Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Cor van Hekken, ziekenverzorgende: ‘Ik vraag altijd: mag ik hier zitten?’

‘Gelijk de situatie inschatten als je binnenkomt en meegaan met de sfeer in huis. Dan bouw je vertrouwen op.’ Cor van Hekken is 64 jaar en werkt al ruim drie decennia in de zorg. De laatste tien jaar in de thuiszorg. ‘Ik moest ook verpleegkundige handelingen doen, al mocht het niet.’
Cor van Hekken

Door Carolien Stam / Foto: Claudia Kamergorodski – Een jaar lang heeft hij staan afwassen bij KPN in Amsterdam. ‘Prachtig uitzicht over de stad, ik heb zo’n leuke tijd gehad,’ zegt Cor van Hekken met het hem zo typerende enthousiasme. Het was geen burn-out, verzekert Van Hekken, hij wilde er gewoon tussenuit. Weg uit de zorg, alleen met materiaal bezig. ‘Het klikte prima met mijn collega’s in de spoelkeuken en met de mensen die in het restaurant kwamen eten. Ik heb zulke leuke gesprekken gehad.’

Van Hekken ten voeten uit, een sociaal vaardig en bewogen man die zijn passie volgt. ‘Goed met mensen omgaan, dat is wat je nodig hebt in de thuiszorg’, weet hij. ‘Als je snapt hoe mensen in elkaar zitten en je gebruikt daarbij je professionaliteit, dan geef je goede, op de mens gerichte zorg.’ Van Hekken kan het weten. Hij werkt al ruim 34 jaar in de sector. Als je zijn kappersberoep aan het begin van zijn werkzame leven erbij telt – ‘Wat ik aan verhalen heb gehoord, ik voelde me bijna een therapeut’ – dan gaat Van Hekken al zo’n 47 jaar mee in de zorg.

Levensgenieter
Vijf jaar geleden is hij vier dagen in de week gaan werken, nu werkt hij drie dagen. ‘Ik ben een levensgenieter en niet zo materialistisch ingesteld. Met een salaris van 24 uur per week kan ik rondkomen.’ Hij werkt niet meer met vaste cliënten. ‘Ik word als flexwerker in alle teams in Amsterdam-Oost en Watergraafsmeer ingezet.’ Een bewuste keuze, zegt Van Hekken. ‘Ik had eerst eigen
cliënten. Hoewel de verpleegkundige bij de cliënt altijd de eindverantwoordelijke is, moest ik vaak alle zorg doen. Ook handelingen die ik niet mócht doen. Maar ik had weinig keuze, ik dééd het gewoon. Weigeren was geen optie, dan kreeg je te horen: “Je moet niet zeuren”. Dat legt enorme druk op je, want je krijgt verantwoordelijkheden toegeschoven waarvoor je niet bent opgeleid.’ Cor van Hekken is sinds die tijd anders gaan werken.

De reorganisaties bij Amsterdam Thuiszorg maakten die praktijken niet beter, weet Van Hekken. De zorg werd organisatorisch erg ingewikkeld. ‘Veel collega’s, vooral ook verpleegkundigen, zijn weggegaan. En met hen veel expertise. Bij gebrek aan verpleegkundigen werden de ziekenverzorgenden aan hun lot overgelaten.’ Thuiszorg Amsterdam is nu overgenomen door Evean Thuiszorg. Volgens Van Hekken is het bedrijf op weg de thuiszorg nu goed op te zetten: ‘Door terug te gaan naar de basis en vanuit de zorg te organiseren.’

Hij heeft inmiddels geen eindverantwoordelijkheid meer voor cliënten. Het flexibel werken in thuiszorgteams bevalt hem overigens goed, juist vanwege zijn inlevingsvermogen. ‘Als je binnenkomt, dan moet je direct inschatten in welke situatie je komt en meegaan met de sfeer. Ik kom open binnen, wacht af hoe mensen reageren. En ook al ben ik al tien keer bij een cliënt in huis geweest, ik vraag altijd: “Mag ik hier gaan zitten?”. Het is een manier om vertrouwen op te bouwen en te laten zien dat je komt om te helpen. Je komt wel in iemands privéleven binnen. Het is niet aan mij om te bepalen wat ik ga doen, maar aan de cliënt.’

Zonder diploma
Hij had graag verpleegkundige willen worden, na zijn 13-jarige kapperscarrière. Als kleine jongen hielp hij zijn moeder altijd al in het gezin met elf kinderen. ‘Het zorgen zit gewoon in mij.’ Midden jaren ’70 waagde Van Hekken de stap: hij solliciteerde als verpleeghulp in de ggz, mocht op gesprek komen en werd aangenomen, toen nog zonder diploma. ‘Ze wilden mensen met verschillende beroepsachtergronden, die met mensen konden omgaan en gemotiveerd waren.’ Later, werkzaam in het stadsziekenhuis in Purmerend, begon Cor aan de vooropleiding verpleegkunde. ‘Ik heb het niet gehaald. Studeren, stage lopen en ook nog werken om een inkomen te hebben, het was té zwaar.’ Zijn opleiding tot ziekenverzorgende kreeg hij uiteindelijk toen hij in de revalidatiekliniek in Amsterdam kwam te werken. ‘Ik kom nu nog mensen in de thuiszorg tegen die ik toen verzorgde.’ Daarna werkte Van Hekken nog zeven jaar in de Jellinekkliniek met drugsverslaafden.‘Het grappige is dat ik de klanten op straat ook nog altijd tegenkom. Nog steeds verslaafd, en ze groeten me allemaal.’

Kwinkslag
De zorg aan terminale cliënten hakt er het meest in, erkent hij. ‘Als ik bij een terminale patiënt wegga, denk ik telkens weer: “Waar maken we ons toch druk om”. Het zal je allemaal maar overkomen. Sterven doet zó veel met mensen, ook met de dierbaren. Het rare is dat ik op dat moment juist heel goed met cliënten kan omgaan. Door een kwinkslag te maken, zie je de druk van mensen af vallen. Ik zei laatst tegen een patiënt, “Goh, dat je maar steeds moet vertellen over je ziekte, daar word je toch doodziek van.” De toon die ik kies als ik binnenkom is heel belangrijk voor hoe we samen het uurtje doorkomen.’
En dan, peinzend: ‘Maar ik heb gelukkig nog nooit meegemaakt dat een cliënt overleden is als ik net binnenkwam. Dat zou ik echt heel moeilijk vinden.’

Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nummer 10, oktober  2009.

 

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.