Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Gemeenten borduren voort op Kampense aanpak probleemhuurders: ‘Je moet aso’s uit de wijk halen’

Wat te doen met de onverbeterlijke probleemhuurder? De gemeente Kampen huisvest een aantal al meer dan tien jaar in containerwoningen op een industrieterrein. Hier heeft vrijwel niemand last van hen. Andere steden zien wel iets in deze aanpak, maar pakken nog niet door zoals Kampen destijds. ‘De angst bestaat dat een goede oplossing meer probleemhuurders aantrekt.’

Poep aan de muur, braken over het balkon, nachtelijke excessen, intimidatie, geweld en geluidsoverlast zijn in veel Nederlandse steden aan de orde van de dag. Een kleine groep probleemhuurders kan het woongenot voor een hele buurt verpesten. Vaak is er sprake van alcohol- en drugsmisbruik, soms ook van handel in harddrugs. Niet alleen ongure types komen op de woningen van probleemhuurders af, maar ook ongedierte. Veel woningen verpauperen. Wat dan? De gemeente Kampen koppelt bijvoorbeeld een hulpverlener aan bewoners die in zogeheten containerwoningen zijn geplaatst. Tegelijkertijd blijven bestuurders zich het hoofd breken over mogelijke magneetwerking, doorstroommogelijkheden van bewoners en grootte van de projecten.

Afspraken

Ruim tien jaar geleden koos de gemeente Kampen voor een controversiële aanpak. Ze schonk een stukje grond op het industrieterrein Haatland aan de twee woningcorporaties die Kampen toen telde. Deze plaatsten daar vier tweedehands bungalows. ‘Destijds was er een gezin dat dermate veel overlast veroorzaakte door middel van stank en troep dat het om de huurwoning heen een nogal onhygiënisch gebeuren was. Daarnaast was er nóg iemand die ontzettend veel overlast veroorzaakte. Deze mensen wilde men uit de woonwijk halen om anderen te ontlasten. Ze kregen een woning op het industrieterrein. Ze moesten huur betalen, maar verder werden er geen eisen aan hen gesteld,’ vertelt Herman Leemreijze, coördinator moeilijk plaatsbaren van De Kern, een organisatie voor maatschappelijke dienstverlening.

Inmiddels is er op het industrieterrein veel veranderd. Bijna drie jaar geleden werden de tweedehands bungalows verwijderd. Eentje was afgebrand, een ander door de bewoners gesloopt en de derde was niet meer schoon te krijgen: de hele woning zat onder de drek. Hoewel nummer vier nog wel een aantal jaren meekon, werd deze ook verwijderd. De bungalows werden vervangen door containers die waren omgebouwd tot driekamerappartementen. Drie van de oorspronkelijke bewoners kregen een container en er kwam ruimte vrij voor een nieuwe bewoner. Ook kregen de containerbewoners buren. Het slachthuis tegenover de locatie werd gesloopt en er kwamen keurige twee-onder-een-kapwoningen.

Ook de aanpak veranderde. Aan bewoners worden nu eisen gesteld en ze krijgen hulpverlening. Nieuwe containerbewoners moeten een begeleidingovereenkomst tekenen. In deze overeenkomst wordt vastgelegd dat de huurder hulpverlening krijgt. Ook moet hij bepaalde dingen toezeggen. Gebruikers mogen bijvoorbeeld alleen schone naalden gebruiken. Hulpverlener Leemreijze houdt in de gaten of de containerbewoner zich aan de afspraken houdt. Hij komt regelmatig langs en zoekt contact met bijvoorbeeld de schuldsanering of de methadonpost als hij ziet dat er problemen zijn. Een keer per maand komt hij samen met onder meer politie, sociale dienst, maatschappelijk werk, ggz en woningcorporatie. De verschillende bewoners worden dan besproken.

Het contact tussen hulpverlener en bewoner verloopt wisselend. ‘De ene keer ben ik een klootzak en de andere keer ben ik fantastisch,’ vertelt Leemreijze. ‘Wanneer mensen hier komen, hebben ze de keuze tussen dit en de straat. Het is dus ergens wel dwingend.’

Wanneer Leemreijze naar de containerwoningen rijdt, blijkt dat hij deze dag zowel fantastisch als klootzak is. Een bewoner heeft zich kennelijk niet aan de afspraken gehouden en is daarop aangesproken. Nog voordat de auto van Leemreijze tot stilstand komt, bonkt de bewoner krachtig op het raam en toont zijn middelvinger. Als Leemreijze uitstapt, wordt hij uitgemaakt voor kankerlijer. De hulpverlener negeert de scheldpartij en belt bij een andere containerbewoner aan. Deze ontvangt hem gastvrij. Het is een oude man die moeilijk te been is. Zijn woning ziet er keurig uit. Met deze man zijn er vrijwel geen problemen. Leemreijze zou dan ook graag zien dat hij naar een aanleunwoning vertrok om plaats te maken voor echte probleemhuurders. Maar dat ziet de man niet zitten, hier voelt hij zich thuis.

‘Het was wel de doelstelling dat er doorstroom zou zijn, maar daar komt in de praktijk weinig van terecht,’ vertelt Leem-reijze. ‘Mensen willen of kunnen nergens anders naartoe.’ Bewoners worden ook niet uit hun woning gezet. ‘Doelen worden vaak bijgesteld. Je moet de lat laag leggen. Niet iedereen houdt zich aan alle voorwaarden van het contract. Daar wil ik ook coulant in zijn, je kunt die mensen toch ook niet op straat zetten. Tot nu toe is er nog nooit iemand uitgezet. Maar ik kan me voorstellen dat ik denk “zoek het zelf maar uit” als iemand bijvoorbeeld een half jaar niet zijn huur betaalt.’

Magneetwerking

Zoals het nu gaat, zijn de wooncontainers in Kampen slechts een oplossing voor vier probleemhuurders. De andere dertig of veertig die de gemeente telt, worden op een andere manier begeleid. Het aantal probleemhuurders vermindert ook niet door de containerwoningen. Toch zijn meer steden, zoals het stadsdeel Amsterdam-Noord, enthousiast over de aanpak. ‘Op een andere locatie kunnen probleemhuurders bijkomen en hun omgeving ook,’ zegt John Geelof, CDA-fractievoorzitter in Amsterdam-Noord. ‘Je moet mensen die heel veel hinder veroorzaken niet binnen de wijk houden. Wanneer je asociale mensen in een sociale omgeving plaatst, worden zij vanzelf socialer, was ooit de gedachte. Maar dat is niet waar. Buurtbewoners gaan zich ergeren aan asociaal gedrag en vervolgens zelf dit gedrag ook vertonen. Dus is het een beter idee asocialen uit de wijk te halen.’

Geelof ziet deze aanpak niet als een eindstation voor probleemhuurders. ‘Je moet nooit uitgaan van de gedachte dat mensen onverbeterbaar zijn. Misschien kun je ze nog wel helpen. Mensen ontsporen niet zomaar. Als je met meerdere instanties de krachten bundelt, kun je soms mensen de regie over hun eigen leven terug geven.’

Hoewel in Amsterdam-Noord al een tijdje stemmen opgaan voor de Kampense aanpak, zijn er nog geen concrete plannen. ‘Het ligt hier allemaal wat moeilijker dan in Kampen. Daar hebben ze inmiddels maar met één woningcorporatie te maken, wij hebben er hier wel tien. En corporaties ontkennen vaak het probleem, omdat zij vrezen voor hun imago. De eerste stap is dan ook dat zij toegeven dat er grote problemen zijn. Zij zijn in feite ook verantwoordelijk voor de probleemhuurders.’

Er zijn meer struikelblokken. ‘De vraag is hoe je probleemhuurders goed opvangt zonder als magneet te werken. De angst bestaat dat een goede oplossing meer probleemhuurders aantrekt. Stel dat wij op een aantal locaties containers plaatsen. Misschien komen probleemhuurders, die in andere stadsdelen uit hun woning zijn gezet, dan wel naar Noord. Toen wij met de plannen kwamen, waren de Tokkies de eersten die belden met de vraag of zij niet zo’n container konden krijgen. Dat is niet de bedoeling. Daarom moeten we misschien als centrale stad afspraken maken.’

Omdat Kampen ook niet als een magneet voor probleemhuurders wil fungeren, breidt zij het aantal containerwoningen niet uit. ‘Wij zijn niet bang dat dit soort figuren uit andere steden naar Kampen komen omdat wij deze woningen hebben. Maar we willen er ook niet meer – tenminste niet op deze locatie. Als je het groot maakt, krijgt het kracht en trekt het misschien meer van zulke figuren aan, wordt het een getto. Nu staan er gewone woonhuizen tegenover de containers. Als de eigenaren daarvan last hebben van onze bewoners, trekken ze aan de bel en wordt dat opgelost. Sommige containerbewoners hebben zelfs wel contacten met de overburen. Dat zou heel anders lopen als er meer containerwoningen kwamen.’ Ook onderlinge problemen zijn goed op te lossen doordat het om een kleine groep gaat. ‘De oudste bewoner wordt zelfs wel eens geholpen door andere containerbewoners. Het succes van de woningen zit hem in de kleinschaligheid.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.