Daarnaast heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten nóg vier doorbraken genoemd om de armoede structureel te verminderen.
Transformatie

Professional kent lijntjes en geldpotjes voor burgerinitiatieven

Ineens is het booming; burgers die samen met andere burgers het heft in eigen hand nemen in hun gemeente. Maar volgens onderzoeker Hiska Ubels gaan de initiatieven en de inzet van burgers niet over rozen. ‘Langdurige zelfredzaamheid op basis van vrijwilligheid is onrealistisch.’
Transformatie

We moeten minder hulpverlenen

‘Extra geld naar de jeugdzorg is niet de oplossing. Stop met voeden van rupsje-nooit-genoeg.’ Dat is het advies van Gert Schout, themaleider ‘Eigen Kracht in de GGZ’ bij het VUmc in Amsterdam. Hij pleit voor een omslag. ‘De leefwereld aan zet vraagt om vertrouwen in mensen en processen.’  
Transformatie
Karin Geschiere is blogger bij Zorg+Welzijn

Blog: Wat het sociaal domein kan leren van ouders

Laten we accepteren dat niet elk risico is te elimineren; dat er geen schuldige hoeft te zijn als dingen anders lopen dan gepland; dat niet controle maar verantwoording leidt tot zelfredzaamheid; dat je vertrouwen moet verdienen, maar ook blind moet kunnen geven; dat waar er mensen zijn, er ook relationeel gedoe is.
Transformatie

Jan Willem Duyvendak: ‘Afhankelijk zijn van professionals is geen schande’

Politiek en beleid overschatten burgers en onderschatten professionals. Dat stelt Jan Willem Duyvendak vandaag op de Dag van de Sociaal Werker. Hij sprak zelfs over de verkleutering van de professionals en moedigt sociaal werkers aan om voor hun vak te gaan staan.
Transformatie
Piet-Hein Peeters

Blog: Het (on)gelijk van het sociaal werk

Het idee was dat door te werken aan informele netwerken, aan zelfredzaamheid, aan ’er zijn’, aan bestaanszekerheid er minder beroep gedaan zou worden op duurdere hulp. Het tegendeel blijkt. En het lijkt een vicieuze cirkel: door niet te investeren in welzijn, neemt de vraag naar duurdere tweedelijnszorg toe. Waarna er weer bezuinigd moet worden op, jawel, welzijn.
Transformatie
Piet-Hein Peeters

Blog: Er is wel/geen transformatie

Afgelopen week berichtte het CPB dat het aantal doorverwijzingen naar (duurdere) professionele zorg in de periode 2015-2017 is toegenomen, met name in de gemeente die werken met wijkteams. De reflex van transformatie-adepten is inmiddels voorspelbaar. ’Het is te vroeg voor conclusies’. Wellicht is het realistischer de huidige praktijk als gegeven te beschouwen.

Over transformatie

Van transitie naar transformatie

Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet. Het idee achter de transformatie sociaal domein is dat gemeenten deze wetten met minder bureaucratie en goedkoper kunnen uitvoeren dan het rijk omdat ze dichter bij de inwoners zitten. De transitie van de taken is inmiddels achter de rug, maar hoe staat het met de transformatie binnen het sociaal domein?

Lees meer

Op 1 januari 2015 is de transformatie sociaal domein en decentralisatie van start gegaan. Vanaf dat moment werden gemeenten verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben de gemeenten overgenomen van de Rijksoverheid. De transitie is inmiddels achter de rug, de speciale Transitiecommissie Sociaal Domein is opgeheven en de echte transformatie sociaal domein is van start gegaan. Maar hoe gaat dit?

Transformatie sociaal domein commissie

De Transitiecommissie Sociaal Domein concludeerde in haar eindrapport van september 2016 dat de eerste stappen naar de transformatie gezet zijn, maar dat het moeilijkste nog moet komen. ‘We zitten met z’n allen in een veranderingsproces, met verschuivingen in macht, zeggenschap en geld. Daar kunnen we van werkvloer tot bestuurskamer en van burger tot parlement (nog) niet goed mee om gaan. We zien dat het leidt tot afwachtend of vingerwijzend gedrag en dat houdt de beweging op. Binnen de eigen organisatie of in de keten, lokaal en centraal.’ De commissie concludeert dat het transformeren nog niet altijd effectief verloopt, dat gemeenten en rijk elkaar verwijten dat ze zich niet aan afspraken houden. ‘Er zijn tal van bijeenkomsten en overleggen, maar het lijkt of men elkaars taal niet spreekt, de verwijdering blijft.’ De commissie vindt dat duidelijker moet zijn wie het voortouw gaat nemen. Maar ook dat raadsleden hoe rol gaan oppakken. ‘Raadsleden bepalen het speelveld, stellen de randvoorwaarden en houden toezicht, maar zij zijn nog zoekende. Hebben doorgaans niet het gevoel regie te hebben. Terwijl ze toch echt aan het stuur (kunnen) zitten.’

Transformatie sociaal domein en huishoudelijke ondersteuning

Verder stelt de commissie het ‘onbegrijpelijk’ te vinden dat de kansen niet worden gepakt bij de transformatie van de markt voor huishoudelijke ondersteuning. ‘De sector beweegt nog onvoldoende toe richting dienstverlening aan huis. Er vindt ook geen begeleiding plaats vanuit de overheid. Dit terwijl hier geweldige kansen liggen voor meer werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt.’ Ook nu, bijna een jaar na het eindrapport van de commissie, is het nog niet goed geregeld rondom de huishoudelijke ondersteuning. Renée de Vries, woordvoerder van ouderenbond ANBO: ‘Thuiswonende ouderen hebben wijkverpleging, huishoudelijke hulp en dagbesteding nodig. De groei van het aantal ouderen zet de komende jaren sterk door. Nu al wonen zes op de zeven ouderen thuis: tot op hoge leeftijd zelfstandig, vaak met enige ondersteuning van mantelzorg en in toenemende mate van technologische en digitale innovaties en voorzieningen. Wanneer dat niet meer volstaat, ondersteunt de thuiszorg, ontlast de dagbesteding en coördineert de wijkverpleging de noodzakelijke complexere en intensievere zorg. Deze ontwikkeling betekent een toegenomen druk op de voorzieningen thuis. Daarom stellen we: praat over verpleegzorg, of deze nu thuis of in een instelling gegeven wordt.’

Transformatie sociaal domein en integraal werken

De grote belofte van de decentralisaties was het integraal werken. Zorg en ondersteuning dichterbij, minder versnipperd en minder duur. Is dat al realiteit? Hilde van Xanten, senior adviseur sociale zorg bij Movisie liet eerder aan Zorg+Welzijn weten: ‘Er zijn nog forse slagen te maken. Met name in de samenwerking tussen de domeinen.’ Van Xanten ziet dat er in het land steeds meer aandacht is voor hoe integraal te werken, er wordt geëxperimenteerd en er zijn ook al goede voorbeelden te vinden. Toch is er volgens haar nog volop ruimte voor verbetering. Niet alleen wat betreft de positie van cliënten bij het integraal werken, maar ook wat betreft de samenwerking tussen professionals en de randvoorwaarden daarvoor. ‘We zien heel vaak dat bijvoorbeeld zorg en ondersteuning én werk en inkomen nog niet natuurlijk samenwerken. Ze vallen in verschillende wettelijke kaders, met eigen regels en werkwijzen en dan wordt het voor professionals lastig om een samenhangend ondersteuningsplan op maat op te stellen. Maar op de plekken waar gemeente en aanbieders samen komen tot één visie, de werkwijzen echt op elkaar afstemmen en de bekostiging daarop laten aansluiten, blijkt het wel mogelijk.’

Jeugdzorg transformatie sociaal domein

En integraal werken is niet het enige punt waar nog verbetering mogelijk is wanneer je kijkt naar de transformatie van het sociaal domein. Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en de Vereniging Orthopedagogische Behandel Centra (VOBC) lieten eerder in 2017 aan de leden van de Tweede Kamer weten dat de decentralisatie nog niet gebracht heeft wat ze had moeten doen. Zij stellen: ‘We zijn nu ruim twee jaar na de decentralisatie die verbetering moest brengen voor de jeugdhulp. De hulp zou integraal worden, toegankelijk en dicht bij het kind. Meer preventie, slimmere samenwerking en een einde aan verkokering en perverse prikkels omdat alle jeugdhulpvormen nu onder één opdrachtgever vallen: de gemeente. Van dat ideaal zien we twee jaar na de decentralisatie helaas nog te weinig terug.’