Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Instandhouding Algemeen Maatschappelijk Werk volstaat niet

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vraagt om nieuwe denk- en werkwijzen. Het is nodig de bestaande samenwerking te evalueren en vernieuwen. Instandhouding van voorzieningen is niet meer gewenst. Routinematig financieren is niet langer vanzelfsprekend. Gemeenten willen lokaal passende deskundigheid en diensten inkopen op basis van prijs en kwaliteit.
Instandhouding Algemeen Maatschappelijk Werk volstaat niet

De gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland en Tholen hebben vanuit hun intergemeentelijke Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio voor het uitvoeren van het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) een contract met Stichting Maatschappelijk Werk en welzijn Oosterschelderegio (SMWO). Onder begeleiding van adviseurs van Conclusion Advies en Management gaf het samenwerkingsverband samen met het SMWO invulling aan nieuwe verhoudingen en nieuwe financiering. De gemeenten kozen ervoor het contract zonder aanbesteding tot stand te laten komen, omdat het huidige AMW diep in de haarvaten van de lokale samenleving zit. De hierdoor gestimuleerde ontmoeting en dialoog hebben geleid tot een betere afstemming en samenwerking met het oog op de dienstverlening aan de burger.

Spanningen
Kees Kort en Roel Terwijn van Conclusion Advies en Management hebben eerst de lokale stand van zaken op het gebied van de inhoud en financiën in kaart gebracht. Ook onderzochten zij de actuele landelijke stand van zaken, de state of the art. Historisch opgelopen spanningen in de samenwerking kregen een plaats. Daarna begeleidden zij een ‘interactieve ontwerpsessie’ waarin de samenwerkende gemeenten en SMWO intensief met elkaar spraken over de gewenste dienstverlening en de onderlinge samenwerking. Dit mondde uit in een passend advies vanuit Conclusion Advies en Management aan de samenwerkende partijen. Het advies betreft de vormgeving van de dialoog en de samenwerking, de samenstelling van het (basis)dienstenpakket en het maken van passende afspraken voor het AMW. De partners in de regio gaan met dit advies in de hand het komende jaar aan de slag en geven het contract van 2011 handen en voeten.
Frank Witkam en Romy de Bruyckere zijn twee kernspelers in het traject. Met hen blikken we terug en vooruit op het proces en de versterkte onderlinge samenwerking. Frank Witkam is secretaris van het intergemeentelijke Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelde en opdrachtgever voor het traject. Romy de Bruyckere is de directeur van de SMWO.

Cijfers krijgen een gezicht
Witkam schetst dat de gemeenten behoefte hadden aan een snel inzicht in de stand van zaken en een advies over een vervolg. Er zijn heldere stappen gezet. ‘Een resultaat is dat er betere communicatie op gang is gekomen met het AMW. Nu is er meer begrip voor elkaars wereld en hebben we elkaars begrippenkader beter leren kennen.’ De Bruyckere deelt dat. Volgens haar krijgen de cijfers van het AMW een gezicht. Zij vindt het heel logisch dat gemeenten hun regietaak oppakken. ‘Gemeenten verbinden de gemeentelijke speerpunten actief met de dienstverlening die ze inkopen. Het AMW draagt daar vanuit de eigen expertise graag bij.’ De Bruyckere vertelt enthousiast over de hernieuwde samenwerking. Zij vindt het een goede ontwikkeling dat vertegenwoordigers van gemeenten en SMWO de invulling van de taken van het AMW intensiever afstemmen. ‘Dat gebeurde in het verleden ook wel, maar nu is het echt samen ontwikkelen. Het resultaat is een goed afstemmingstraject: wie doet wat en wanneer.’ Meer samen optrekken is voor De Bruyckere een belangrijke uitkomst van het traject. Beiden kijken met tevredenheid terug op de begeleiding hierbij door adviseurs van Conclusion Advies en Management.

In de haarvaten
Witkam geeft aan dat de gemeenten in de Oosterschelderegio bewust niet gekozen hebben voor een openbare aanbesteding. ‘Het AMW zit in de haarvaten van de Zeeuwse samenleving, het is geen “markt”. Het zou kapitaalvernietiging betekenen als er een andere aanbieder wordt ingezet. Aanbesteding leidt tot versnippering van het aanbod en dit maakt het lastig om problemen in buurten en wijken goed op te lossen.’ Inbedding in de lokale infrastructuur is zowel volgens Witkam als De Bruyckere essentieel.
In de Oosterschelderegio is het AMW al lange tijd in een nauwe samenwerking tussen gemeenten vormgegeven. Zeeland heeft een traditie in intergemeentelijke samenwerking op het gebied van zorg en welzijn. Witkam: ‘We hebben de Welzijnswet gehad waarbij gemeenten vanuit hun wettelijke taak een “eigen” AMW-organisatie subsidieerden. De Wmo maakte subsidiëring van het AMW minder vanzelfsprekend. Vanuit dat perspectief denken onze gemeenten na over de AMW-producten. Willen we deze producten nog? Hoe draagt het AMW bij aan participatie van burgers? Gemeenten denken meer en meer in maatschappelijk resultaat en hoe dit te bereiken is.’
Witkam schetst dat de gemeenten een groot deel van het AMW als een basisvoorziening zien. Daarnaast kiest elke individuele gemeente welke producten zij aanvullend inkopen, zoals schuldhulpverlening, sociaal raadsliedenwerk of een extra zorgadviesteam. Gemeenten en AMW brengen als vervolgstap in ‘co-makership’ in kaart wat de basisvoorziening inhoudt en welke specifieke dienstverlening de individuele gemeenten wensen. Ook maken zij afspraken over het leveren van resultaten/cijfers en overleg. In het contract van 2011 zullen de eerste resultaten hiervan zichtbaar zijn.

Openheid en dialoog
Essentieel is de relatie tussen het ingezette budget en de producten. Wat levert het AMW voor de 1,8 miljoen euro die de gemeenten jaarlijks beschikbaar stellen? Gemeenten zijn volgens Witkam nog te vaag over wat ze precies willen. Ze brengen hun verwachtingen nu in kaart vanuit een nadere definiëring van de prestatievelden Wmo en wat het AMW hierin kan bijdragen. Bij het stimuleren van meedoen en participatie kan het AMW veel betekenen.
De Bruyckere geeft aan dat dit een verbetering is. ‘Eerst stemde SMWO zelf het beleid af op wat we dachten dat de gemeenten wilden. Nu geven we samen inhoud aan de prestatievelden van de Wmo.’ Zij geeft enkele concrete voorbeelden waar het AMW meerwaarde levert met informatieve en concrete dienstverlening bij het opbouwen van netwerken binnen de civil society. Zij noemt de formulierenbrigades met inzet van vrijwilligers. Die inzet is volgens haar essentieel. Het helpt mensen hun sociale netwerk te organiseren, mensen aan de onderkant van de samenleving weer een plek te geven. Ook een goed voorbeeld is de Ruilwinkel in Goes. ‘Hiermee kom je als AMW nieuwe mensen op het spoor waar het AMW iets voor kan betekenen. Gecombineerd met bijvoorbeeld een informatief huisbezoek geeft dat mogelijkheden om proactief dienstverlening aan te bieden.’ Tot slot noemt zij de samenwerking met woningcorporaties bij het voorkomen van huisuitzettingen. ‘Daar kan het AMW preventief een bijdrage leveren.’

Niet overreguleren
Nog een laatste tip van Witkam voor gemeenten: ‘Ga niet overreguleren, dan verliest het AMW de mogelijkheden om vanuit haar professionaliteit flexibel in te spelen op de dagelijkse werkelijkheid. Haar medewerkers staan immers met de voeten in de klei. Gemeenten moeten in het contract ruimte houden om snel te kunnen inspelen op bijvoorbeeld een acuut probleem in één van de wijken. De basishouding voor gemeenten en AMW is immers dezelfde: zo goed mogelijk de burger bedienen.’

Monique Romeijn, senior adviseur bij Conclusion Advies en Management

Bron: Foto: ANP/Ruud Taal

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.