Langer thuis wonen
‘Zolang iedereen geen tijd heeft, wordt samenwerken in ouderennetwerk moeilijk’
Samen beslissen over de zorg: in deze wijk krijgt het al handen en voeten
Over langer thuis wonen
Hoe zorgen we ervoor dat iedereen zo lang mogelijk thuis kan blijven?
Zo lang mogelijk thuis wonen. Dat is wat iedereen wil. Of het nu gaat om ouderen, mensen met psychische problemen of het minder snel uit huis plaatsen van jongeren. Langer thuis wonen is het doel. Maar wat vraagt dat van professionals?
Met de ambulantisering van de ggz, de sluiting van verzorgingshuizen en de inzet op minder uithuisplaatsingen voor jongeren koersen we af op langer thuis wonen voor iedereen. Maar hoe moet dat? En wat vraagt dat van professionals?
Ouderen en langer thuis wonen
Ouderen die hulpbehoevend zijn, kunnen zelfstandig blijven wonen als hun woning en omgeving het toelaten. Als hun gezondheid achteruit gaat, kan dat betekenen dat zij hun woning moeten aanpassen. Of dat zij moeten verhuizen. Het Programma Langer Thuis heeft als doel dat ouderen in hun eigen omgeving zelfstandig oud kunnen worden, met een goede kwaliteit van leven. Het programma richt zich op ondersteuning en zorg thuis, mantelzorgers en vrijwilligers zorg en welzijn, en wonen.
Ambulantisering ggz en langer thuis wonen
Het aantal bedden in de ggz is de afgelopen jaren, als gevolg van de ambulantisering, met een derde afgenomen. Gevolg is dus dat mensen met psychische problemen langer thuis wonen en in de wijk blijven. Dat vraagt ook wat van hulpverleners. In de ondersteuning, opvang en zorg van mensen met verward gedrag is het van groot belang dat de persoon zelf en zijn familie centraal staan. Hulpverleners zullen nauw moeten samenwerken met deze mensen en hun netwerk en mogen niet loslaten voordat een ander het overgenomen heeft. Zo raakt niemand tussen wal en schip.
Jeugdhulp en langer thuis wonen
Kinderen en jongeren zijn in de basis, tenzij het écht niet anders kan, altijd het beste af als ze thuis kunnen blijven. Daarom werd in 2013 de JIM-aanpak (Jouw Ingebrachte Mentor) bedacht om uithuisplaatsingen van jongeren te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat de JIM-aanpak werkt: jeugdzorginstellingen die de JIM inzetten, zagen het aantal uithuisplaatsingen drastisch afnemen: aanvankelijk met 90%, twee jaar later met 24% en met 68%. Cruciale invloed op hoe de JIM werkt, heeft de jeugdwerker, zegt bedenker Levi van Dam.