In haar rapport Weerbare jongeren, weerbare professionals, waar Ernst Radius aan meewerkte, constateerde speciaal rapporteur Naïma Azough dat veel mensen die met jongeren werken soms niet goed weten wat ze moeten doen en met wie ze kunnen overleggen als ze vragen hebben rond polarisatie, extremisme en radicalisering. Zij adviseerde daarom om kennis, kunde en interventies te delen. Dat gebeurt nu via het Platform JEP en via de JEP Advieslijn (070 – 333 4558) waar experts luisteren en adviseren. Het platform en de advieslijn zijn vandaag officieel geopend door minister Hugo de Jonge.
Voor iedereen die met jongeren werkt
De advieslijn JEP en het Platform JEP zijn er voor alle professionals, vrijwilligers en bestuurders die direct met en voor jongeren werken. Zoals jongerenwerkers, jeugdhulpverleners, ggz-professionals, maatschappelijk werkers, onderwijsprofessionals, wijkagenten en vertegenwoordigers van religieuze organisaties, sportverenigingen of culturele organisaties. Het Platform is opgezet in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
‘In Nederland zien we dat er steeds meer tegenstellingen lijken te ontstaan. Bijvoorbeeld tussen groepen, arm en rijk en individuen. Deze polarisatie heeft een ontwrichtend effect op de samenleving. Doen we hier niks aan dan voorzie ik een gevaar voor onze samenleving.’ Lees meer >>
Belang van preventie
Volgens Ernst Radius is het van belang dat er meer aandacht is voor preventie, ondersteuning en verbinding. Niet alleen ten tijde van crisis, maar structureel. ‘We moeten zorgen dat we er professioneel zijn voor jongeren, maar dan moet het sociaal werk wel de gelegenheid en de kans krijgen.’ Het platform kan hierbij helpen. Daarnaast pleit Radius ook voor een structurele wijkgerichte aanpak met versterkt jeugd- en jongerenwerk. De decentralisatie biedt hier kansen voor dankzij de korte lijnen. Maar er is ook een nadeel. ‘Als gemeenten op lokaal niveau het belang niet zien van preventie op radicalisering, omdat het op dat moment goed gaat, is dat wel een probleem. Je hoeft echt niet in Den Haag te wonen om Jihadist te worden. Het risico op radicalisering hangt niet automatisch samen met grote gemeenten. Kijk dus met elkaar goed waar je moet zijn om jongeren betrokken te houden.’
