Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Achterbancontacten voor Wmo-Raad

Vorige week had ik een zeer inspirerende bijeenkomst met de leden van een Wmo-raad in een landelijke gemeente. De raad functioneert nu ruim een jaar en had behoefte aan een onderlinge discussie over twee thema’s. Als eerste wilden de leden met elkaar in gesprek over ‘achterbancontacten’. Voor een volgende keer staat ‘profilering en positionering’ op de agenda.
Achterbancontacten voor Wmo-Raad

Ruim tweeënhalf jaar is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) nu onderweg en wie op internet zoekt onder ‘Wmo raad’ komt heel veel gemeenten tegen waar een dergelijke raad actief is. De zoektocht naar invulling van de participatierol door de bovengenoemde Wmo-raad leidde tot de vraag naar de invulling van de achterbancontacten. Immers achterbancontacten – een term die uit de wereld van vakbonden en ondernemingsraden voortkomt – spelen een belangrijke rol in het vervullen van de taak van een Wmo-raad.

Tijdens de bijeenkomst constateerden we een dat er sprake is van achterbancontact op twee niveaus. Allereerst het individuele contact met burgers, gebruikers van Wmo-voorzieningen of anderszins. Dit contact gaat vaak over een individuele situatie of klacht. Hierin kan een lid van de Wmo-raad maar beperkt van betekenis zijn. Immers individuele belangenbehartiging is geen taak van de Wmo-raad.

Het tweede soort contact gaat veeleer over de wijze waarop individuele burgers, maar vooral ook maatschappelijke organisaties aankijken tegen de gemeentelijke (beleids)invulling van de Wmo. Hier ligt een belangrijke rol voor de Wmo-raad bij het in kaart brengen van de effecten van gemeentelijk beleid en hierover adviseren. Dat adviseren kan natuurlijk gevraagd en ongevraagd en vooraf en achteraf.

Een belangrijke conclusie tijdens de bijeenkomst was dat er een groot aantal instellingen, organisaties, maar vooral ook personen de leden van de WMO-raad van advies en informatie kan voorzien. Vaak uit onverwachte hoek. Een andere belangrijke conclusies was dat elk lid op een of andere manier wekelijks een gesprek – dat kan bij de supermarkt zijn met een verkoper van de daklozenkrant – heeft waarbij de effecten van het Wmo-beleid aan de orde komen.

De achterbancontacten zijn er wel degelijk. Het is vaak een kwestie van bewust zijn van het feit dat er talloze raakvlakken en aanknopingspunten zijn om het over de Wmo te hebben. Dat is het voordeel van zo’n breed opgezette wet. Met andere woorden het hoeft geen heel ingewikkelde exercitie te zijn om achterbancontacten te hebben. Zo simpel kan het zijn.

Wil je dan nog een stap extra zetten, dan is het kijken naar de ‘witte vlekken’ in de achterban (in betreffende gemeente ging het bijvoorbeeld om moskeeverenigingen) een eerste. Een tweede stap is het planmatig bezoeken of uitnodigen van personen of organisaties om een gesprek aan te gaan over hetgeen men aan effecten van de Wmo ziet. Een beetje discipline en planning helpt al heel veel en hoeft niet tot een heel circus te leiden dat voor de vrijwilligers van de Wmo-raad een te zware belasting wordt. Van belang in de achterbancontacten is natuurlijk ook een heldere beeld van de rol van de Wmo-raad en de individuele leden daarin. Dat is het onderwerp van ‘profilering en positionering’ dat voor volgende week op de agenda staat.  Het belooft weer een inspirerende avond te worden.

Eric Dorscheidt (1966) is adviseur en politicoloog. Als adviseur werkt hij voor de lokale overheid bij BMC-groep op het gebied van participatie, sociale zekerheid en welzijn. Daarnaast is hij lid van de Raad van Toezicht van Combiwel Amsterdam. In de avonduren is hij actief als voorzitter van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van het openbaar basisonderwijs in Amstelveen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.