Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

MEELOPEN MET ‘Hij heeft maanden vastgezeten is geslagen en geschopt’

Journalist Jessica Maas en fotograaf Bas Losekoot lopen een dag mee met Daniëlle Huisman, begeleider van een woongroep met minderjarige vluchtelingen van YOIN in Apeldoorn, een onderdeel van jeugdzorgorganisatie entrea lindenhout. 'We kunnen ons totaal niet voorstellen wat deze jongens allemaal hebben gezien.'
Foto's: Bas Losekoot

Dit artikel is vanwege de Dag van de Jeugdprofessional (22 september) tijdelijk gratis, tot en met 25 september

Het is 12.05 uur, Daniëlle Huisman (32), blonde lange haren, bekijkt de nieuwe waterkoker. De zoveelste op de woongroep. Ze schudt haar hoofd. De jongens gooien er elke keer weer een theezakje in. ‘Ik heb het wel honderd keer gezegd, dan gaat-ie kapooot! Maar ja.’ Samen met collega Marloes Leferink (30) staat Daniëlle vandaag in het YOIN-huis. Acht jongens wonen hier in deze twee naast elkaar liggende rijtjeshuizen in Apeldoorn. De woonkamer is sober, een bruine bank, oranje gordijnen. Een tafel met een paar stoelen.

Een van de Syrische jongens – stevig, een flinke bos krullen – komt wat sloom de trap af. Verlegen geeft hij Daniëlle een boks. Zeventien is hij, en zoals alle jongens hier zonder ouders naar Nederland gekomen. Ze komen uit Syrië, uit Eritrea. En dan is er nog Farhad, de nieuwste aanwinst, uit Iran. Deze jongens hebben veel meegemaakt. Te veel.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41185-020-1040-3/MediaObjects/41185_2020_1040_Fig2_HTML.jpg
Daniëlle – die vier dagen per week in het huis is – hoort veel. In flarden en brokjes. Vaak leest ze tussen de regels door. ‘Het zijn toch allemaal getraumatiseerde kinderen. Ze waren nog maar veertien, vijftien toen ze hun land verlieten. Af en toe komt er een verhaal over vroeger, over thuis.’ Over familie die is achtergebleven, over de jarenlange dienstplicht in Eritrea, over de vlucht naar Europa die soms maanden of jaren heeft geduurd.
Sommige Eritrese jongens hebben lang vastgezeten in Libië, zijn gemarteld voordat ze op een krakkemikkig bootje richting Italië stapten. ‘Pas nog vertelde Gebre over zijn tijd in Libië. Hij heeft maanden vastgezeten, is geslagen, geschopt. Hij heeft veel jongens zien sterven. Hij liet een foto zien van zijn aankomst in Italië.’ Ze schudt haar hoofd. ‘Ik zou hem niet herkennen. Zo mager, zo ziek, zijn huid heel donker. We kunnen ons totaal niet voorstellen wat deze jongens allemaal hebben gezien.’

13.05 uur

Een jongen komt energiek de trap af. Het is Farhad uit Iran. ‘Ik ga even boodschappen doen. Kom straks weer terug’, vertelt hij in goed Nederlands. Daniëlle steekt haar hand op. ‘Tot zo.’ Farhad heeft in een gesloten jeugd- instelling gezeten, vertelt ze. ‘Een lieverd, hij is zo blij hier. Hij heeft zijn vrijheid terug, hij heeft wifi hier, kan naar de stad toe.’
Gebre uit Eritrea hangt boven z’n was op. Wat verlegen laat hij z’n kamer zien. Opgeruimd, weinig persoonlijke spullen. Op z’n armen grote tatoeages. Op z’n linkeronderarm de afbeelding van Maria. De meeste Eritrese jongens zijn orthodox-christen en gaan in Apeldoorn ook naar de kerk. In september kan hij weer naar school. Eerst naar de Internationale Schakelklas, daarna naar het ROC. Wat voor richting? Weer die verlegen lach. Misschien iets met auto’s.
De woongroep kent niet veel regels, vertelt Daniëlle. ‘We hebben hier geen schoonmaak- of kookroosters. Dat hebben we geprobeerd, maar dat werkt simpelweg niet. Het allerbelangrijkste is dat de jongens weer een ritme krijgen, dat ze naar school gaan. Ze hebben bijna allemaal een bijbaantje. Bij KFC of UPS, het distributiecentrum.’
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41185-020-1040-3/MediaObjects/41185_2020_1040_Fig3_HTML.jpg
Collega Marloes: ‘We investeren vooral in het contact. Het duurt wel even om vertrouwen op te bouwen. Je moet geduld hebben. Weet je, dit werk moet je echt vanuit je hart doen. Ik hou met veel jongeren ook na hun vertrek nog contact. En de meeste jongens komen ook echt op hun pootjes terecht. Gaan naar school, naar het mbo.’ Daniëlle knikt. ‘Ja, de meesten vinden hun weg echt wel. Ik hoop een beetje dankzij ons.’ De jongens worden – naast de begeleiding vanuit YOIN – ook begeleid door hun voogd vanuit NIDOS. Hij of zij helpt met name met zaken als gezinshereniging.
Daniëlle en haar collega’s proberen de jongens zo goed mogelijk voor te bereiden op het nieuwe leven in Nederland. Na hun achttiende moeten ze toch op eigen benen staan. ‘Sommige jongens hebben in Eritrea op het platteland in een lemen hutje gewoond. Niemand heeft ze ooit om een mening gevraagd. Nederland is een totaal andere wereld voor ze.’ Het is niet zo dat de jongeren op hun achttiende meteen buiten staan. ‘Dat is helemaal afhankelijk of de jongere er klaar voor is.’

13.21 uur

Sennay, een Eritrese jongen met opvallende hoge haardos, rood voetbalshirtje en badslippers aan, gaat op de bank zitten. Zijn ogen gefocust op z’n mobieltje. Daniëlle groet hem hartelijk. ‘Hoe gaat het? Heb je je moeder nog gesproken?’ De jongen knikt verlegen. Gezinshereniging. Het heeft voor de meeste jongens de hoogste prioriteit. De zorgen over de familie in het thuisland zijn groot. De jongens willen niets liever dan hen zo snel mogelijk naar Nederland halen. Daniëlle: ‘Het is zo’n zenuwslopend, traag proces, dat maanden duurt. Vaak is een DNA-test nodig om de familierelatie aan te tonen. Papieren zijn er meestal niet.’
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41185-020-1040-3/MediaObjects/41185_2020_1040_Fig4_HTML.jpg
Ze herinnert Sennay aan zijn afspraak morgenochtend in het ziekenhuis. ‘Ik ben hier om acht uur.’ Sennay heeft een hardnekkige oorinfectie waar hij voor behandeld wordt. Daniëlle gaat altijd mee. ‘Het is nogal pijnlijk, zo rot. We gaan overal met de jongens naar toe. De tandarts, sportschool, de gemeente.’
Het is de hartelijkheid, oprechte interesse van de begeleidsters die opvalt. Ze heeft net verteld hoe ze de jongens wel eens op straat uitzwaait wanneer ze naar school fietsen. Of hoe ze soms even een ijsje gaan eten. Marloes: ‘Als het hard regent, breng ik ze soms naar school. Net zoals mijn moeder vroeger wel eens deed.’
Daniëlle houdt van haar werk, van deze doelgroep. Bijna vijf jaar geleden alweer kwam zij bij YOIN. ‘Hier zit ik op mijn plek. Deze jongens zijn vaak zo dankbaar, zo gemotiveerd om iets van hun leven te maken.’
Fel vervolgt ze: ‘Ik kan me zo kwaad maken wanneer mensen allerlei onzin roepen over vluchtelingen. Ik zat pas nog op een verjaardag en daar begonnen ze weer over “die vluchtelingen”, profiteurs die alles maar krijgen. Zelfs de ziektekostenverzekeringen zouden ze niet hoeven te betalen. Hou je in Daan, denk ik dan. Maar wanneer dit soort onzin wordt beweerd, kan ik mijn mond niet houden. Kom maar eens een dagje meelopen.’ Ze weet hoe slecht ‘haar jongens’ slapen. De trauma’s uit het verleden, de zorgen over de familie, houden hen vaak wakker.

14.13 uur

Een jongen komt vrolijk de achtertuin binnengestapt. ‘Kijk eens, wie we daar hebben?’, lacht Daniëlle enthousiast. Het is de zeventienjarige Haben. De Eritrese jongen blijkt een vaste bezoeker. Broertje van Henok, een oud-bewoner. Tweeënhalf jaar geleden stonden Henok en Daniëlle samen op Schiphol op Haben, zijn twee zusjes en moeder te wachten.
‘Het was zo bijzonder om bij dat weerzien te zijn. Dat vergeet ik nooit meer. Henok was een van de eerste bewoners hier. Echt een schat van een jongen. Hij is na de gezinshereniging bij zijn familie gaan wonen en woont sinds kort hier in de wijk op zichzelf.’ Ze appt hem even en even later komt ook Henok binnengewandeld. Een hartelijke boks en hij gaat naast Daniëlle op de bank zitten. ‘Zij is als familie voor mij. Ik heb hier alles geleerd over Nederland. Ik moest echt als een baby alles opnieuw leren.’ Daniëlle glimlacht. Ze was bij zijn diploma-uitreiking, ging met hem mee naar Utrecht voor de DNA-test. ‘Hij belde me zelfs met Moederdag’.
Het gaat goed met Henok. Hij is bezig met zijn rijbewijs, volgt de mbo-2 opleiding ‘verzorging’ en wil in de zorg werken. Jongeren zoals hijzelf helpen.

14.57 uur

Mike (17) komt binnen. Hij is allesbehalve vrolijk. Hij is boos. Boos op zijn huisgenoten, die volgens hem op zijn kamer zijn geweest. Boos op Daniëlle, die niet echt luistert en hem maar niet wil begrijpen. Boos op de wereld. ‘Mike, dit gesprek hebben we al vaker gehad. Wat kan ik voor je doen?’ De ogen van Mike – hij komt uit Syrië, maar wil niets meer met zijn landgenoten te maken hebben, Arabisch spreekt hij liever niet – schieten alle kanten op. ‘Ik ben niet blij’, zegt hij in het Engels. ‘Jij gaat het zien, Daniëlle, je gaat het zien’. Het klinkt dreigend.
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41185-020-1040-3/MediaObjects/41185_2020_1040_Fig5_HTML.jpg
Daniëlle loopt even naar buiten. Ze heeft al een aantal aanvaringen met Mike achter de rug en baalt er flink van. Ze overlegt met Marloes. Mike woont nog niet lang op de groep, veel is er over zijn achtergrond niet bekend. ‘Morgen begint hij met een traject en krijgt hij psychische hulp. Daar ben ik blij mee. Dit kan niet zo doorgaan. Hij zoekt ook elke keer problemen met de andere jongens. Pas nog sloeg hij met z’n hand keihard naast me op tafel.’ Ze gaat morgen overleggen met haar teamleider.

16.10 uur

Marloes zwaait met haar autosleutels. ‘Ik ga even een taartje en een cadeautje halen voor Berhane. Dan zie ik je zo daar.’ Daniëlle knikt. ‘Tot zo.’ Ze gaan zo even langs bij een ander huis van YOIN, waar Marloes ook nog een dag per week werkt. Een van de jongens daar is jarig vandaag.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41185-020-1040-3/MediaObjects/41185_2020_1040_Fig6_HTML.jpg

16.33 uur

De stukken vlaai en bekertjes cola staan al op tafel in de woonkamer. Begeleidster Mahnaz Abbasi groet haar collega’s hartelijk. De Eritrese Berhane is vandaag zeventien geworden en het is toevallig precies een jaar en één dag geleden dat hij in Nederland aankwam. Na een korte tijd in het azc kwam hij in december hier in deze woongroep terecht. Eerst woonde hij hier met drie andere landgenoten. Nu alleen nog met Russom (17). De jongens kunnen het goed samen vinden. Berhane maakt verlegen het cadeautje van Marloes open. Een bioscoopbon. ‘Gaan wij binnenkort samen naar de film.’ Berhane stamelt zacht dankjewel. Russom pakt zijn zelfgemaakt krar – een snaaristrument – en begint te spelen. Hij blijkt een goede stem te hebben. De drie begeleiders klappen. Berhane lacht verlegen naar de grond.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.