Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Bescheiden hulpmiddelen

'Door de medicatie ben ik beter aanspreekbaar en daardoor lijkt het dat het beter met me gaat. De mensen denken dat. Ik mag weer binnen in de opvang, omdat ik me zogenaamd "gedraag", maar ik voel me nog steeds niet happy, eerlijk gezegd.' Een cliënt van een plek waar ik werkte, stelde dit in een paneldiscussie over de effecten van hulpverlening, een aantal jaren geleden alweer.
Bescheiden hulpmiddelen

Zijn uitspraak komt altijd weer terug in mijn hoofd als ik denk aan het cliëntenperspectief in hulpverlening, zoals dat ook afgelopen week gebeurde tijdens een congres over tien jaar OGGZ. Judith Wolf, hoogleraar maatschappelijke zorg aan het UMC St. Radboud vroeg daarbij onder meer aandacht voor de intake die cliënten hulpverleners afnemen: wie ben je eigenlijk en klop je wel?

Ik zal niet ontkennen dat ik het prettig vind dat “normaal doen” erg belangrijk blijkt voor cliënten en dat de waarde die hulpverleners zelf aan instrumenten als een intake hechten echt niet overdreven hoeft te worden voor wat betreft (een deel van alle) cliënten. Immers, dat past bij hoe ik zelf in het werk sta. Maar tegelijkertijd is het ook niet erg om me deze les in bescheidenheid evengoed wel aan te trekken.

Een andere cliënt, uit een andere setting, vroeg zich tijdens een huisbezoek eens hardop af wat hem nou precies geholpen had, vanaf het moment dat hij dakloos werd tot dat moment, waarop hij weer enige tijd gehuisvest was. “Dat ik dit huis kreeg, dat ik hulp kreeg bij het regelen van dingen, dat heeft me geholpen. De praktische dingen, dat is voor jullie denk ik ook het enige waar je echt bij kunt helpen toch. Ja, en blijven komen, dat is ook fijn, want ik weet zelf wel dat ik nooit hulp zal vragen, maar verder, hele persoonlijke problemen zijn toch niet altijd op te lossen, dus ja, wat moet je daarbij helpen.”

Helpen is ook maar helpen, maakte ik in mijn hoofd van zijn uitspraak. Laten we er niet te ingewikkeld over doen. Gewoon in de buurt zijn, zoals in de presentiebenadering ook centraal staat, vooral natuurlijk als iemand niet dusdanig te versterken blijkt om alles zelf te doen, is soms al helpend genoeg.

Ontroerend om te merken hoe enthousiast mensen daarover kunnen zijn; bij een huisbezoek werd ik onthaald op allerlei lekkers, omdat “je al zoveel voor ons gedaan hebt”, terwijl ik dacht: wat eigenlijk? Veel verder dan het invullen van een formulier waren we nog niet gekomen. Er zijn kan echt hulp zijn.
Maar wat te doen met de cliënt die zegt: ‘Als je komt helpen, dan zal ik je zeggen hoe. Regel dit voor me en doe dat.’ Dat interpreteren we vaak als eisend en daarop zijn we geneigd te zeggen dat we dat niet doen, want dat is juist niet helpend, daar leert de cliënt niks van. Maar moet er altijd geleerd worden? Iemand die zo uitstekend zijn hulpvraag weet te formuleren, hoe helpen we die eigenlijk? Helpen is ook maar helpen…

Astrid Bosman (1973) is maatschappelijk werker en sociologe. Zij is onder meer werkzaam geweest in de jeugdhulpverlening en de dak- en thuislozenopvang. Nu is ze namens een instelling voor Algemeen Maatschappelijk Werk actief in een OGGZ-team. Astrid heeft Vooral affiniteit met OGGZ-doelgroep en de beleidsvraagstukken rondom de organisatie van zorgprocessen en logisch handelen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.