Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Aanpak taalachterstand bij kinderen vaak niet effectief

Veel jonge kinderen bij wie een taalachterstand wordt vermoed, blijken andere problemen te hebben. Ze horen bijvoorbeeld niet goed. Of ze hebben een achterstand in de algehele ontwikkeling. Veel moeders zijn daardoor ongerust. Maar een verband tussen taal- en gedragsproblemen is er niet.
Aanpak taalachterstand bij kinderen vaak niet effectief

Dat blijkt uit promotieonderzoek van orthopedagoog Anne Keegstra van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij promoveert 22 september aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voorlezen
In Nederland wordt veel gewerkt met taalstimuleringsprogramma’s. Kinderen bij wie een taalachterstand wordt vermoed, krijgen in methodes als Piramide en Kaleidoscoop spelletjes en oefeningen met taal aangeboden. Ook wordt er voorgelezen en geknutseld. Maar deze programma’s zijn lang niet altijd effectief, blijkt nu.

Basisscholen
Anne Keegstra onderzocht 136 kinderen in groep één van vier verschillende basisscholen in Groningen en Rotterdam. Ze stelt vast dat alleen allochtone kinderen die onvoldoende in aanraking komen met het Nederlands gebaat zijn bij taalstimuleringsprogramma’s. In veel gevallen is dus andere hulp nodig.

Buisjes in de oren
Veel van de kinderen bij wie een taalachterstand wordt vermoed, hebben bij nader inzien andere problemen. Ze horen bijvoorbeeld niet goed doordat ze vocht achter hun trommelvliezen hebben. In dat geval bieden buisjes in de oren uitkomst. Maar er kan ook sprake zijn van een achterstand in de algehele ontwikkeling. Ook dan heeft alleen taalstimulering geen zin, maar is stimulering van de hele ontwikkeling nodig. Keegstra: ‘De taalontwikkeling van jonge kinderen heeft een eigen dynamiek en valt niet altijd te versnellen.’

Taalproductie
De oorzaak van taalachterstand wordt vaak niet grondig genoeg in kaart gebracht, stelt Keegstra. In veel gevallen wordt alleen onderscheid gemaakt tussen verbale en non-verbale ontwikkeling. In plaats hiervan moeten taalproductie, taalbegrip en de cognitieve ontwikkeling worden onderzocht.
 
Bezorgde moeders
Keegstra onderzocht ook de ideeën van ouders over taalachterstanden. Met name moeders blijken vaak bezorgd. ‘Op taalontwikkeling wordt erg gelet. Moeders zijn bang dat hun kind niet op tijd gaat praten, waardoor de schoolcarrière en de algehele ontwikkeling zouden worden belemmerd.’ Maar die angst is vaak ongegrond, zo blijkt. ‘Er is geen verband tussen taal- en gedragsproblemen’, aldus de promovenda. ‘Dat wijst erop dat de algehele ontwikkeling niet achter hoeft te blijven als een kind een taalachterstand heeft.’

De titel van het proefschrift van Anne Keegstra is ‘Language problems in young children. General assumptions investigated’

Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn  Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine. 

 

Volg Zorg+Welzijn op Twitter >>

Bron: Rijksuniversiteit Groningen/

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.