Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Jaarlijkse kwaliteitsbeoordeling voor sociale opleidingen: Werken op de schaal van en slecht

Jaarlijks wachten opleidingsmanagers in spanning af hoe studenten hun opleiding weer beoordelen. Hoe kom je als SPH, CMV en MWD bovenaan de lijstjes van beste opleidingen? De aandacht voor de student blijkt bij de hoogst gewaardeerde opleidingen een reden voor het succes te zijn.

Als jongeren hebben besloten dat ze een sociale studie willen doen, zijn ze er nog niet. Want waar ga je eigenlijk studeren? Ze kunnen natuurlijk kiezen voor een hogeschool in de buurt van hun woonplaats, maar ook voor kwaliteit. Jongeren die een studiekeus moeten maken, kunnen elk jaar verschillende onderzoeken bekijken.

Het opinieblad Elsevier presenteert in samenwerking met onderzoeksbureau NIPO elk najaar ‘De Beste Studies’, waarbij studenten hun mening geven over de studie die ze volgen. Ook verschijnt jaarlijks de Keuzegids Hoger Onderwijs, samengesteld door Choice, het informatiecentrum voor hoger onderwijs. In de Keuzegids worden 1250 opleidingen met elkaar vergeleken op basis van gegevens uit een enquête onder dertigduizend studenten. De meest uitgebreide kwaliteitstest is echter die van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie organisatie (NVAO). Dit is het keurmerk dat aangeeft of een opleiding aan bepaalde maatstaven voldoet. Accreditatie is in Nederland en Vlaanderen een voorwaarde voor bekostiging van een bachelor- of masteropleiding door de overheid, voor studiefinanciering aan studenten en voor het recht om erkende diploma’s af te geven.

Aansluiting

Christelijke Hogeschool Ede had dit schooljaar reden voor een feestje. De school werd door de Keuzegids uitgeroepen tot beste hogeschool van Nederland. En dat niet alleen. Ook met de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) kwam ze als beste uit de bus. Adriaan Bos, adjunct-opleidingsmanager van de opleiding MWD, vindt dat de keus tot beste MWD-opleiding verdiend is. ‘We hebben er hard voor gewerkt. Eind jaren negentig bleek dat de opleidingen landelijk niet voldoende aansloten bij de praktijk. We hebben met verschillende MWD-opleidingen een nieuw beroepsprofiel geformuleerd en de opleiding grondig vernieuwd. Op onze school hebben we nauw contact met het werkveld. Wil je aansluiting houden, dan is dat ook nodig. Het idee erachter is dat de student moet worden opgeleid voor de toekomst. De studie moet daarom praktisch zijn en vooral niet vaag.’

Om de opleiding praktisch te maken, geven mensen uit het werkveld gastcolleges, blijven docenten op de hoogte van de laatste ontwikkelingen door cursussen en zet de school creatieve methoden in. ‘We hebben een methode om via dramalessen de studenten goed voor te bereiden op het werk. Vierdejaars studenten leren bij het vak drama hoe ze bepaalde praktijksituaties kunnen naspelen. Als volleerde acteurs spelen ze vervolgens cliënten bij de eerste- en tweedejaars om hen te laten reageren. Zo zorg je op een creatieve manier voor kwaliteit.’

Bos is met name trots op het systeem van studentbegeleiding. ‘Daarnaast zorgen we ervoor dat zaken als roosters en boeken op tijd bij studenten zijn. Als je ergernissen hierover zo veel mogelijk voorkomt, zorgt dat voor een goede sfeer. Het is de basis van de kwaliteit die je biedt.’ Opleidingsmanager Gerrit van der Heijden is pas sinds april werkzaam op de hogeschool, maar kende de hoge scores van de opleiding. Van der Heijden is aangetrokken om het proces richting één brede sociale opleiding te leiden. MWD en SPH (Sociaal Pedagogische Hulpverlening) worden hiertoe gefaseerd samengevoegd. ‘Het is leuk om delen van deze opleidingen te integreren als beide opleidingen tot de beste van Nederland horen,’ aldus de kersverse manager.

De opleiding SPH van de hogeschool in Ede is als tweede op de lijst geëindigd. ‘Je loopt met de vernieuwingen wel een risico,’ zegt Van der Heijden, ‘want je wilt de kwaliteit van de afzonderlijke opleidingen behouden. Toch gaan we mee in de landelijke tendens. We willen het beste van beide opleidingen behouden en daarnaast kunnen we met de brede opleiding wat toevoegen. In een eerste jaar kun je de studenten die nog niet precies weten welke richting ze op willen een algemeen pakket bieden.’ September 2006 zal het eerste jaar van de brede, sociale opleiding starten.

Het waarom van het succes van de opleiding MWD aan de Christelijke Hogeschool zit volgens Van der Heijden in het goede contact tussen docent en student. ‘Iedereen kent elkaar. De betrokkenheid is groot en het contact tussen de docenten en studenten is intensief. We hebben in verhouding ook een groot aantal docenten. Dat is nodig als je wilt dat ze naast de lesuren ook bezig zijn met het begeleiden van studenten. We willen dat ze bereikbaar en benaderbaar zijn. Daarom roosteren we extra contacturen in. Als een docent veel persoonlijk contact heeft met studenten, blijft hij op de hoogte van wat jongeren bezighoudt. Dat is belangrijk. Maar het is wel duur en vraagt om relatief minder uitgaven op zaken als huisvesting.’

Verwarring

Hoewel de eerste plek op de ranglijst van beste SPH’s niet een ‘streven’ is van de Gereformeerde Hogeschool Zwolle, staat de opleiding wel bovenaan in de Keuzegids Hoger Onderwijs. Opleidingscoördinator Jan Lindemulder is daar best trots op. ‘Als studenten de opleiding positief beoordelen, doe je blijkbaar iets goeds. Het zet onze kleine school op de kaart.’ Net als de hogeschool in Ede noemt Lindemulder het contact tussen docent en student een belangrijke factor voor het succes. ‘Gekend worden is voor studenten erg belangrijk. Met name bij de sociale opleidingen. Tijdens vakken als psychologie, pedagogiek of psychiatrie komt er veel bij de student naar boven. De opleiding kan wat dat betreft ook best confronterend zijn. Binnen de opleiding is er ruimte en aandacht voor hetgeen de student raakt. Het is belangrijk dat studenten zich hier veilig voelen en weten waar ze terecht kunnen als er iets is. Daarom investeren we flink in docenturen.’

Een andere factor voor het succes is volgens Lindemulder dat alle docenten ook in de praktijk blijven werken. ‘De combinatie van praktijk, aandacht voor de student en de kwaliteit van het onderwijsprogramma zijn volgens mij de belangrijkste succesfactoren. Ook het feit dat we een kleine school zijn geeft voordelen. We kunnen vrij eenvoudig programma’s individueel aanpassen. En bovendien is het hier goed georganiseerd. Sommige studenten die een tijdje elders hebben gestudeerd, komen weer terug. Ze vinden het op andere scholen soms een zootje.’

Het feit dat zowel de hogeschool in Ede als in Zwolle een christelijke inslag heeft, is volgens Lindemulder niet toevallig. ‘Aandacht voor de medemens en er oprecht voor een ander willen zijn, zijn thema’s die je in het christendom aantreft.’

De christelijke signatuur blijkt desondanks geen voorwaarde voor succes te zijn. Zo heeft de SPH van de Christelijk Hogeschool Nederland (CHN) in Leeuwarden van de NVAO een zogenaamde rode kaart gekregen. Voor het eerst sinds de invoering van het accreditatiestelsel komt een bestaande opleiding in het hoger onderwijs niet door de keuring. De opleiding SPH van de CHN voldoet niet op 3 van de 21 getoetste onderdelen: het niveau van de eindscripties, de relatie tussen de doelstellingen en de inhoud van de studie, en de wijze waarop studenten beoordeeld en getoetst worden. De CHN krijgt twee jaar de tijd om de onvoldoendes weg te werken, anders is het afgelopen met de opleiding die vijfhonderd studenten telt. Hoewel Frank Huser, opleidingsmanager van de SPH, zegt dat hij niet wegloopt voor de uitspraak, gaat de opleiding wel bezwaar aantekenen tegen de beoordeling. ‘Het klopt dat onze toetsingsmethode beter kan, maar met een paar aanpassingen zijn we wel accreditatiewaardig. Het lijkt nu net of onze opleiding totaal geen kwaliteit levert en dat klopt echt niet. Met name voor het imago brengt dit veel schade.’

Steffy Praamstra van de Hanzehogeschool in Groningen benadrukt dat er verschillen zijn in de beoordelingen. Dat is verwarrend, zegt ze. Zo komt de SPH van de Hanzehogeschool in de Keuzegids als slechtste uit de bus. Studenten die meededen aan de enquête zijn met name niet te spreken over de kwaliteit van de docenten. Met het cijfer 5,8 is het de laagste beoordeling uit het rijtje. ‘Maar de beoordeling van de NVAO was juist positief,’ aldus Praamstra. ‘De mensen van de Keuzegids bellen willekeurig een paar studenten en daar wordt de beoordeling op gebaseerd. Dat kan niet representatief zijn. We kunnen ons niet vinden in de uitslag van de Keuzegids.’

Bij de Christelijk Hogeschool Nederland kreeg de SPH dus een vette onvoldoende, terwijl dezelfde opleiding in de Keuzegids een middenmoter is. En het weekblad Elsevier rekende de opleiding vorige jaar nog tot de top vier van de twintig SPH-opleidingen in Nederland. ‘Het is gek dat studenten en het werkveld ons altijd positief beoordelen in de Keuzegids. Maar goed: we waren begin 2005 al begonnen met een verbetertraject en dat zetten we nu in versneld tempo door. Met ingang van het komende cursusjaar gaat ons vernieuwde curriculum van start, waarin verbeteringen zijn aangebracht.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.