Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Sociale professional leert anders werken

De Wmo-werkplaatsen brengen al 6 jaar nieuwe kennis in het sociale domein naar de praktijk van het werkveld. Met succes, de 14 huidige Wmo-werkplaatsen gaan in 2016 door en worden uitgebreid naar jeugdzorg en participatie. Wat kan de professional ermee?
sociaal werker
Het werkveld

Het werkveld, gemeenten en het onderwijs werken in de zogenoemde Wmo-werkplaatsen samen om het sociale domein te verbeteren. Door kennis te verzamelen, nieuwe methoden te ontwikkelen en nieuwe manieren van werken te introduceren in het beroepsonderwijs en in het veld. In 2009 begonnen Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Groningen, Eindhoven en Enschede met de eerste Wmo-werkplaatsen. Inmiddels zijn er 14 werkplaatsen actief in 121 gemeenten, zijn er zo’n 280 organisaties betrokken en zijn er meer dan 80 concrete projecten die in de praktijk en in het onderwijs worden uitgewerkt.

Innovatie

Uit een onderzoek naar de Wmo-werkplaatsen afgelopen zomer bleek dat de werkwijze van de werkplaatsen in de regio goed werkte, aldus Paul Vlaar van Movisie, die het landelijke netwerk van werkplaatsen ondersteunt. De regionale verspreiding van werkplaatsen zorgt ervoor dat kennis en onderzoek dicht op de praktijk zitten. Verder werkt de formule van co-creatie heel goed, aldus Vlaar: ‘Er zijn vijf thema’s per werkplaats. Met docenten, studenten, professionals en cliëntorganisaties wordt een thema in beeld gebracht en uitgewerkt.’

Sociale wijkteam

Een voorbeeld: hoe zet je het sociale wijkteam het beste in? Hoe richt je een team in en wat betekent dat voor professionals en bewoners? Vlaar: ‘Docenten, studenten, professionals, burgers en soms ook ambtenaren gaan met elkaar om tafel en reflecteren over wat goed gaat, wat beter kan en waar je echt iets van kunt leren. Hoe ga je om met elkaars kennis, met de burgers, hun netwerk en met cliënten? Aan de hand van casussen ga je gezamenlijk aan de slag: hoe pakken we dat aan? De uitkomsten worden beschreven en vastgelegd door de onderzoekers. En omgezet in een doorlopend leerproces.’

Er is ook kritiek op wijkteams. Bijvoorbeeld dat ze nog te weinig weten over de aanpak van huiselijk geweld. Volgens Wendela Wentzel is de aanpak van huiselijk geweld is verschoven naar preventie en signaleren. Daarin heeft het wijkteam een belangrijke rol. Lees meer>>

Top 3

De ontwikkeling van kennis dichtbij de praktijk van het werkveld is een van de top 3 positieve punten die het evaluatieonderzoek afgelopen zomer liet zien. ‘De samenwerking tussen onderwijs en werkveld was prima, de lector van de hogeschool fungeerde als degene die de partijen bij elkaar brengt op inhoudelijke vragen’, zegt Paul Vlaar. ‘En verder leidt de enthousiaste samenwerking tot concrete verbeteringen in werkwijzen en methodieken.’

Hobbels

Uiteraard zijn er hindernissen, geeft Vlaar aan. ‘Professionals zijn onzeker of ze hun baan nog wel houden in deze tijden van bezuinigingen. Het is best lastig in zo’n situatie positief mee te werken. De andere kant is dat het mensen ook op scherp zet en motiveert om naar een andere manier van werken over te gaan.’ Verder blijkt het voor professionals best lastig te zijn om de vraag van de burger centraal te stellen. Professionals zijn nu eenmaal opgeleid om problemen op te lossen. Nu ondersteun je mensen om hun eigen vragen zo goed mogelijk aan te pakken. Het sociaal werk heeft wat dat betreft een voorsprong, aldus Vlaar: ‘Zij zijn vanouds al bezig te werken vanuit de empowerment gedachte.’

Op resultaat sturen

Tot slot is ook de sturing van de gemeente vaak nog lastig. Vlaar: ‘De gemeente moet een weg zoeken om van een sturende gemeente te ontwikkelen naar een co-creërende gemeente. Dat is moeilijk, want gemeenten willen het liefst op resultaat sturen. Zij moeten immers verantwoording afleggen aan de burgers over die resultaten.’

Methodieken

En wat heeft de professional uiteindelijk aan de wmo-werkplaats? ‘Die krijgt een uitgewerkte methode om te leren anders te werken’, zegt Paul Vlaar. ‘Al die nieuwe kennis, opgedaan in de wmo-werkplaatsen, komt bij de professional terecht via trainingen, begeleiding en vooral door actie-leren: dat houdt in een nieuwe aanpak kiezen, uitproberen en daarvan leren. Vervolgens is het dan aan de professional om op een andere manier te werken. Dat gebeurt al op grote schaal, is mijn ervaring.’

Transformeren doe je met elkaar

Op 16 oktober aanstaande organiseren de gezamenlijke wmo-werkplaatsen de jaarlijkse conferentie: “Transformeren doe je mét elkaar”.  Inleiders zijn Kim Puttersdirecteur van het SCP, GroenLinks-wethouder Raf Janssen.  Er zijn 14 interactieve workshops voor werkveld en het beroepsonderwijs over de belangrijkste resultaten van de werkplaatsen. Geef je hier op>>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.